jhr. L.J. Quarles van Ufford: Mijn verblijf in Duitsland 14 januari - 14 juni 1945 Causerie en uitgewerkt dagboek
De auteur weigert als student de loyaliteitsverklaring te ondertekenen en duikt onder bij zijn grootmoeder in Heemstede. Hij vindt een baan bij het Rijksbureau van Voedsel in Den Haag en krijgt een Ausweis. Dan duikt hij onder in Leiden. De fiets is zijn vervoermiddel. Hij wordt in Weesp op 14 januari 1945 bij een razzia gearresteerd en naar Amsterdam gebracht. Vandaar gaat het verder naar een onbekende bestemming. Na zestig uur komt hij aan in Breslau, een doorgangskamp. Hij moet werken bij de Duitse spoorwegen. In de aankomstbarak brandt een kachel en er is soep. Daar volgt naakt ontluizing en registratie. Hij krijgt een warme douche. Zijn kleren gaan door een heteluchtoven. Maar in de slaapbarak met kachel en licht staan houten kribben boven elkaar en zijn wandluizen. De volgende dag, na medische keuring, wordt hij weer in een trein gestopt met eindbestemming Frankenstein. Het is koud buiten en na een dag staat hij nog steeds in Breslau in de volgeladen trein. Er wordt gerangeerd en er passeren treinen vol vluchtelingen. In het kamp in Frankenstein aangekomen zijn zit-, eet- en slaapzalen en ijzeren stapelbedden. Het is er schoon en warm. Hij wordt tolk en gaat boodschappen doen in de stad, doet administratie en begeleidt de dokter als vertaler. De bevolking van Frankenstein behandelt hen vriendelijk, helpt hen met eten en kleren. Hij voert lange gesprekken met de dominee van de kerk. Eind februari 1945 vertrekt ongeveer de helft naar Erfurt. De Russen komen dichterbij en trekken soms al door de stad. Hij moet gewonden van de auto in de trein hijsen. 7 Mei 1945 wordt hij op de trein naar het westen gezet en als er gevechten ontstaan vlucht hij terug naar het kamp, naar de kelder. Een in het kamp opgenomen Rus zorgt ervoor dat hij wordt herkend als Nederlander en hij wordt met rust gelaten door de stelende Russen. De auteur weigert als student de loyaliteitsverklaring te ondertekenen en duikt onder bij zijn grootmoeder in Heemstede. Hij vindt een baan bij het Rijksbureau van Voedsel in Den Haag en krijgt een Ausweis. Dan duikt hij onder in Leiden. De fiets is zijn vervoermiddel. Hij wordt in Weesp op 14 januari 1945 bij een razzia gearresteerd en naar Amsterdam gebracht. Vandaar gaat het verder naar een onbekende bestemming. Na zestig uur komt hij aan in Breslau, een doorgangskamp. Hij moet werken bij de Duitse spoorwegen. In de aankomstbarak brandt een kachel en er is soep. Daar volgt naakt ontluizing en registratie. Hij krijgt een warme douche. Zijn kleren gaan door een heteluchtoven. Maar in de slaapbarak met kachel en licht staan houten kribben boven elkaar en zijn wandluizen. De volgende dag, na medische keuring, wordt hij weer in een trein gestopt met eindbestemming Frankenstein. Het is koud buiten en na een dag staat hij nog steeds in Breslau in de volgeladen trein. Er wordt gerangeerd en er passeren treinen vol vluchtelingen. In het kamp in Frankenstein aangekomen zijn zit-, eet- en slaapzalen en ijzeren stapelbedden. Het is er schoon en warm. Hij wordt tolk en gaat boodschappen doen in de stad, doet administratie en begeleidt de dokter als vertaler. De bevolking van Frankenstein behandelt hen vriendelijk, helpt hen met eten en kleren. Hij voert lange gesprekken met de dominee van de kerk. Eind februari 1945 vertrekt ongeveer de helft naar Erfurt. De Russen komen dichterbij en trekken soms al door de stad. Hij moet gewonden van de auto in de trein hijsen. 7 Mei 1945 wordt hij op de trein naar het westen gezet en als er gevechten ontstaan vlucht hij terug naar het kamp, naar de kelder. Een in het kamp opgenomen Rus zorgt ervoor dat hij wordt herkend als Nederlander en hij wordt met rust gelaten door de stelende Russen. In bijlage III staat een namenlijst van de bevolking van het Lager, d.d. 22 januari 1945
- Collectie 244: Europese dagboeken en egodocumenten
- Verslag, tekst originele dagboek en III bijlagen met losse bijlagen (computeruitdraai)
- 1672
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer