Wim (Tot 2027 beperkt openbaar) Thijssen: Dagboek (losse velletjes papier, met de hand geschreven tekst)

De auteur, wiskundeleraar, woont vanaf 1940 in Berghem, waar zijn echtgenote vandaan komt. In een dorp is tijdens een oorlog eerder te eten dan in de stad en altijd onderdak. Als leraar is hij op de hoogte van wat zich onder de bevolking afspeelt, hij weet en hoort veel. Hij weet feilloos data, weet van iedereen, wanneer deze jarig is en wie "goed" en "fout" is. Hij schrijft alles zeer nauwkeurig op, hij noemt feiten. Het is 30 augustus 1944, de Duitsers beginnen op allerlei manieren het land uit te vluchten. Fietsen worden daarom nauwkeurig onder het stro verstopt en paarden en karren worden verborgen. De geallieerden rukken via België op naar Nederland. Allerlei geruchten over hun komst doen de ronde. Er zijn bombardementen met slachtoffers. Eind september 1944 wordt Berghem bevrijd. NSB'ers worden opgepakt. Hij schrijft over ieder gezin. Over wat hen overkomt. Ook wat er in de steden rond Berghem en in Nederland gebeurt. In de strenge winter steelt men hout bij hen. Met kerstmis is er geen nachtmis. Er wordt veel gevochten. Hij praat met de Engelsen. Uit de school wordt brandstof gestolen. De eerste maanden van 1945 wordt niet geschreven. 28 Maart 1945 begint hij weer te schrijven. De geallieerden rukken vanuit Duitsland op naar de oostgrens van Nederland. V1's komen neer. Nederland wordt plaats voor plaats veroverd. Er vechten Polen, Canadezen en Engelsen mee. In Berghem zijn veel evacuees. In April 1945 wordt bij hen in het dorp het noodziekenhuis, waar hij aan mee werkt, opgeheven. Op de avond van de vierde mei hoort hij via de Radio dat Nederland gecapituleerd heeft. Na de bevrijding maakt hij foto's en drukt ze af. In het begin is er weinig te eten. De auteur, wiskundeleraar, woont vanaf 1940 in Berghem, waar zijn echtgenote vandaan komt. In een dorp is tijdens een oorlog eerder te eten dan in de stad en altijd onderdak. Als leraar is hij op de hoogte van wat zich onder de bevolking afspeelt, hij weet en hoort veel. Hij weet feilloos data, weet van iedereen, wanneer deze jarig is en wie "goed" en "fout" is. Hij schrijft alles zeer nauwkeurig op, hij noemt feiten. Het is 30 augustus 1944, de Duitsers beginnen op allerlei manieren het land uit te vluchten. Fietsen worden daarom nauwkeurig onder het stro verstopt en paarden en karren worden verborgen. De geallieerden rukken via België op naar Nederland. Allerlei geruchten over hun komst doen de ronde. Er zijn bombardementen met slachtoffers. Eind september 1944 wordt Berghem bevrijd. NSB'ers worden opgepakt. Hij schrijft over ieder gezin. Over wat hen overkomt. Ook wat er in de steden rond Berghem en in Nederland gebeurt. In de strenge winter steelt men hout bij hen. Met kerstmis is er geen nachtmis. Er wordt veel gevochten. Hij praat met de Engelsen. Uit de school wordt brandstof gestolen. De eerste maanden van 1945 wordt niet geschreven. 28 Maart 1945 begint hij weer te schrijven. De geallieerden rukken vanuit Duitsland op naar de oostgrens van Nederland. V1's komen neer. Nederland wordt plaats voor plaats veroverd. Er vechten Polen, Canadezen en Engelsen mee. In Berghem zijn veel evacuees. In April 1945 wordt bij hen in het dorp het noodziekenhuis, waar hij aan mee werkt, opgeheven. Op de avond van de vierde mei hoort hij via de Radio dat Nederland gecapituleerd heeft. Na de bevrijding maakt hij foto's en drukt ze af. In het begin is er weinig te eten.