Noodgeld van Reuter, 1921.

1921

In 1921 stelde Max Wust, procuratiehouder van de Mecklenburgische Zeitung, voor om een bijzondere serie noodgeld uit te geven in Mecklenburg-Vorpommern, ter ere van Fritz Reuter (1810-1874) de regionale dialectschrijver en -dichter. Zeventig plaatsen gaven biljetten uit van 10, 25 en 50 pfennig. De ontwerpen voor dit " Reutergeld " zijn gemaakt door kunstenaars die in Mecklenburg leefden, zoals Hermann Koenemann, Egon Tschirch, Erich Bentrup, Georg Schütz en Richard Zscheked. De biljetten bevatten een citaat van Reuter of een thema's die met zijn leven te maken heeft, zoals scenes uit zijn boeken of afbeeldingen van de vesting in Dömitz waar hij gevangen heeft gezeten. Collectie 249-A0075A: Dossier - Bankbiljetten, noodgeld en kampgeld (aanvullingen) Duitse Rijk en door Duitsland bezette gebieden Noodgeld

Thema's

Noodgeld

Organisatie

NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies

Type

Archiefbestand

Identificatienummer van NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies

Bron

http://www.archieven.nl/nl/search-modonly?mivast=298&mizig=210&miadt=298&micode=249-A0075A&milang=nl&miview=inv2&minr=1610808

Disclaimer over kwetsend taalgebruik

Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer

Noodgeld

Noodgeld wordt in tijden van crisis uitgegeven om een tijdelijk tekort aan betaalmiddelen te overbruggen. In de Meidagen van 1940 drukten tientallen gemeentes zulk noodgeld. Tussen 1914 en 1924 zorgden tekorten en hyperinflatie voor de uitgifte van dergelijke biljetten in Duitsland.