De valse noot

Frans Schokking, tijdens de Tweede Wereldoorlog burgemeester van Hazerswoude, werd destijds als zodanig betrokken bij de arrestatie van de Joodse familie Pinto. Hoewel hij pogingen had gedaan te familie te laten ontkomen, was dit door een samenloop van omstandigheden niet gelukt. De familie werd gedeporteerd en kwam uiteindelijk om. Schokking maakte na de oorlog geen geheim van deze ongelukkige gebeurtenis, waarin hem, zo bleek uit onderzoeken, niets te verwijten viel. Er was dan ook geen bezwaar hem op 27 oktober 1949 tot burgemeester van Den Haag te benoemen. Een deel van de burgerij was echter niet tevreden over zijn beleid, onder meer t.a.v. enkele politiefunctionarissen met een dubieus oorlogsverleden. Dit werd in verband gebracht met de affaire met de Joodse familie. Twee journalisten van het Haagsch Dagblad namen hem in deze krant op 1 februari 1956 onder vuur door deze affaire op te rakelen. Een commissie, ingesteld door minister Beel, moest onderzoeken of Schokking als burgemeester kon worden gehandhaafd. Deze commissie sprak zich hierover positief uit. De negatieve artikelen in de pers hielden echter aan en Schokking nam vrijwillig ontslag in juli 1956.