Ga direct naar: Hoofdnavigatie
Ga direct naar: Inhoud
Alle bronnen

Matthieu Merian: Herinneringen (op doorslagpapier getypte bladzijden, ingebonden met raffia. Het roze versierde kaft is gemaakt door Nanni Mauch)

De auteur is kapitein en frontsoldaat in het Duitse leger. Hij schrijft achteraf over zijn belevenissen tijdens de oorlog, die beginnen bij de inval in België. Hij vertelt over de andere landen waar hij doorheen trekt en bij wie of waar hij ingekwartierd wordt. Hij schrijft met veel aandacht over mooie gebouwen en monumenten waar hij op zijn tochten langs komt. Vaak kent hij de geschiedenis. Tussen de bevolking van ieder land ziet hij verschillen en noteert hun eigenaardigheden die hem opvallen. Hij heeft zijn eigen opvattingen over het soldaat zijn en ziet dat het verschil in rang de onderlinge verhouding bepaalt. Zo nu en dan citeert hij een gedicht. Hij is inmiddels piloot en vliegt over de Alpen naar Italië. Dit is volgens hem het mooiste land, maar hij zegt: "Es sind nur zu viele Italiener drinnen". Over gevechten vertelt hij als iemand die ze zelf uitvoert en meemaakt. Een tijd brengt hij door op Sicilië. Veel wordt over de Italiaanse bevolking en het leger verteld en hij waarschuwt voor de opgewonden aard van de Sicilianen. Vanaf juni 1941 zit hij in Rusland, bouwt bunkers en voert vluchten uit. Hij vertelt als vlieger en uitvoerder van een bombardement. Hoe dit boven Minsk mislukt en hoe hij neergeschoten wordt. Hij doet alsof hij Fransman is en vraagt om eten. Bij een aanval vlucht hij de bossen in, waar hij zijn kameraden terugvindt. Hij vertelt over verdere gevechten. Voor de Russen heeft hij niet veel goeds over. Ze zijn smerig en in lompen gekleed volgens hem. In Kalinin ziet hij lijken aan lantarenpalen hangen. Bij een aanval wordt hij gevangen genomen en in een kleine kerk opgesloten, die de Russen als kazerne gebruikten. Naast de kerk staat de keuken. Twee maal daags is er warm eten. Hij moet werken en heeft nu een tent als onderkomen. Een gestolen petroleumlamp dient als verlichting. In het gebombardeerde dorp staan niet veel huizen meer overeind. De auteur is kapitein en frontsoldaat in het Duitse leger. Hij schrijft achteraf over zijn belevenissen tijdens de oorlog, die beginnen bij de inval in België. Hij vertelt over de andere landen waar hij doorheen trekt en bij wie of waar hij ingekwartierd wordt. Hij schrijft met veel aandacht over mooie gebouwen en monumenten waar hij op zijn tochten langs komt. Vaak kent hij de geschiedenis. Tussen de bevolking van ieder land ziet hij verschillen en noteert hun eigenaardigheden die hem opvallen. Hij heeft zijn eigen opvattingen over het soldaat zijn en ziet dat het verschil in rang de onderlinge verhouding bepaalt. Zo nu en dan citeert hij een gedicht. Hij is inmiddels piloot en vliegt over de Alpen naar Italië. Dit is volgens hem het mooiste land, maar hij zegt: "Es sind nur zu viele Italiener drinnen". Over gevechten vertelt hij als iemand die ze zelf uitvoert en meemaakt. Een tijd brengt hij door op Sicilië. Veel wordt over de Italiaanse bevolking en het leger verteld en hij waarschuwt voor de opgewonden aard van de Sicilianen. Vanaf juni 1941 zit hij in Rusland, bouwt bunkers en voert vluchten uit. Hij vertelt als vlieger en uitvoerder van een bombardement. Hoe dit boven Minsk mislukt en hoe hij neergeschoten wordt. Hij doet alsof hij Fransman is en vraagt om eten. Bij een aanval vlucht hij de bossen in, waar hij zijn kameraden terugvindt. Hij vertelt over verdere gevechten. Voor de Russen heeft hij niet veel goeds over. Ze zijn smerig en in lompen gekleed volgens hem. In Kalinin ziet hij lijken aan lantarenpalen hangen. Bij een aanval wordt hij gevangen genomen en in een kleine kerk opgesloten, die de Russen als kazerne gebruikten. Naast de kerk staat de keuken. Twee maal daags is er warm eten. Hij moet werken en heeft nu een tent als onderkomen. Een gestolen petroleumlamp dient als verlichting. In het gebombardeerde dorp staan niet veel huizen meer overeind. Het boekje is waarschijnlijk uitgetypt door Tita Merian (zie tussengevoegde opmerking op bladzijde 68)

Collectie
  • Collectie 244: Europese dagboeken en egodocumenten
Type
  • Herinneringen (op doorslagpapier getypte bladzijden, ingebonden met raffia. Het roze versierde kaft is gemaakt door Nanni Mauch)
Identificatienummer van NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies
  • 1706
Disclaimer over kwetsend taalgebruik

Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer

Ontvang onze nieuwsbrief
De Oorlogsbronnen.nl nieuwsbrief bevat een overzicht van de meest interessante en relevante onderwerpen, artikelen en bronnen van dit moment.
WO2NETMinisterie van volksgezondheid, welzijn en sportVFonds
Contact

Vijzelstraat 32
1017 HL Amsterdam

info@oorlogsbronnen.nlPers en media
Deze website is bekroond met:Deze website is bekroond met 3 DIA awardsDeze website is bekroond met 4 Lovie awards