Maurits Jakobs fietst eind september 1942 midden in de nacht door een pikzwart bos. Hij is zojuist ontsnapt uit het Joodse werkkamp Vledder in Drenthe. Op dat moment weet Jakobs nog niet dat zijn oude kampgenoten een paar dagen later, via Westerbork, naar vernietigingskampen worden gedeporteerd.
Joodse werkkampen
Er bestaan in de Tweede Wereldoorlog circa vijftig Joodse werkkampen zoals het Drentse Vledder. Het werk in de kampen is zwaar, in bijna alle gevallen moet er woeste grond worden ontgonnen. Graven en spitten gebeurt met de hand. De mannen maken lange dagen, van ‘s ochtends zes uur tot zes uur in de avond.
Hulp van binnenuit
Maurits Jacobs weet met behulp van opzichter Willems, die in dienst is van de Nederlandse Heidemaatschappij, te ontsnappen uit Kamp Vledder. Willems heeft bij het zandpad zijn fiets klaargezet. Maar het initiatief voor de ontsnapping komt van Jo Oldenburger, een oud-medewerker van Maurits uit Emmen.
Hij ziet in Amsterdam dat de situatie voor Joden steeds onheilspellender wordt en regelt een onderduikplek voor Maurits en zijn vrouw in Emmen. 's Avonds wacht Jo hem op bij het kamp met een extra fiets. Maurits, die aanvankelijk nog twijfelt, besluit mee te gaan en volgt Jo via het zandpad het donkere bos in.
Werkverruiming
De eerste Joodse mannen worden in januari 1942 vanuit Amsterdam naar de kampen overgebracht. Ze ontvangen daarvoor een oproep van de Joodsche Raad om zich te melden. Na de eerste lichting uit Amsterdam reizen in de maanden daarna nog vele duizenden Joodse mannen uit de grotere steden naar de kampen. Bijna niemand van de zeven- tot achtduizend dwangarbeiders overleeft de Tweede Wereldoorlog.
Geslaagde ontsnapping
Dat geldt niet voor Maurits Jacobs. Zolang hij het rode fietslampje van zijn voorganger Jo Oldenburger maar ziet, dan is het veilig. Dat is de afspraak. Plotseling verdwijnt het lampje uit zicht en Maurits verstopt zich met fiets en al in een sloot. Maar Jo blijkt een bocht om te zijn gegaan. Ze spreken af dichter bij elkaar te blijven.
OORLOGSLEVENS | Daniël Lezer zat in werkkamp Vledder en is 1944 omgekomen.
Meer over OorlogslevensOnderduik
De fietstocht van bijna zeventig kilometer is zwaar voor Maurits, die zeker een jaar niet op een fiets heeft gezeten. Na een lange en pijnlijke tocht komen ze aan op het onderduikadres in Emmen. Het echtpaar Jakobs weet dankzij verschillende onderduikadressen al die tijd onder de radar te blijven. Samen halen ze de bevrijding.
[Verder lezen? Het boek 'Jodenkampen' van Niek van der Oord gaat ook in op de ontsnapping van Maurits Jacobs en is gebruikt als een van de bronnen voor dit artikel.]