
Kon. Industriële Mij. Noury en Van der Lande
Op 25 augustus 1940 werd de meelfabriek getroffen door een gericht Engels bombardement dat grote schade aanrichtte. De fabriek was namelijk gedwongen tarwemeel aan Duitsland te leveren en als zodanig een strategisch doelwit geworden. In de latere oorlogsjaren bleef de meelfabriek gespaard en kreeg zij een belangrijke rol bij de voedselvoorziening. De Oelwerke te Emmerik werden toen door de geallieerden wel als een vijandig object beschouwd. Op 14 juni 1944 werd de oliefabriek bij een aanvalsgolf door een bommenregen voor een groot deel verwoest. Van de 50 aanwezige arbeiders vonden er 22 de dood in het puin en de vlammenzee. J.C.L. van der Lande maakte dit niet meer mee; hij overleed op 20 februari 1943. Enkele personeelsleden van NL moesten hun aktieve deelname aan verzetshandelingen met de dood bekopen: zij werden als saboteurs terechtgesteld. Bij de bevrijding van de omgeving van Roermond zagen de wegvluchtende Duitsers nog kans op 28 februari 1945 de waterkrachtcentrale van de ECI op te blazen. Pas op 10 mei 1948 kon de herbouwde centrale weer in gebruik genomen worden.
- Kon. Industriële Mij. Noury en Van der Lande
- Stadsarchief en Athenaeumbibliotheek Deventer (SAB)
- Archief
- Archief 881
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer