S.C.A.M. ten Velde: Egodocument (getypt stuk; in 2 exemplaren)
10 mei 1940 moeten de burgers van Mill evacueren naar Wanrooy. De mensen, bij wie mej. ten Velde in dienst is, zullen hun bezittingen in twee gedeelten overbrengen en haar en een ander meisje bij de tweede reis meenemen; de terugweg naar Mill blijkt echter afgesloten. De meisjes geven burgerkleren en onderdak aan soldaten, die bij de plaats, waar de pantsertrein ontspoorde, in het vuur zijn geweest en trachten andere stellingen te bereiken. Mill blijkt plotseling vol Duitsers te zijn. Het hele gezelschap verstopt zich in de kelder, maar loopt, als ze weer te voorschijn komen, de Duitsers in de armen. De soldaten worden krijgsgevangen genomen, de meisjes worden ook vastgehouden, tevens verhoord. Na een tijd lang buiten bewaakt te zijn, worden ze in een school opgesloten; de volgende ochtend laat men de meisjes vrij. Zij gaan snel naar Wanrooy, om een dag later weer naar Mill terug te keren en de eigen woning weer te betrekken. In het najaar van 1944 woont mej. ten Velde in Lobith, waarschijnlijk met haar ouders. In februari, als het dorp steeds meer onder vuur komt te liggen, moet Lobith evacueren. Het gezin van mej. ten Velde mag nog wat langer blijven, maar vertrekt tenslotte ook en verblijft achtereenvolgens, steeds bij particulieren, in Angerlo, Giesbeek en De Steeg. Hier maken zij op 16 april de bevrijding mee. Enkele dagen daarna keren zij naar Lobith terug 10 mei 1940 moeten de burgers van Mill evacueren naar Wanrooy. De mensen, bij wie mej. ten Velde in dienst is, zullen hun bezittingen in twee gedeelten overbrengen en haar en een ander meisje bij de tweede reis meenemen; de terugweg naar Mill blijkt echter afgesloten. De meisjes geven burgerkleren en onderdak aan soldaten, die bij de plaats, waar de pantsertrein ontspoorde, in het vuur zijn geweest en trachten andere stellingen te bereiken. Mill blijkt plotseling vol Duitsers te zijn. Het hele gezelschap verstopt zich in de kelder, maar loopt, als ze weer te voorschijn komen, de Duitsers in de armen. De soldaten worden krijgsgevangen genomen, de meisjes worden ook vastgehouden, tevens verhoord. Na een tijd lang buiten bewaakt te zijn, worden ze in een school opgesloten; de volgende ochtend laat men de meisjes vrij. Zij gaan snel naar Wanrooy, om een dag later weer naar Mill terug te keren en de eigen woning weer te betrekken. In het najaar van 1944 woont mej. ten Velde in Lobith, waarschijnlijk met haar ouders. In februari, als het dorp steeds meer onder vuur komt te liggen, moet Lobith evacueren. Het gezin van mej. ten Velde mag nog wat langer blijven, maar vertrekt tenslotte ook en verblijft achtereenvolgens, steeds bij particulieren, in Angerlo, Giesbeek en De Steeg. Hier maken zij op 16 april de bevrijding mee. Enkele dagen daarna keren zij naar Lobith terug Op blz. 26 staat i.p.v. 29 april: 29 maart
- Collectie 244: Europese dagboeken en egodocumenten
- Egodocument (getypt stuk; in 2 exemplaren)
- 677
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer
