Expresse-brief van de CdS aan alle Sipo-instanties in bezet Europa over de behandeling van Ausländische Juden in de bezette landen. Joden behorende tot de in doc. 536 genoemde landen kunnen met toestemming van het Auswärtige Amt aan alle anti-Joodse maatregelen onderworpen en gedeporteerd worden. Om redenen van buitenlandse politiek moet de deportatie echter niet naar het Oosten, maar naar Buchenwald (Joodse mannen van 14 jaar en ouder) en naar Ravensbrück (Joodse vrouwen en kinderen) plaats hebben. Termijn voor de deportatie is: voor Italiaanse Joden per heden, voor Turkse Joden 20 oct. 1943, overige nationaliteiten 10 oct. 1943. Schutzhaftantrag is niet vereist. Voor vermogenskwesties cf. doc. 534. De deportatie van alle andere ausländische Juden moet gewoon doorgang vinden. Alleen echtgenoten die met Duitsers of "artverwandten" gehuwd zijn vrijgensteld. Roemeense Joden in het bezette Nederlandse gebied vallen meteen onder de speciale regeling (deportatie), 23 september 1943.
1943
Archief 270c: Proces Eichmann
Type
- Archiefbestand
Identificatienummer van NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies
- 38645
- MF811380
Disclaimer over kwetsend taalgebruik
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer