Interview F. van Vliet en mw. Van Vliet-Pardon

Interview met F. van Vliet en mw. Van Vliet-Pardon.Gehouden door J. Reynders op onbekende datum.Getypt, 15 bladzijden. Het echtpaar F. van Vliet-Pardon (nadere gegevens niet bekend) verhuisde in juni 1940 van Gouda naar Leiden. Van Vliet kreeg werk bij de Van Os aan de Herengracht. Via een tuinder, Snoeker genaamd, komen zij in contact met een zekere Poort, die medewerker was van het NSF. Over deze L.J. Poort is verder alleen bekend, dat hij een onderwijzer was aan een Christelijke ULO. Na enige tijd komen er joodse onderduikers in huis. Klaarblijkelijk werkte het echtpaar veel voor de LO want na de oorlog hebben zij legitimatiebewijzen van de LO ontvangen. Ook noemt mw. Van Vliet Cor Kromhout als haar chef.Van Vliet maakt enige opmerkingen over ‘zwarte Kees’ van Koert. Uit andere bron is bekend, dat Kees van Koert behoorde bij de illegale groep ‘Oranjevrijbuiters’ uit Utrecht. Deze groep werd in augustus,september en oktober 1943 nagenoeg geheel opgerold. Op 29 februari 1944 werden 18 mannen gefusilleerd. De groep was verraden door een gearresteerd lid, Joop de Heus. De Leidse LO heeft verschillende malen opsporingsberichten uitgegeven met zijn naam en foto. Enkele exemplaren bevinden zich in de collectie Kromhout.De naam van de vervalser van persoonsbewijzen Karel Marks komt alleen in dit interview voor. Wellicht dat de kwaliteit van de vervalsingen te wensen over liet.In dit interview komt ook de schaduwzijde van sommige onderduikers aan bod: het profiteren van meer dan één organisatie, diefstal, zwarte handel en regelrechte chantage. Verder vertelt mw. Van Vliet iets over de nazorg door de Stichting ’40-’45.