Arnold Douwes: Dagboek van Arnold Douwes

Dagboek van Arnold Douwes, in de meidagen van 1940 werkzaam op een boomkwekerij te Boskoop. In de daarop volgende tijd verblijft hij o.m. in de Achterhoek, waar hij eveneens op een kwekerij werkt. In Keppel wordt hij in het najaar van 1941 onder onduidelijke omstandigheden gearresteerd, vermoedelijk vanwege zijn anti-Duitse gezindheid. Hij wordt spoedig weer vrijgelaten. Wanneer in het voorjaar van 1942 een nieuwe arrestatie dreigt, duikt hij onder op de boerderij van Johannes Post te Nieuwlande (Drenthe). Daar neemt hij, als medewerker van Post, deel aan overvallen op bureauhouders en houdt zich in het bijzonder bezig met het onderbrengen en verzorgen van (meest Joodse) onderduikers. Nadat Post zelf met zijn gezin is ondergedoken, zwerft Douwes van het ene adres naar het andere, o.m. in Dedemsvaart en Hoogeveen, maar even vaak slaapt hij in de bossen of in hooibergen in de omgeving van Nieuwlande, waar hij overdag bij vrienden verblijft. Zijn illegale activiteiten blijven ondertussen onverminderd voortduren: een groot aantal onderduikers wordt door hem (en enige helpers) voorzien van bonnen, geld, valse papieren en - indien nodig - nieuwe adressen. Verschillende malen reist hij hiervoor naar het Westen van het land, waar hij beschikt over illegale contacten, die hem steeds van nieuwe onderduikers voorzien. Behalve aan Nederlandse onderduikers wordt door hem ook hulp geboden aan enkele gevluchte krijgsgevangenen (Fransen, Russen) en aan in de omgeving van Nieuwlande neergeschoten Engelse en Amerikaanse piloten. Het dagboek eindigt op 18 october 1944; de dag daarna werd Douwes gearresteerd. Het eigenlijke dagboek begint pas op 3 juli 1943. De aantekeningen die betrekking hebben' op de voorafgaande periode zijn geschreven in de vorm van - niet afzonderlijk gedateerde - herinneringen. Dagboek van Arnold Douwes, in de meidagen van 1940 werkzaam op een boomkwekerij te Boskoop. In de daarop volgende tijd verblijft hij o.m. in de Achterhoek, waar hij eveneens op een kwekerij werkt. In Keppel wordt hij in het najaar van 1941 onder onduidelijke omstandigheden gearresteerd, vermoedelijk vanwege zijn anti-Duitse gezindheid. Hij wordt spoedig weer vrijgelaten. Wanneer in het voorjaar van 1942 een nieuwe arrestatie dreigt, duikt hij onder op de boerderij van Johannes Post te Nieuwlande (Drenthe). Daar neemt hij, als medewerker van Post, deel aan overvallen op bureauhouders en houdt zich in het bijzonder bezig met het onderbrengen en verzorgen van (meest Joodse) onderduikers. Nadat Post zelf met zijn gezin is ondergedoken, zwerft Douwes van het ene adres naar het andere, o.m. in Dedemsvaart en Hoogeveen, maar even vaak slaapt hij in de bossen of in hooibergen in de omgeving van Nieuwlande, waar hij overdag bij vrienden verblijft. Zijn illegale activiteiten blijven ondertussen onverminderd voortduren: een groot aantal onderduikers wordt door hem (en enige helpers) voorzien van bonnen, geld, valse papieren en - indien nodig - nieuwe adressen. Verschillende malen reist hij hiervoor naar het Westen van het land, waar hij beschikt over illegale contacten, die hem steeds van nieuwe onderduikers voorzien. Behalve aan Nederlandse onderduikers wordt door hem ook hulp geboden aan enkele gevluchte krijgsgevangenen (Fransen, Russen) en aan in de omgeving van Nieuwlande neergeschoten Engelse en Amerikaanse piloten. Het dagboek eindigt op 18 october 1944; de dag daarna werd Douwes gearresteerd. Het eigenlijke dagboek begint pas op 3 juli 1943. De aantekeningen die betrekking hebben' op de voorafgaande periode zijn geschreven in de vorm van - niet afzonderlijk gedateerde - herinneringen. uit later verkregen informatie weten we dat de auteur geboren is in 1906 als zoon van een hervormde dominee, en in 1999 is overleden. Naar aanleiding van de publicatie van het dagboek ging NIOD-onderzoeker J. Houwink ten Cate op 30 juli 2018 in gesprek met NPO1-radio .