Oostvlietpolder, 1936-1973

De Oostvlietpolder is een van de oudste polders in het ambacht Zoeterwoude. Al op 3 september 1601 sloten een aantal landgebruikers tussen de Vrouwenweg en de Hofweg een overeenkomst waarin ze het onderhoud van de molenwatering regelden. Er moet dus in dat jaar al een molen gestaan hebben. Het is niet bekend wanneer hiervoor vergunning is verleend door dijkgraaf en hoogheemraden van Rijnland. De overeenkomst zelf is ook niet bewaard gebleven, maar wordt aangehaald in het vergunningenregister van Rijnland in het jaar 1633. In dat jaar maakten de ingelanden van de zo genoemde Oostvlijetpolder nadere afspraken over het onderhoud van de molenwatering en het drijven van schouw hierover door de molenmeesters. Op 13 juli 1697 werd een reglement voor de polder vastgesteld. Een eeuw later (1799) werd een reglement in druk uitgegeven op ‘de beheering en bestiering van de Oostvliet en Hofpolders’. De Hofpolder lag ten zuidwesten van de Oostvlietpolder en was ongeveer gelijk van afmetingen. Waarom beide polders een gezamenlijk reglement opstelden is niet helemaal duidelijk. Zowel de Hofpolder als de Oostvlietpolder bleven hun eigen bestuur houden en hun eigen rekening opmaken. In artikel 1 werd aangegeven dat ‘de eene polder geensints in de kosten van de andere polder zal behoeven te contribueeren’. Wel werden in artikel 10 afspraken gemaakt over gezamenlijke bemaling: als de molen van een van de polders buiten werking zou raken, zou de andere polder gehouden zijn de bemaling te verzorgen. De betrokkenheid op elkaar leidde in 1899 wel tot het voornemen om de polders met elkaar te verenigen, maar de onderhandelingen werden gestaakt door de ingelanden van de Hofpolder. De Oostvlietpolder had de vorm van een ruit. In het noordwesten werd de grens gevormd door de Roomburgerwatering of Delftse Trekvaart, in het noordoosten door de Vrouwenvaart, in het zuidoosten door de Meerburgerwatering, met halverwege het Papenmeertje, en in het zuidwesten door de Hofweg, die de polder scheidde van de Hofpolder. Per 1 januari 1979 werd de polder bestuurlijk opgeheven en opgenomen in het waterschap De Ommedijck.