Ga direct naar: Hoofdnavigatie
Ga direct naar: Inhoud
Alle bronnen

Sociale Raad te Haarlem

1913 - 1965

Lijst van geraadpleegde literatuur: -Armenwet 1912 De armenraad: Geschiedenis van het archief: Er zijn geen stukken aanwezig die aangeven hoe dit archief in het gemeentearchief terecht gekomen is. In de notulen van het bestuur van de voorlaatste vergadering is te lezen dat men het niet eens is over wat er met het archief moet gebeuren. Enkele leden vinden dat het vernietigd moet worden. Anderen vrezen dat men dan waardevolle historische en sociologische stukken zal vernietigen. Er wordt besloten dat men de registrator van de gemeente om advies zal vragen, te meer daar men weet dat de gemeentearchivaris belangstelling heeft voor het archief en dat hij tegen vernietiging is. Bij de laatste bijeenkomst van het bestuur in december 1964 wordt besloten in ieder geval de persoonsdossiers aan B & W over te dragen. Meer dan de helft van het archief wordt in beslag genomen door de persoonsdossiers. Deze zijn numeriek gerangschikt (meer dan 30.000). Er is een toegang op nummer en op naam. Voor de vervallen nummers is een register bijgehouden. Nummers kunnen om meerdere redenen vervallen: bij overlijden van de betreffende persoon is het dossier waarschijnlijk vernietigd, bij verhuizing uit de gemeente is het nagezonden en bij huwelijk worden de dossiers van de echtelieden, indien van beiden een aanwezig is, samengevoegd. Dit register van inlichtingen bevat zowel dossiers van steunvragenden als van onderhoudsplichtigen. Ook de Commissie samenwerking bijzondere noden maakt gebruik van deze persoonsdossiers, maar legt onder hetzelfde nummer wel een eigen dossier aan van de hulpvragende. Een ander gedeelte van het archief bestaat uit de zogenaamde A-dossiers. Er is een register dat overzicht geeft van nummering. Het is een weinig systematische ordening van: - stukken betreffende de instellingen van weldadigheid - apart gehouden correspondentie met één bepaalde correspondent - vele mappen "diversen" waarin allerlei stukken betreffende het functioneren van de armenraad aangetroffen werden. Verantwoording inventarisatie: De ordening van het register nummering A-dossiers is niet gehandhaafd, omdat er geen enkel systeem in aanwezig was. De zuivere instellingendossiers zijn intact gelaten en zoveel mogelijk aangevuld met de in de correspondentie en andere dossiers ("diversen") aangetroffen stukken van de betreffende instelling. Ze zijn alfabetisch gerangschikt. Gezien het verwachte gebruik van het archief is er een splitsing gemaakt tussen Haarlemse en niet-Haarlemse instellingen. De correspondentie met de afzonderlijke correspondenten is bij de series correspondentie beschreven en de dossiers van het bestuur zijn bij bestuurszaken geplaatst. De stukken van de Commissie van onderhoudsplicht, van de Commissie samenwerking bijzondere noden en van de Contactcommissie zijn als afzonderlijke archieven behandeld. De stukken van deze commissies zijn namelijk steeds strikt gescheiden gehouden van die van de armenraad, alleen de uiteindelijke jaarcijfers van het financiële beheer komen gezamenlijk in één kas-, bank- en giroboek te staan. Volgende argumenten om de stukken van deze commissies als afzonderlijk archief te behandelen zijn, dat ze eigen notulen en eigen correspondentie hebben en de lange duur van hun bestaan. In een aparte afdeling zijn de stukken opgenomen die de secretaris a titre personnel ontving. Hij werd namelijk nogal eens gevraagd zitting te nemen in een bestuur en had bemoeienis met allerlei instellingen op het terrein van de sociale zorg. De commissie van onderhoudsplicht en verhaal van verleende onderstand: Een van de taken van de armenraad is verhaal van verleende onderstand te halen bij diegenen die krachtens de wet verplicht zijn de armlastige te onderhouden. De armenraad in Haarlem heeft daarvoor in 1923 een commissie in het leven geroepen en de secretaris van de armenraad als voorzitter van deze commissie benoemd. Tot de opheffing van de armenraad heeft deze commissie zijn werk gedaan. Familieleden van een ondersteunde hebben de plicht bij te dragen in de kosten van onderhoud, maar aangezien dat in de meeste gevallen niet spontaan gebeurt, komt deze commissie verhaal halen namens de gemeente of de instelling die onderstand verleend heeft. Vanzelfsprekend gaat dat niet gemakkelijk om meerdere redenen: er is ruzie met het betreffende familielid, de bijdrage wordt te hoog gevonden met betrekking tot het eigen inkomen en ook gewoon het niet willen bijdragen. De armenraad kan via de kantonrechter iemand dwingen bij te dragen en dat komt ook voor. Vaak helpt het dreigen met een proces voor het kantongerecht om een onwillig familielid tot betalen te brengen. Ook via looninhouding worden mensen gedwongen hun onderhoudsplicht te vervullen. Natuurlijk lukt het niet altijd om het gehele bedrag van de ondersteuning op deze manier terug te krijgen. In hoeverre de commissie succes had in de uitvoering van zijn taak staat steeds in het jaarverslag van de armenraad vermeld. Het innen van dit geld geschiedt op verschillende manieren. Zoals al vermeld via looninhouding. Soms wordt wekelijks, maandelijks of per kwartaal het geld overgemaakt op de rekening van de armenraad, die zorgt dat het wekelijks bij de betreffende persoon komt. Er zijn ook mensen die het komen brengen, maar een groot gedeelte wordt aan huis opgehaald. Er is een loper in dienst die op een vaste dag in de week het geld komt ophalen bij de onderhoudsplichtigen. Het gaat in de meeste gevallen om kleine bedragen. De commissie samenwerking bijzondere noden: De armenraad heeft in 1939 deze commissie opgericht, die evenals de vorige is blijven bestaan tot de opheffing van de armenraad. Het werk van deze commissie is vermoedelijk eerder door de armenraad zelf verricht, want er is een register van inkomsten en uitgaven vanaf 1936. De commissie werkte als volgt: een persoon klopt bij een instelling aan voor financiële hulp voor een extra voorziening waar men zelf geen geld voor heeft. Het gaat altijd om mensen met een handicap. Ze vragen om bijvoorbeeld aangepast schoeisel, een nieuwe rolstoel, een radio voor een blinde, later zelfs een aangepaste auto of voorzieningen in hun huis. Instellingen hebben daar niet altijd voldoende geld voor, soms zelfs helemaal niet. Om zo iemand toch ter wille te zijn gaat iemand van de instelling overleggen met deze commissie. De commissie, die zelf geen geld heeft, legt het geval voor aan het Nationaal fonds bijzondere noden. Dit fonds bekijkt of, en hoeveel geld men geven zal. Dat is niet steeds het hele bedrag dat gevraagd wordt. Zo niet, dan richt de commissie zich tot een particulier fonds voor het restant. Op deze manier komt het benodigde bedrag meestal wel bij elkaar. In de tweede wereldoorlog worden twee leden van de commissie zonder opgaaf van redenen door de gemeente vervangen door de NSB wethouder. Als antwoord hierop, na veel protest overigens, stelt de armenraad de Contactcommissie in, naast de Commissie samenwerking bijzondere noden. Het Nationaal fonds bijzondere noden schenkt deze Contactcommissie een groot geldbedrag. Als het Nationaal fonds in 1943 wordt opgeheven kunnen de plaatselijke commissies van samenwerking er niet meer op terug vallen en ze verdwijnen. De Contactcommissie, die het in het vervolg moet hebben van plaatselijke fondsen, blijft bestaan tot 1949 en doet hetzelfde werk als de Commissie samenwerking bijzondere noden. Deze wordt in 1949 heropgericht. Aanwijzing voor het gebruik: Om de privacy te waarborgen van nog in leven zijnde personen, van wie mogelijk gegevens in dit archief voorkomen, zijn de hieronder vermelde stukken slechts te raadplegen na machtiging van de gemeentearchivaris. Een belangrijke bron van informatie zijn de jaarverslagen. Helaas zijn ze in geen onderdeel van dit archief, maar wel te vinden in de bibliotheek van het Noord-Hollands Archief (Toegang 300. Inventarisnummer 4818). Hierin vindt u uitgebreide gegevens over het functioneren van de armenraad, statistische gegevens over het armwezen, de werkloosheid en de werkloosheidsbestrijding. De jaarverslagen bevatten tevens verslagen van de Commissie onderhoudsplicht en de Commissie samenwerking bijzondere noden. In de bibliotheek van het Noord-Hollands Archief bevinden zich tevens alle jaargangen van De Saembinder van 1947-1961 (Toegang 3000 Inventarisnummer 4810), er ontbreken slechts enkele exemplaren. Het archief is openbaar met uitzondering van de volgende nummers: inv.nrs. 387-398 Cliëntendossiers van door de armenraad ondersteunden inv.nr. 453. Correspondentie van het comité bijzondere noden alfabetisch op cliënt Deze zijn tot 75 jaar na dato van de stukken slechts in te zien met machtiging van de gemeentearchivaris.

Thema's
Collectie
  • Archieven Noord-Hollands Archief
Type
  • Archief
Identificatienummer van Noord-Hollands Archief
  • 1472
Trefwoorden
  • Categorie
  • Welzijn en Sociale zorg
  • Financiën
Disclaimer over kwetsend taalgebruik

Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer

Ontvang onze nieuwsbrief
De Oorlogsbronnen.nl nieuwsbrief bevat een overzicht van de meest interessante en relevante onderwerpen, artikelen en bronnen van dit moment.
WO2NETMinisterie van volksgezondheid, welzijn en sportVFonds
Contact

Vijzelstraat 32
1017 HL Amsterdam

info@oorlogsbronnen.nlPers en media
Deze website is bekroond met:Deze website is bekroond met 3 DIA awardsDeze website is bekroond met 4 Lovie awards