A. van Leeuwen: Oorlogsherinneringen
'Oorlogsherinneringen' van A. van Leeuwen is een verslag in een met knipsels geïllustreerd plakboek. In zijn in 1945 opgeschreven memoires beschrijft Van Leeuwen hoe hij op 10 mei 1940 (hij is dan twaalf) de evacuatie meemaakt vanuit zijn woonplaats Veenendaal, dat vlak tegen de Grebbelinie aanligt. Als deze 's middags wordt afgekondigd, is eerst het noordelijk deel van Veenendaal aan de beurt: "Op sommige plaatsen werden huizen verbrand, opdat er vanuit de stellingen een onbelemmerd uitzicht kwam. Soms was het zo erg, dat de bewoners geen tijd kregen om hun kleren bij elkaar te pakken. Terwijl zij nog in hun huizen waren, werden deze met benzine en olie natgespoten. Dan werd er de vlam ingezet. Je zag een grote colonne mensen met het allernodigste wat ze nodig hadden naar Elst trekken. Op ieders gelaat was droefheid en angst te lezen". Om half negen is voor de familie Van Leeuwen "de strijd van Evacueren" aangebroken: "We sloten ons bij de rij aan en gingen het onbekende tegemoet, achterlatend al wat ons lief was. Het ergste was dat mijn vader niet mee kon, daar hij dienst moest blijven doen op het station". Ook zij trekken naar Elst, langs de Rijksstraatweg: "Links (wij liepen rechts) liep ook een colonne. Het leken allemaal schimmen, zo donker was het geworden. Het leek wel of heel Veenendaal in vuur en vlam stond. Steeds hoorde je het gedonder van kanonnen, het gedreun van vliegtuigen. Het was verboden een zaklamp of lucifer aan te steken, met het oog op de gevaren vanuit de lucht. We hadden ontzettende slaap en het kostte me grote moeite mijn ogen open te houden". Ongeveer een week verblijft het gezin bij een familie in Sint Pancras. Weer verenigd met vader Van Leeuwen keert men daarna terug naar Veenendaal, waar hun huis ongedeerd blijkt. 'Oorlogsherinneringen' van A. van Leeuwen is een verslag in een met knipsels geïllustreerd plakboek. In zijn in 1945 opgeschreven memoires beschrijft Van Leeuwen hoe hij op 10 mei 1940 (hij is dan twaalf) de evacuatie meemaakt vanuit zijn woonplaats Veenendaal, dat vlak tegen de Grebbelinie aanligt. Als deze 's middags wordt afgekondigd, is eerst het noordelijk deel van Veenendaal aan de beurt: "Op sommige plaatsen werden huizen verbrand, opdat er vanuit de stellingen een onbelemmerd uitzicht kwam. Soms was het zo erg, dat de bewoners geen tijd kregen om hun kleren bij elkaar te pakken. Terwijl zij nog in hun huizen waren, werden deze met benzine en olie natgespoten. Dan werd er de vlam ingezet. Je zag een grote colonne mensen met het allernodigste wat ze nodig hadden naar Elst trekken. Op ieders gelaat was droefheid en angst te lezen". Om half negen is voor de familie Van Leeuwen "de strijd van Evacueren" aangebroken: "We sloten ons bij de rij aan en gingen het onbekende tegemoet, achterlatend al wat ons lief was. Het ergste was dat mijn vader niet mee kon, daar hij dienst moest blijven doen op het station". Ook zij trekken naar Elst, langs de Rijksstraatweg: "Links (wij liepen rechts) liep ook een colonne. Het leken allemaal schimmen, zo donker was het geworden. Het leek wel of heel Veenendaal in vuur en vlam stond. Steeds hoorde je het gedonder van kanonnen, het gedreun van vliegtuigen. Het was verboden een zaklamp of lucifer aan te steken, met het oog op de gevaren vanuit de lucht. We hadden ontzettende slaap en het kostte me grote moeite mijn ogen open te houden". Ongeveer een week verblijft het gezin bij een familie in Sint Pancras. Weer verenigd met vader Van Leeuwen keert men daarna terug naar Veenendaal, waar hun huis ongedeerd blijkt.
- Collectie 244: Europese dagboeken en egodocumenten
- Verslag in plakboek (cahier)
- 2030
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer