Dagboek met bijlagen Wijngaarden, mw. Ali van
Het is september 1944, de eerste Engelse tanks rijden door Eindhoven en de mensen staan in het oranje langs de straat om ze te verwelkomen. De auteur, achter in de twintig, neemt parachutisten mee naar haar versierde huis. De Duitse stellingen in de buurt worden onder vuur genomen door overvliegende jagers. Het spoorwegpersoneel staakt. Bij Son en Best landen parachutisten. Op straat heerst grote drukte. Bij een Duits bombardement 19 september 1944 ontstaat veel schade en is er geen licht en water. 's Avonds komen vliegtuigen in golven over de stad. Uit veiligheidsoverwegingen slaapt ze buiten de stad in een boerenschuur vol bedden. Allerlei tegengestelde geruchten doen de ronde. Met geallieerde militairen praat ze over de toestand aan het font. Zij zijn bevrijd, maar ze vraagt zich af hoe ze het thuis in Utrecht hebben. Ze gaat weer aan het werk bij Philips waar ze woningen toewijst meestal aan door bombardementen dakloos geworden mensen. Nog steeds doen de Duitsers pogingen om door te breken. Bij Arnhem wordt hevig gevochten. Eind september durft ze weer thuis te slapen. Ze vergelijkt de slechte voedselpositie in Amsterdam met de toestand in Eindhoven, waar je vrolijke muziek en gelach op straat hoort. Walcheren loopt onder water. Van mensen die er geweest zijn, hoort ze dat de toestand in Nijmegen levensgevaarlijk is. in Asten worden boerderijen in brand gestoken. Eindhoven zit vol evacués, de meesten uit de Betuwe. In Frankrijk is de toestand chaotisch. Tijdens het volksdansen met de Engelsen moet ze steeds aan het bezette deel van Nederland denken, waar gevochten wordt of honger wordt geleden. De Engelsen vaak jong, zijn vaak doodop van het vechten. "We are here, because we have to be here". Sommigen hebben al in Afrika en Italië gevochten. Er is veel te snoepen, zalm, kaas, corned beef en marmelade. Ze ziet haar eerste Engelse film.Bij een fietstocht met een vriendin krijgt ze van een boer 20 kilo aardappelen. Onderweg komt ze veel vluchtelingen tegen en ziet ze verwoestingen. Aangekomen in Weert ontploffen de granaten boven hun hoofden. Ze kunnen ergens binnen vluchten. Verder fietsend komen ze geallieerde tanks tegen en bij mitrailleurvuur duiken ze in een greppel. Ze hoort dat de Duitsers bij Venlo zijn doorgebroken en is bang dat ze terug zullen komen. 15 November 1944 verhuist ze naar een kamer met verwarming. Ze mogen nu tot half 11 buiten blijven. Ze gaat bij Tommy’s, die ze ontmoet, langs. 7 November is het officiersbal van de Royal Canadian Airforce, waarvoor ze met 30 anderen wordt opgehaald. De militairen zijn niet erg enthousiast en drinken liever dan dat ze dansen. Er is veel te eten.
- mw. Ali vanWijngaarden
- Oorlogsdagboeken
- Geheugen van Nederland
- Dagboek
- EVDO01:MMNIOD01-244_1555-2
- dagboeken
- oorlogsdagboeken
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer