E. Boere: Eén week "in en om Lager O.G.O.'', deel 1 en deel 2
Borgward is een Duits automerk dat van 1939 tot 1963 bestaat. Het is verbonden aan verschillende door Carl Borgward opgerichte, in Bremen gevestigde bedrijven. In 1944 is Engelbertus Boere (1920-1988) in de fabriek van Borgward auto's in Bremen tewerkgesteld. Dat voorjaar schrijft hij een uitgebreide brief, in de vorm van een dagboek, aan zijn ouders in Rotterdam. Hij beschrijft daarin niet zozeer zijn werk als lasser, alswel de leefomstandigheden "in en om Lager O.G.O.", zijn tijdelijke onderkomen aan de andere kant van de straat van de fabriek. Het Lager , ooit een sigarenfabriek en koffiebranderij (zie illustratie), huisvest ten tijde van de tewerkstelling ongeveer 700 man: naast Nederlandse dwangarbeiders ook Griekse, Franse, Belgische, Poolse en Russische. Engelbertus draait veelal nachtdiensten. Bij luchtalarm doodt men in een plaatselijke bunker angstig de tijd. In Bremen, waar weinig te beleven valt, gaan de dwangarbeiders wel naar de bioscoop met vrouwelijke, vaak Poolse, werknemers van de fabriek. In zijn brief beklaagt Engelbertus zich voortdurend over de kwaliteit van het eten. De maaltijd gebruiken in het Lager gaat er volgens hem als volgt aan toe: "Vreten maar. Je smoel verbranden? Geeft niets. Vreten, vreten, want de mogelijkheid bestaat dat er te weinig is en je dus je tweede portie misloopt. Er zijn mensen die bij de derde portie even vlug zijn als bij de eerste, om maar weer in de rij te gaan staan. Pap, waar een vuurvreter blaren van op zijn tong krijgt, wordt, zonder blazen, uit de pan, zonder lepel te gebruiken, naar binnen geslurpt. Ongelooflijke prestaties worden hier verricht, zoals nog geen circus ter wereld heeft gebracht." Borgward is een Duits automerk dat van 1939 tot 1963 bestaat. Het is verbonden aan verschillende door Carl Borgward opgerichte, in Bremen gevestigde bedrijven. In 1944 is Engelbertus Boere (1920-1988) in de fabriek van Borgward auto's in Bremen tewerkgesteld. Dat voorjaar schrijft hij een uitgebreide brief, in de vorm van een dagboek, aan zijn ouders in Rotterdam. Hij beschrijft daarin niet zozeer zijn werk als lasser, alswel de leefomstandigheden "in en om Lager O.G.O.", zijn tijdelijke onderkomen aan de andere kant van de straat van de fabriek. Het Lager , ooit een sigarenfabriek en koffiebranderij (zie illustratie), huisvest ten tijde van de tewerkstelling ongeveer 700 man: naast Nederlandse dwangarbeiders ook Griekse, Franse, Belgische, Poolse en Russische. Engelbertus draait veelal nachtdiensten. Bij luchtalarm doodt men in een plaatselijke bunker angstig de tijd. In Bremen, waar weinig te beleven valt, gaan de dwangarbeiders wel naar de bioscoop met vrouwelijke, vaak Poolse, werknemers van de fabriek. In zijn brief beklaagt Engelbertus zich voortdurend over de kwaliteit van het eten. De maaltijd gebruiken in het Lager gaat er volgens hem als volgt aan toe: "Vreten maar. Je smoel verbranden? Geeft niets. Vreten, vreten, want de mogelijkheid bestaat dat er te weinig is en je dus je tweede portie misloopt. Er zijn mensen die bij de derde portie even vlug zijn als bij de eerste, om maar weer in de rij te gaan staan. Pap, waar een vuurvreter blaren van op zijn tong krijgt, wordt, zonder blazen, uit de pan, zonder lepel te gebruiken, naar binnen geslurpt. Ongelooflijke prestaties worden hier verricht, zoals nog geen circus ter wereld heeft gebracht." Bevat naast persoonsbewijzen en officiële brieven ook foto's gemaakt ten tijde van de tewerkstelling in Bremen. Tevens zijn er foto's, gemaakt na de bevrijding, van het publiekelijk kaalscheren van ''moffenmeiden''.
- Collectie 244: Europese dagboeken en egodocumenten
- Twee handgeschreven dagboeken, geïllustreerd met foto's, als brief aan de ouders van de auteur (cahiers)
- 1902
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer
