Hendrik Maes: De bomaanval op Spandau, De strijd in Hakenfelde, De tocht naar het westen
De auteur, vader van 2 jonge kinderen, werkt sinds 1942 in Berlijn - Hakenfelde. Als werkloze boekhouder heeft hij zijn typemachine mee. Hij schrijft kort over een bombardement van de geallieerden op Spandau. Het gevecht om Berlijn duurt van van 22 tot 25 april 1945. Na een langdurig bombardement op het kamp zijn de Duitsers verdwenen. Er zijn veel doden en gewonden. De Russen zijn gekomen. Met een groepje van 7 Nederlanders vertrekt hij begin mei 1945 uit het kamp, voordat er ziektes uitbreken. Hij organiseert een rugzak, een jas, een slaapzak en een paar schoenen. De spullen worden op een grote kar geladen. Ze hebben fietsen. Er wordt een paard gevonden om de wagen te trekken. Ergens vindt de auteur een typemachine. De eerste tijd woont hij in een villa in Niederhof, in de buurt van het kamp. Hij schrijft over wat hij eet en door welke plaatsen hij op zijn zoektocht naar voedsel komt. Het weer wordt steeds beter. Er zijn gevaren. In het begin zijn er agressieve Russen, die horloges willen. Anderen willen hun wagen stelen. Ook vliegt er veel over hen heen en ligt er niet- ontplofte munitie in het veld. Hij slaapt in lege boerderijen waar bruikbare dingen zijn achtergelaten. Hij vindt een vleesmolen. Zelfs bewoonde huizen gaat hij binnen en krijgt waar hij om vraagt. Hij gaat stelen. Op het slagveld vindt hij veel. Er loopt vee los rond. Dit wordt geslacht en gegeten. Ze komen schuren met opgeslagen voedselvoorraden tegen. Ze koken en bakken brood zelf. De wagen gaat kapot, maar wordt gerepareerd. Ze brengen een tijd door op een hooizolder in het dorp Schönhausen. Hij is optimistisch. De Russen behandelen hen nu beter, ze krijgen soms eten. Hij staat nog onder hun gezag en hij moet soms voor hen werken. Hij gaat langs anderen die buiten het kamp wonen. In het dorp ontstaat een "Amsterdamse straat". In hun groepje is soms onenigheid. Iedereen wil de Elbe over, naar huis. Vrouwen worden gepakt door de Russen. Hij hoort de verhalen van politieke gevangenen over De auteur, vader van 2 jonge kinderen, werkt sinds 1942 in Berlijn - Hakenfelde. Als werkloze boekhouder heeft hij zijn typemachine mee. Hij schrijft kort over een bombardement van de geallieerden op Spandau. Het gevecht om Berlijn duurt van van 22 tot 25 april 1945. Na een langdurig bombardement op het kamp zijn de Duitsers verdwenen. Er zijn veel doden en gewonden. De Russen zijn gekomen. Met een groepje van 7 Nederlanders vertrekt hij begin mei 1945 uit het kamp, voordat er ziektes uitbreken. Hij organiseert een rugzak, een jas, een slaapzak en een paar schoenen. De spullen worden op een grote kar geladen. Ze hebben fietsen. Er wordt een paard gevonden om de wagen te trekken. Ergens vindt de auteur een typemachine. De eerste tijd woont hij in een villa in Niederhof, in de buurt van het kamp. Hij schrijft over wat hij eet en door welke plaatsen hij op zijn zoektocht naar voedsel komt. Het weer wordt steeds beter. Er zijn gevaren. In het begin zijn er agressieve Russen, die horloges willen. Anderen willen hun wagen stelen. Ook vliegt er veel over hen heen en ligt er niet- ontplofte munitie in het veld. Hij slaapt in lege boerderijen waar bruikbare dingen zijn achtergelaten. Hij vindt een vleesmolen. Zelfs bewoonde huizen gaat hij binnen en krijgt waar hij om vraagt. Hij gaat stelen. Op het slagveld vindt hij veel. Er loopt vee los rond. Dit wordt geslacht en gegeten. Ze komen schuren met opgeslagen voedselvoorraden tegen. Ze koken en bakken brood zelf. De wagen gaat kapot, maar wordt gerepareerd. Ze brengen een tijd door op een hooizolder in het dorp Schönhausen. Hij is optimistisch. De Russen behandelen hen nu beter, ze krijgen soms eten. Hij staat nog onder hun gezag en hij moet soms voor hen werken. Hij gaat langs anderen die buiten het kamp wonen. In het dorp ontstaat een "Amsterdamse straat". In hun groepje is soms onenigheid. Iedereen wil de Elbe over, naar huis. Vrouwen worden gepakt door de Russen. Hij hoort de verhalen van politieke gevangenen over op de laatste bladzijde staan 19 voornamelijk Nederlandse getypte namen met adressen en woonplaats vermeld. Op de achterkant 1 handgeschreven Duits adres.
- Collectie 244: Europese dagboeken en egodocumenten
- Dagboek (getypte tekst op de achterkant van in het Lager-formulieren (leeg), los papier en een losbladig schriftje. De gemaakte perforatie-gaten zijn later verstevigd)
- 1725
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer