De Blitzmädel van Fliegerhorst Deelen
Tijdens de Duitse bezetting van Nederland zijn er tienduizenden Duitsers gestationeerd in Nederland. De meeste van hen zijn mannen die militaire of bestuurlijke functies bekleden. Er bevinden zich echter ook honderden tot duizenden Duitse vrouwen in Nederland. Zij werken vooral in ondersteunende functies en zijn zo indirect betrokken bij de oorlogsvoering. Zij worden in de bezette gebieden in de volksmond ook wel Blitzmädel genoemd. Op het vliegveld bij Deelen zijn enkele honderden Blitzmädel gestationeerd die een bijzondere rol vervullen in de Luftwaffe.
Fliegerhorst Deelen
Ten noorden van Arnhem ligt Vliegveld Deelen. De Duitse Luftwaffe had het terrein al in 1937 stiekem verkend en geschikt geacht voor een grote militaire luchtbasis. Direct na de Duitse bezetting van Nederland wordt het kleine vliegveld door de Luftwaffe overgenomen en flink uitgebreid. Het wordt de uitvalsbasis voor Duitse luchtaanvallen op Engeland en tegelijkertijd de eerste verdedigingslinie tegen geallieerde luchtaanvallen op Duitsland. Rond het vliegveld bouwt de Luftwaffe een uitgebreid netwerk van spoorwegen, opslagloodsen, brandstof- en munitiedepots, radarstations, luchtafweerstellingen en bunkers. Ten zuiden van het complex wordt een Divisionsdorf voor de huisvesting van militairen gebouwd bestaande uit verschillende als boerderijen gecamoufleerde woonbarakken. In het dorp is een badhuis, een kantine, een bioscoop, een officiersmess en een daadwerkelijke boerderij die in de voedselvoorziening voorziet. Met een oppervlakte van 40 vierkante kilometer is het zogeheten Fliegerhorst Deelen een van de grootste militaire vliegbases van Europa. Rijksmaarschalk en opperbevelhebber van de Luftwaffe Hermann Göring komt regelmatig langs om de gang van zaken op het Fliegerhorst te inspecteren.
Vrouwen in het leger
Van de 3.000 op Fliegerhorst Deelen gestationeerde Duitse militairen zijn er enkele honderden vrouwelijke medewerkers. Hoewel vrouwen zich volgens het ideaalbeeld van de Nazi’s voornamelijk bezig moeten houden met de familie en niet thuishoren op het strijdtoneel, zijn er toch veel Duitse vrouwen werkzaam bij militaire hulpdiensten. Als Nazi-Duitsland in het verloop van de oorlog geconfronteerd wordt met een steeds groter tekort aan mankrachten, krijgen vrouwen steeds meer rollen in het leger toebedeeld. Behalve in de traditionele verpleegkundige en administratieve functies werken vrouwen ook in allerlei andere ondersteunende functies. Zij spelen zo een belangrijke rol in paramilitaire, politieke en civiele organisaties, maar ook in de Wehrmacht, Kriegsmarine en de Luftwaffe. In december 1941 worden in de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Duitsland de militaire dienstplicht uitgebreid zodat volwassen vrouwen nu ook kunnen worden opgeroepen. Vanaf dat moment kunnen in Duitsland alle vrouwen tussen de 18 en 40 jaar tot militaire dienst worden opgeroepen. Waarschijnlijk zijn er gedurende de Tweede Wereldoorlog zeker een half miljoen Duitse vrouwen in militaire dienst actief.
Luftnachrichtenhelferinnen
In de loop van de oorlog worden binnen de Wehrmacht, Kriegsmarine en de Luftwaffe speciale legeronderdelen ingericht waarin vrouwen worden geplaatst. Bij de Wehrmacht wordt bijvoorbeeld de Wehrmachthelferinnen opgericht. In deze tak van het leger werken vrouwen als administratief personeel (Stabshelferinnen) en paardenverzorgers (Bereiterinnen), maar ook als radio-operatoren, telegrafisten en telefonisten (Nachrichtenhelferinnen). Vergelijkbare functies bestaan bij de Kriegsmarine en bij de Luftwaffe. Binnen de Luftwaffe zijn er verschillende onderdelen waarin vrouwen nauw betrokken zijn bij gevechtssituaties. Zo bedienen de Flakhelferinnen zoeklichten en luchtafweergeschut en de Luftschutz Warndienst Helferinnen waarschuwen voor bombardementen. De Flugmeldedienst bestaat uit vrouwen die centrale posities innemen in radiostations, luisterposten en meldstations van de luchtverkeersleiding. In februari 1941 gaat de Flugmeldedienst op in het nieuw opgerichte Luftnachrichtenhelferinnen van de Luftwaffe. Op Fliegerhorst Deelen zijn een paar honderd Luftnachrichtenhelferinnen gestationeerd. Zij werken daar voornamelijk in een speciaal ingerichte bunker, de zogenaamde Diogenesbunker.
De Diogenesbunker
In oktober 1943 is de bouw van een gigantische bunker met de codenaam ‘Diogenes’ op het terrein van Fliegerhorst Deelen voltooid. Met 33.000 kubieke meter gewapend beton is het de grootste bunker van Nederland. In de bunker is de Grossraumgefechtsstand Diogenes 3 JD gevestigd, het hoofdkwartier van de 1ste en later de 3de Nachtjagd Division. Hier worden de gegevens van de zend- en ontvangstinstallaties van allerlei radiostations in West-Europa verzameld en verwerkt. De posities van vijandelijke vliegtuigen worden vervolgens doorgespeeld naar de Duitse nachtjagers die deze vliegtuigen onderscheppen. De Diogenesbunker van Fliegerhorst Deelen heeft daarom als een van de drie grote commandocentra van de Luftwaffe naast de luchtbases in Hamburg en Metz een centrale rol in de Duitse luchtverdediging.
Blitzmädel in actie
Onder leiding van Geschwaderkommodore Wolfgang Falck en Generalleutnant Kurt-Betram von Döring wordt in de Diogenesbunker de luchtverdediging van Nederland en het Ruhrgebied gecoördineerd. Falck wordt bijgestaan door enkele honderden Luftnachrichtenhelferinnen. Er zijn te alle tijden zo’n 400 personen in de Diogenesbunker aanwezig, van wie zeker 40 Luftnachrichtenhelferinnen en een gelijk aantal Jägerleitoffizieren een modern volgsysteem bemannen. Midden in de centrale hal van de bunker, de zogeheten Kampfraum, bevindt zich een groot matglazen scherm van 9 meter hoog en 12 meter breed. Op de kaart is de sector van de luchtverdediging afgebeeld, een gebied lopende van de kust van Nederland tot aan het Ruhrgebied. Aan weerszijden van het semitransparante scherm zijn tribunes opgebouwd van waaruit de luchtverkeersleiding opereert. Aan de ene kant zitten 40 Luftnachrichtenhelferinnen die met schijnwerpers op de kaart schijnen. Met rood licht projecteren zij de bewegende locaties van vijandelijke vliegtuigen op de kaart, terwijl met blauwe, groene of witte lichten de Duitse vliegtuigen worden aangegeven. Aan de andere kant van het scherm zitten de Jägerleitoffizieren die deze informatie verwerken en de Duitse jachtvliegtuigen aansturen.
Grijze muizen
De Luftnachrichtenhelferinnen verblijven in eerste instantie in het meisjespensionaat Sacré Coeur aan de Velperweg in Arnhem. Later wordt op enkele honderden meters van de Diogenesbunker in het Divisionsdorf een legeringsgebouw voor hun ingericht. De aanwezigheid van de Blitzmädel valt op in de omgeving. De vrouwen staan vaak in nette rijen op straat aangetreden voordat zij per bus naar Fliegerhorst Deelen worden gebracht. Net als de andere militairen gaan zij op verlof en zijn vaak in Arnhem en andere steden in de omgeving te vinden. Zij worden in de omgeving van de militaire bases waar zij verbleven in de volksmond vaak ‘grijze muizen’ genoemd naar hun grijze uniformen. Andere benamingen zijn Blitzmädchen en Blitzmädel. Deze bijnamen refereren naar het bliksemsymbool die zij op de mouw van hun uniform droegen. In 1944 wordt de rol van de Blitzmädel in Fliegerhorst Deelen uitgelicht in het Duitse propagandablad Signaal. Op de voorpagina is te zien hoe Luftnachrichtenhelferinnen met schijnwerpers schijnen. Op een andere pagina is zelfs een tekening van de Kampfraum te zien.
Vertrek uit Nederland
Ter voorbereiding op Operatie Market Garden worden de landingsbanen van Fliegerhorst Deelen op 15 augustus en 3 september 1944 zwaar gebombardeerd door de geallieerden. Hoewel de landingsbanen ernstig zijn beschadigd komen de meeste bijgebouwen en de Diogenesbunker ongeschonden uit de bombardementen. Toch besluit de Luftwaffe om de meeste eenheden terug te trekken naar luchtbases die verder van het front verwijderd liggen. Fliegerhorst Deelen wordt in september 1944 grotendeels geëvacueerd en de Luftnachrichtenhelferinnen verlaten de basis. De Duitsers proberen vervolgens om de Diogenesbunker op te blazen. Deze blijkt echter te sterk en alleen het interieur en het volgsysteem wordt vernietigd. Behalve de foto’s van Blitzmädel en de restanten van de Diogenesbunker en het legeringsgebouw in het Divisionsdorf zijn er daarom weinig sporen van deze Blitzmädel rond Deelen terug te vinden.