Corselet

Corselet (combinatie van een B.H., korset en jarretelles) van zwart satijn, fluweel, elastiek en metaal. Smalle schouderbanden van zwart fluweel (met de zachte kant binnen). Voorgevormde cups van zwarte voeringsstof bekleed met tule. Middenvoor verstevigd door een dubbele laag stof, diagonaal doorgestikt en voorzien van drie verticale baleinen (18 cm lang). Aan de onderzijde middenvoor een driehoekige inzet van zwart elastiek. Middenachter een brede inzet van zwart elastiek (bestaande uit twee delen). Aan de achterzijde twee baleinen (38 cm lang). Alle baleintunnels zijn aan de binnenzijde aan de bovenkant afgewerkt met zwart fluweel. Sluiting in linker zijnaad door middel van metalen haken en ogen, aan de binnenzijde gevoerd met zwart fluweel. Onderaan aan de voor- en zijkanten vier jarretels van elastiek, satijnen lint, metaal en kunststof. Op de kunststof knopjes van de jarretelles staat de tekst: 'PATENTED'. Naast de gesloten huizen voor bovenkleding, bestonden er in Amsterdam ook enkele huizen voor onderkleding. Nellie Edith van Coevorden (1894-1987) begon na de bevrijding een atelier op de Apollolaan waar zij kostbare, met de hand vervaardigde, korsetten en corseletten op maat maakte. Omstreeks 1951 verhuisde zij naar de Stadionkade. Haar clientèle was afkomstig uit het hele land. Na het opmeten van de maten, maakte van Coevorden een tekening van het gewenste korset en vervolgens werd dit door een van de kundige naaisters die zij in dienst had gemaakt. Klanten hadden bij Nellie de keuze uit een aantal stoffen: wit, zwart of zalm satijn. De korsetten werden altijd bij de klant thuis afgeleverd. Omstreeks halverwege de jaren vijftig gingen de zaken minder goed, de oudere generatie overleed en jongeren kochten kant-en-klare ondermode. Nellie bleef werken voor een klein aantal klanten en voerde reparatiewerkzaamheden uit tot halverwege de jaren zestig.