B.A.de Rek: Herinneringen aan een nachtmerrie, die jammer genoeg geen nachtmerrie was
Opgepakt bij de razzia in november 1944 in Rotterdam wordt de auteur per boot naar Amsterdam gebracht. Het is benauwd in het ruim, er wordt gerookt. Hij zit door plaatsgebrek met opgetrokken knieën. Ondanks alles is de stemming goed, wordt er gezongen. In Amsterdam is brood met kaas en zuurkool te eten en vandaar gaat de tocht verder over het IJsselmeer. Bij het Keteldiep (bij Zwolle) stapt hij uit, loopt verder naar Wezep, terwijl langs de weg staande burgers hen met voedsel overladen. Met 9 anderen slaapt hij in een ruimte met 3 bedden en stro op de grond. Er is geen licht, wel eten. Messen moeten ingeleverd worden. 21 November gaat hij per trein via Groningen en Osnabrück naar Bentheim, waar hij overnacht en eet in een hotel. De tocht duurt 31 uur. Na Bentheim, waar hij werkt, gaat hij naar het 5 kilometer gelegen Schüttorf, waar hij slaapt in een school. Er zijn Chinezen in de groep. Er wordt gewerkt aan tankwallen en loopgraven. Uit Nederland ontvangt hij een pakketje met scheergerei en kleding. De feestdagen, eind december, zijn vrij en er is extra eten. Als het hard vriest, moet hij ander werk doen in Isenberg. Zijn horloge en sigaretten ruilt hij voor brood. Als de groep wordt opgesplitst gaat hij tijdelijk naar het front bij Saarbrücken, maar keert al gauw terug. Eten is onregelmatig. Hij moet sneeuw ruimen en hout hakken. Hij verhuist naar Kirchschule, daarna per trein naar Nordhorn. Ziek geworden hoeft hij tijdelijk niet te werken en 21 januari 1945 gaat de tocht per bus via Rhede naar Vardingsholt. Begin februari 1945 is hij weer opgeknapt. Er is nu dagelijks eten. Na een dag werken gaat hij op transport per trein naar Keulen, waar hij slaapt in een werkplaats. De tocht gaat meestal lopend verder via vele plaatsen, waar hij soms enkele dagen werkt. Ze mogen een keer aardappelen zoeken op een bouwland. Met gestolen boerenkool erbij maakt een Duitse vrouw stamppot voor hem. Onderweg komt hij Duitse soldaten op terugtocht tegen en vluchtende Duitsers. Opgepakt bij de razzia in november 1944 in Rotterdam wordt de auteur per boot naar Amsterdam gebracht. Het is benauwd in het ruim, er wordt gerookt. Hij zit door plaatsgebrek met opgetrokken knieën. Ondanks alles is de stemming goed, wordt er gezongen. In Amsterdam is brood met kaas en zuurkool te eten en vandaar gaat de tocht verder over het IJsselmeer. Bij het Keteldiep (bij Zwolle) stapt hij uit, loopt verder naar Wezep, terwijl langs de weg staande burgers hen met voedsel overladen. Met 9 anderen slaapt hij in een ruimte met 3 bedden en stro op de grond. Er is geen licht, wel eten. Messen moeten ingeleverd worden. 21 November gaat hij per trein via Groningen en Osnabrück naar Bentheim, waar hij overnacht en eet in een hotel. De tocht duurt 31 uur. Na Bentheim, waar hij werkt, gaat hij naar het 5 kilometer gelegen Schüttorf, waar hij slaapt in een school. Er zijn Chinezen in de groep. Er wordt gewerkt aan tankwallen en loopgraven. Uit Nederland ontvangt hij een pakketje met scheergerei en kleding. De feestdagen, eind december, zijn vrij en er is extra eten. Als het hard vriest, moet hij ander werk doen in Isenberg. Zijn horloge en sigaretten ruilt hij voor brood. Als de groep wordt opgesplitst gaat hij tijdelijk naar het front bij Saarbrücken, maar keert al gauw terug. Eten is onregelmatig. Hij moet sneeuw ruimen en hout hakken. Hij verhuist naar Kirchschule, daarna per trein naar Nordhorn. Ziek geworden hoeft hij tijdelijk niet te werken en 21 januari 1945 gaat de tocht per bus via Rhede naar Vardingsholt. Begin februari 1945 is hij weer opgeknapt. Er is nu dagelijks eten. Na een dag werken gaat hij op transport per trein naar Keulen, waar hij slaapt in een werkplaats. De tocht gaat meestal lopend verder via vele plaatsen, waar hij soms enkele dagen werkt. Ze mogen een keer aardappelen zoeken op een bouwland. Met gestolen boerenkool erbij maakt een Duitse vrouw stamppot voor hem. Onderweg komt hij Duitse soldaten op terugtocht tegen en vluchtende Duitsers. De computeruitdraai is door de zoon van de auteur gemaakt aan de hand van een door zijn vader bijgehouden dagboek.
- Collectie 244: Europese dagboeken en egodocumenten
- Dagboek (computeruitdraai)
- 1703
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer