J. Hut: Egodocument (getypt stuk)

Vader van de auteur is bij de marine en gedurende de oorlog niet in Nederland. Hij schijnt al in 1940 in Duitsland gewerkt te hebben, tot 1941, en er later via de Fokkerschool weer terecht te zijn gekomen. (Inlichtingen van mr. Zeegers). Hij werkt, als Nederlandse arbeider in Duitsland, op een fabriek in Berlijn. Als eind april 1942 zijn gehuwde collega's verlof krijgen, besluit hij met hen mee te gaan. Dit mislukt; op eigen gelegenheid reizend wordt hij, mede waarschijnlijk doordat twee Nederlandse meisjes, in Berlijn ontmoet, die ook terug willen, zich in zijn gezelschap bevinden, voor Bentheim gearresteerd , geslagen en naar een gevangenis in Osnabrück gebracht. De volgende dag gaat hij naar een strafkamp-werkkamp in Essen-Mühlheim, waar de behandeling zeer slecht is. 's Zondags wordt er bij boeren en op fabrieken gewerkt. Na 6 weken gaat Hut naar de politiegevangenis in Berlijn, waar hij nog ongeveer een maand doorbrengt, in een grote cel met plm. 150 man. Hier verdient hij, berooid binnengekomen, via de verkoop van één das, vrij wat geld met kaarten, waarmee hij van zijn medegevangenen kleren en voedsel koopt. 10 juli wordt hij vrijgelaten en naar de fabriek teruggestuurd Vader van de auteur is bij de marine en gedurende de oorlog niet in Nederland. Hij schijnt al in 1940 in Duitsland gewerkt te hebben, tot 1941, en er later via de Fokkerschool weer terecht te zijn gekomen. (Inlichtingen van mr. Zeegers). Hij werkt, als Nederlandse arbeider in Duitsland, op een fabriek in Berlijn. Als eind april 1942 zijn gehuwde collega's verlof krijgen, besluit hij met hen mee te gaan. Dit mislukt; op eigen gelegenheid reizend wordt hij, mede waarschijnlijk doordat twee Nederlandse meisjes, in Berlijn ontmoet, die ook terug willen, zich in zijn gezelschap bevinden, voor Bentheim gearresteerd , geslagen en naar een gevangenis in Osnabrück gebracht. De volgende dag gaat hij naar een strafkamp-werkkamp in Essen-Mühlheim, waar de behandeling zeer slecht is. 's Zondags wordt er bij boeren en op fabrieken gewerkt. Na 6 weken gaat Hut naar de politiegevangenis in Berlijn, waar hij nog ongeveer een maand doorbrengt, in een grote cel met plm. 150 man. Hier verdient hij, berooid binnengekomen, via de verkoop van één das, vrij wat geld met kaarten, waarmee hij van zijn medegevangenen kleren en voedsel koopt. 10 juli wordt hij vrijgelaten en naar de fabriek teruggestuurd