Bernardus Josephus Maria Coebergh: Verslagen en Dagboeken (computeruitdraai)
De in 1913 geboren auteur is de zoon van een boekhandelaar uit Haarlem en groeit op in een goed katholiek gezin met veel kinderen. Hij maakt een inleidend verslag van zijn jeugdjaren. Ter sprake komen de huiselijke omgang, zijn geloofsbeleving, zijn schoolopleidingen en zijn omgang met vrienden en kennissen, vooral zijn omgang met vriendinnen. Dit blijft hij in zijn dagboeken doen. Hij gaat naar toneel, musea en concerten en speelt zelf klassieke muziek. Hij zit op kostschool op een lyceum in Roosendaal, waar hij veel vrienden heeft waarmee hij de omgeving bezoekt. Terug in Haarlem, vindt hij een baan bij "de Spaarnestad". De ontwikkelingen van de oorlog worden door hem bijgehouden en hij luistert naar Radio Oranje. Met hoogtijdagen bezoekt hij de kerk. Hij heeft een uitgesproken mening over hoe de mensen zich behoren te gedragen, praat erover en leeft ernaar. Na dood van hun vader blijven de kinderen eerst in het ouderlijk huis wonen, totdat dit door de Duitsers gevorderd wordt. De auteur gaat op kamers in Overveen. Men viert verjaardagen, Kerst en Oud/Nieuw nog samen. Het dragen van een ster wordt voor joden verplicht. De avondklok wordt ingevoerd en hij moet zijn radio inleveren. Veel kranten en tijdschriften mogen niet meer verschijnen. De kerk protesteert tegen de jodenvervolging, hijzelf spreekt ook zijn afschuw uit. Er zijn fietsenvorderingen en voedsel wordt schaars. Op NSB' ers worden aanslagen gepleegd. Om aan de arbeidsinzet, waar hij een oproep voor heeft gekregen, te ontkomen, duikt hij onder en gaat reizen per trein door Nederland. Hij slaapt bij familie, vrienden en bekenden, maar ook in hotels. Eind oktober 1944 vertrekt hij per fiets naar het bevrijde zuiden en meldt zich bij het Militair Gezag (MG), standplaats Helmond. Na de bevrijding terug in Haarlem, waar hij zijn oude baan terug krijgt, maakt hij het herstel van Nederland, de invoering van nieuw geld en de bevrijding van Indië mee. De in 1913 geboren auteur is de zoon van een boekhandelaar uit Haarlem en groeit op in een goed katholiek gezin met veel kinderen. Hij maakt een inleidend verslag van zijn jeugdjaren. Ter sprake komen de huiselijke omgang, zijn geloofsbeleving, zijn schoolopleidingen en zijn omgang met vrienden en kennissen, vooral zijn omgang met vriendinnen. Dit blijft hij in zijn dagboeken doen. Hij gaat naar toneel, musea en concerten en speelt zelf klassieke muziek. Hij zit op kostschool op een lyceum in Roosendaal, waar hij veel vrienden heeft waarmee hij de omgeving bezoekt. Terug in Haarlem, vindt hij een baan bij "de Spaarnestad". De ontwikkelingen van de oorlog worden door hem bijgehouden en hij luistert naar Radio Oranje. Met hoogtijdagen bezoekt hij de kerk. Hij heeft een uitgesproken mening over hoe de mensen zich behoren te gedragen, praat erover en leeft ernaar. Na dood van hun vader blijven de kinderen eerst in het ouderlijk huis wonen, totdat dit door de Duitsers gevorderd wordt. De auteur gaat op kamers in Overveen. Men viert verjaardagen, Kerst en Oud/Nieuw nog samen. Het dragen van een ster wordt voor joden verplicht. De avondklok wordt ingevoerd en hij moet zijn radio inleveren. Veel kranten en tijdschriften mogen niet meer verschijnen. De kerk protesteert tegen de jodenvervolging, hijzelf spreekt ook zijn afschuw uit. Er zijn fietsenvorderingen en voedsel wordt schaars. Op NSB' ers worden aanslagen gepleegd. Om aan de arbeidsinzet, waar hij een oproep voor heeft gekregen, te ontkomen, duikt hij onder en gaat reizen per trein door Nederland. Hij slaapt bij familie, vrienden en bekenden, maar ook in hotels. Eind oktober 1944 vertrekt hij per fiets naar het bevrijde zuiden en meldt zich bij het Militair Gezag (MG), standplaats Helmond. Na de bevrijding terug in Haarlem, waar hij zijn oude baan terug krijgt, maakt hij het herstel van Nederland, de invoering van nieuw geld en de bevrijding van Indië mee. Een korte inleiding is geschreven door B. Schippers. De computeruitdraai is waarschijnlijk later gemaakt aan de hand van bestaande dagboeken
- Collectie 244: Europese dagboeken en egodocumenten
- Verslagen en Dagboeken (computeruitdraai)
- 1193
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer