Petronella Dozy: Het oorlogsdagboek van Mej. P. Dozy. Groesbeek (Ravenstein) mei 1940 - 1953
De auteur vertelt over de dagelijkse gebeurtenissen en de gevolgen van de oorlog in de buurt en heeft omgang met veel vrienden en familie door heel Nederland. Ze komt uit hogere kringen. Op haar reizen langs steden in Nederland noteert ze aangerichte vernielingen. Ze komt langs het gebied rond de Grebbeberg, ziet de gevolgen van bombardementen. Door gesprekken met bekenden komt ze veel te weten. De angst en onzekerheid van Joden begrijpt ze, want ze hoort dat ze opgepakt worden. Langs Westerbork komend ziet ze uitkijktorens. De gevolgen van de door de Duitsers genomen maatregelen laat ze zien met zelf meegemaakte voorbeelden. Ze geeft niet aan de Winterhulp. Ze vertelt waartegen men protesteert en hoe men gestraft wordt. Het paleis in Doorn wordt door haar bezocht, als de keizer, die er woonde, net is overleden. Bijna over ieder onderwerp en over zeer veel plaatsen weet ze dingen te vertellen. Als de geallieerden naderen richt de familie een schuilplaats in de kelder in. Wanneer ze werkelijk bevrijd zijn hijsen ze op het grote grasveld voor het huis de vlag. De wijnkelder wordt geplunderd. Ook over de periode na de oorlog, over de omgang met de bevrijders en het herstel van het dagelijkse leven in de buurt wordt veel opgeschreven en komt men veel te weten. (Op ongeveer bladzijde 150 is de oorlog afgelopen, maar de auteur is tot 1953 blijven schrijven) De auteur vertelt over de dagelijkse gebeurtenissen en de gevolgen van de oorlog in de buurt en heeft omgang met veel vrienden en familie door heel Nederland. Ze komt uit hogere kringen. Op haar reizen langs steden in Nederland noteert ze aangerichte vernielingen. Ze komt langs het gebied rond de Grebbeberg, ziet de gevolgen van bombardementen. Door gesprekken met bekenden komt ze veel te weten. De angst en onzekerheid van Joden begrijpt ze, want ze hoort dat ze opgepakt worden. Langs Westerbork komend ziet ze uitkijktorens. De gevolgen van de door de Duitsers genomen maatregelen laat ze zien met zelf meegemaakte voorbeelden. Ze geeft niet aan de Winterhulp. Ze vertelt waartegen men protesteert en hoe men gestraft wordt. Het paleis in Doorn wordt door haar bezocht, als de keizer, die er woonde, net is overleden. Bijna over ieder onderwerp en over zeer veel plaatsen weet ze dingen te vertellen. Als de geallieerden naderen richt de familie een schuilplaats in de kelder in. Wanneer ze werkelijk bevrijd zijn hijsen ze op het grote grasveld voor het huis de vlag. De wijnkelder wordt geplunderd. Ook over de periode na de oorlog, over de omgang met de bevrijders en het herstel van het dagelijkse leven in de buurt wordt veel opgeschreven en komt men veel te weten. (Op ongeveer bladzijde 150 is de oorlog afgelopen, maar de auteur is tot 1953 blijven schrijven) In een inleiding en verantwoording vertelt een familielid van de auteur, ir.P.H.H. Scharp, die de computeruitdraai heeft gemaakt, hoe hij verschillende teksten van mevrouw Dozy bijeengevoegd heeft tot één verhaal. De verschillende teksten hebben een eigen naam gehouden. In de bijlagen staan verantwoording en nummering, de familiegegevens, verklaarde gebruikte afkortingen en geografische gegevens. Onduidelijk blijft op welk moment de teksten zijn geschreven
- Collectie 244: Europese dagboeken en egodocumenten
- Een mengsel van dagboek, verhaal en herinneringen met bijlagen (computeruitdraai)
- 1675
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer