De volle laag: Philipsfabrieken tijdens de Tweede Wereldoorlog
Tijdens de oorlog zet Duitsland fabrieken van Philips in. Radio’s, transformatoren: ze zijn belangrijk voor de oorlogsvoering. Dat betekent ook dat de fabrieken een belangrijk doelwit zijn voor bombardementen.
Sinterklaasbombardement
Op 6 december 1942 laten vliegtuigen van de Britse luchtmacht (RAF) hun bommen los op Philipsfabrieken in Eindhoven. De Britten willen met Operation Oyster de Duitse radioproductie belemmeren. Omdat het bombardement op zondag plaatsvindt - het bombardement was een aantal dagen uitgesteld vanwege slecht weer - zijn geen van de 15.000 werknemers van Philips aanwezig. Toch verliezen tijdens het ‘Sinterklaasbombardement’ ongeveer 140 burgers het leven.
Operatie Oyster was de Britse codenaam voor een bombardement op de Philipsfabrieken in Eindhoven van de Royal Air Force op 6 december 1942. In Nederland staat het bombardement bekend als het Sinterklaasbombardement. 135 Eindhovenaren kwamen om het leven. De fabrieken waren tot doelwit gekozen vanwege het belang ervan voor de Duitse oorlogsindustrie.
Meer over Operatie OysterDirectie Philips
Als Duitsland Nederland binnenvalt, vlucht de gehele directie naar het buitenland. Frits Philips blijft als enige over en wordt op zijn 35ste al directeur van het bedrijf. Het bedrijf produceert vanaf dat moment in opdracht van Duitsland en komt onder toezicht te staan van ‘verwalters’. Eén van hen is Ludwig Nolte.
Frits was al vroeg betrokken bij de Padvinderij. Eerst als welp en later als verkenner. Aan zijn actieve Scouting leven had hij de aller plezierigste herinneringen en hij zette zich altijd in voor de beweging. Toen in 1940 de Duitsers Nederland binnenvielen vertrok de gehele Philips-top onmiddellijk naar Engeland. Behalve Frits, 35 jaar oud, die de algehele leiding over de fabrieken in Nederland kreeg. Hij kwam in conflict met de bezetter en belandde zelfs van mei 1943 tot september 1943 in het Kamp Vught. In juli 1944 wilde men hem opnieuw arresteren maar hij dook onder en keerde terug in september 1944, een dag nadat Eindhoven bevrijd was. Na de oorlog herleefde Scouting zowel in De Engelse Tuin als op landgoed De Wielewaal. De groepshuizen werden weer in bezit genomen en hersteld met behulp van Philips. Frits woonde op De Wielewaal en daar huisden ook Scouts. Hij zat er als het ware midden in en zo bleef zijn belangstelling en steun voor Scouting behouden. Bron: Vereniging Scouting Nederland. Frits Philips (Eindhoven, 16 april 1905 - Eindhoven, 5 december 2005) was directeur van electronicaconcern Philips. Hij werd aan het begin van de oorlog tot directeur benoemd. Bron: WO2Net Biografieën.
Meer over Frits PhilipsVerwalter Nolte
De medewerkers van Philips hebben een half jaar eerder kennisgemaakt met Verwalter Nolte. Het bedrijf viert in mei 1941 het vijftigjarige bestaan en het personeel ontvangt twee weken extra salaris. De uitgelaten sfeer en spontane Oranjemanifestatie valt niet goed bij verwalter Nolte en er volgt een strenge waarschuwing op het prikbord van het bedrijf.
Verwalters, officieel Verwaltungs-Treuhänder genoemd, waren door de Duitse bezetter aangestelde beheerders van Nederlandse bedrijven. De zogenaamde Liquidationstreuhänder, ook Treuhänder genoemd, hadden als taak om Joodse bedrijven over te nemen en te verkopen. De zogenaamde Verwaltungs-Treuhänder, ook Verwalter genoemd, namen bedrijven onder permanent beheer.
Meer over VerwaltersKamp Vught
Na het Sinterklaasbombardement besluit de bezetter om een deel van de productie van Philips te verplaatsen naar Kamp Vught. Het is de enige keer dat binnen een concentratiekamp in Nederland wordt geproduceerd voor een particulier bedrijf. Gedurende anderhalf jaar werken zo’n 3100 gevangenen bij het ‘Philips-Kommando’.
In tegenstelling tot de andere werk- en verblijfplaatsen in Kamp Vught, was de Philips-werkplaats relatief veilig. Gevangenen hadden voldoende te eten en konden warm en droog werken. Er werden voornamelijk radiobuizen, maar ook knijpkatten geproduceerd.
Het Philips-Kommando was een arbeidscommando in concentratiekamp Vught. Er werkten tussen februari 1943 en juni 1944 Joodse en niet-Joodse gevangenen in relatief beschermde omstandigheden in het grootste arbeidscommando in het kamp dat officieel de Philips Speciale Werkplaats Vught heette. Op 3 juni 1944 werden alle 496 Joodse Philips-gevangenen op transport gesteld naar Auschwitz waar zij op 6 juni 1944 aankwamen.
Meer over Philips-KommandoDachau
In het voorjaar van 1944 worden 250 mannen van het Philips-Kommando naar Dachau afgevoerd. Een week later vertrekt een transport van vijfhonderd personen, met voornamelijk vrouwen, naar Auschwitz. Daar wordt de groep aangemerkt als ‘facharbeiter’, en worden de meesten buiten het kamp tewerk gesteld. De meerderheid kan hierdoor de oorlog overleven.
Interview met Oene Meek, verzetsman en onderdeel van het Philips-Kommando
Bombardement na bevrijding
Op 18 september 1944 bevrijden de geallieerden de lichtstad. Maar na een dag feestvieren verschijnen er plotseling lichtkogels boven de stad en wordt de muziek uit de platenspelers overstemd door het gebrom van motoren. Sommige Eindhovenaren denken aanvankelijk dat het vuurwerk is. Maar het zijn Duitse bommenwerpers.
Verwoesting in een bevrijde stad
Delen van de stad en de Philipsfabrieken worden tijdens dit bombardement opnieuw verwoest. Een van de bommen komt precies op een schuilkelder terecht waar 41 mensen hun heil zoeken. In totaal komen 227 om het leven en raken meer dan 800 mensen gewond.