Mirjam Sophie Bolle-Levie: Dagboek in de vorm van brieven met losliggende bijlagen (getypte en handgeschreven tekst op losse vellen en handgeschreven tekst in 3 schriftjes)
De auteur, die gewerkt heeft bij het Comité Joodse Vluchtelingen, is secretaresse van de Joodse Raad in Amsterdam. Ze is zioniste. Haar toekomstige echtgenoot is in 1938 naar Palestina gegaan. Ze vertelt hoe de oorlog zich tot dan toe heeft ontwikkeld in Nederland. Café's, bioscopen, tram, trein en parken zijn voor joden verboden en joodse ambtenaren zijn ontslagen. Er zijn opstootjes met NSB'ers. Joden moeten naar werkkampen, een ster dragen, er zijn razzia's en er is een algemene evacuatie naar Amsterdam. De avondklok is ingesteld en er zijn transporten. Als medewerkster bij de JR heeft ze een vrijstelling, maar angst voor de toekomst blijft. Familie en vrienden rondom haar worden opgehaald. Er is clandestiene handel, het bevolkingsregister wordt opgeblazen en de artsen staken. Juni 1943 wordt ook zij opgepakt en met een groot transport in beestenwagens vervoerd naar Westerbork. Daar volgt registratie en moet ze haar persoonsbewijs inleveren. Ze heeft een Palestina-certificaat en zodoende een Sperre. Huisvesting is in barakken, ze slapen in bedden boven elkaar. De toiletten zijn smerig. In de barak wordt eten uitgedeeld en is een washok. Ze beschrijft de inrichting van het kamp en de dagindeling. Veel kennissen gaan op transport naar Polen. De verhouding tussen de Duitse en de Nederlandse joden is slecht. Ze werkt op de school, soms tijdelijk in de buitendienst. Ze gaat een keer met verlof naar Amsterdam. September 1943 gaat het gerucht dat het hele kamp opgeheven wordt, dus dat iedereen op transport zal gaan. Daarna zit ze te wachten. Een aangekondigde Palestina-uitwisseling gaat niet door. Joodse feestdagen worden in ere gehouden. Op 11 januari 1944 wordt ze met haar familie in een propvolle personentrein op transport gezet naar Bergen-Belsen (Celle). Hierbij komen ze langs Bremen, dat een puinhoop is. In Celle volgt weer registratie en moet ze haar geld afgeven. De auteur, die gewerkt heeft bij het Comité Joodse Vluchtelingen, is secretaresse van de Joodse Raad in Amsterdam. Ze is zioniste. Haar toekomstige echtgenoot is in 1938 naar Palestina gegaan. Ze vertelt hoe de oorlog zich tot dan toe heeft ontwikkeld in Nederland. Café's, bioscopen, tram, trein en parken zijn voor joden verboden en joodse ambtenaren zijn ontslagen. Er zijn opstootjes met NSB'ers. Joden moeten naar werkkampen, een ster dragen, er zijn razzia's en er is een algemene evacuatie naar Amsterdam. De avondklok is ingesteld en er zijn transporten. Als medewerkster bij de JR heeft ze een vrijstelling, maar angst voor de toekomst blijft. Familie en vrienden rondom haar worden opgehaald. Er is clandestiene handel, het bevolkingsregister wordt opgeblazen en de artsen staken. Juni 1943 wordt ook zij opgepakt en met een groot transport in beestenwagens vervoerd naar Westerbork. Daar volgt registratie en moet ze haar persoonsbewijs inleveren. Ze heeft een Palestina-certificaat en zodoende een Sperre. Huisvesting is in barakken, ze slapen in bedden boven elkaar. De toiletten zijn smerig. In de barak wordt eten uitgedeeld en is een washok. Ze beschrijft de inrichting van het kamp en de dagindeling. Veel kennissen gaan op transport naar Polen. De verhouding tussen de Duitse en de Nederlandse joden is slecht. Ze werkt op de school, soms tijdelijk in de buitendienst. Ze gaat een keer met verlof naar Amsterdam. September 1943 gaat het gerucht dat het hele kamp opgeheven wordt, dus dat iedereen op transport zal gaan. Daarna zit ze te wachten. Een aangekondigde Palestina-uitwisseling gaat niet door. Joodse feestdagen worden in ere gehouden. Op 11 januari 1944 wordt ze met haar familie in een propvolle personentrein op transport gezet naar Bergen-Belsen (Celle). Hierbij komen ze langs Bremen, dat een puinhoop is. In Celle volgt weer registratie en moet ze haar geld afgeven.
- Collectie 244: Europese dagboeken en egodocumenten
- Dagboek in de vorm van brieven met losliggende bijlagen (getypte en handgeschreven tekst op losse vellen en handgeschreven tekst in 3 schriftjes)
- 1480
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer
