In 1931 verhuisde het jonge gezin van het huis De Rietvink in de stad naar de nieuw gebouwde villa De Heihoef aan de Aalsterweg, naast de boerderij Voorbeek. In 1953 werd het huis De Heihoef, met bijbehorende grond, verkocht aan N.V. Philips. Tijdelijke vervangende woonruimte werd gevonden in het pand Parklaan 22 te Eindhoven. Wel deed zich de behoefte gevoelen aan opslagruimte voor een gedeelte van de inboedel. Daartoe kocht F.J.M Smits van Oyen een gewezen linnenfabriek en wasserij aan de Gender in Meerveldhoven. Hij verhuurde een gedeelte en begon met verbouwing van het hoofdgebouw. Aanwijzingen voor de gebruiker : De stukken in dit archief zijn niet ter inzage. Tussen 2001 en 2030 kan de directeur van het Brabants Historisch Informatie Centrum, ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek, uitzonderingen maken voor stukken, die ouder zijn dan 50 jaar. Na 2030 gelden geen beperkingen meer. Talrijk waren sinds 1925 zijn functies in de boerenorganisaties, zowel regionaal en provinciaal als landelijk. Behalve het voorzitterschap van de CZNZ vervulde hij in de Noordbrabantsche Christelijke Boerenbond vele bestuursfuncties en in 1947 werd hij gekozen tot voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Boeren- en Tuindersbond. De verkoop van De Heihoef in 1953 luidde de periode in van terugtreden uit bijna al zijn functies. In de volgende jaren maakte hij een wereldreis en verbleef hij telkens langere tijd in de Verenigde Staten, waarheen zijn kinderen allemaal, de een na de ander, al of niet voor goed, geëmigreerd waren. De twee zoons en één dochter zijn er blijven wonen. In 1955 kocht hij het huis Lindenburg in Valkenswaard. Na enige jaren besloot hij Lindenburg te verkopen en in Meerveldhoven te gaan wonen. Het architectenbureau Joseph en Pierre Cuypers uit Roermond ontwierp de veranderingen van de gebouwen tot huize Genderhorst. De familie woonde daar van 1957 tot 1976. In dat jaar verhuisden de ouders naar Turnhout, waar Frans Smits van Oyen in 1984 overleed. Nog tijdens zijn militaire dienst als kornet in 1918 werd hij eigenaar van het goed Mariadaal onder Stratum en Aalst met drie enigszins vervallen boerderijen en veel heide- en bosgronden. Tot eind 1953 exploiteerde hij zijn landbouw- en ontginningsbedrijf 'De Heihoef'. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd bestand of gepubliceerd in welke vorm dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de rechthebbenden. Als mede-oprichter werd hij in 1928 ook voorzitter van het college van regenten van het Sint Joseph-ziekenhuis aan de Aalsterweg te Eindhoven. Tot ver in de jaren zestig bleef hij lid ervan. Verkiezing tot voorzitter van de Coöperatieve Zuid-Nederlandse Zuivelbond in 1947 deed hem ten gunste van die organisatie het kamerlidmaatschap neerleggen, zoals nog zou blijken ten nadele van hemzelf. Enige tijd bood hij uit Duitsland gevluchte Joodse jongens de gelegenheid op het bedrijf een opleiding te volgen. Inspelend op het gebrek aan vervoersmiddelen exploiteerde hij er tijdens de tweede wereldoorlog een vervoersbedrijf met gebruikmaking van paard en wagen. Voor onderhoud en reparatie van het materieel zorgde de eigen smederij. Jarenlang was hij, zoals zijn vader vóór hem, commissaris van de Tramweg Maatschappij 'De Meijerij' en de Brabantsche Buurtspoorwegen en Autodiensten (B.B.A.). Verwijzing naar archiefstukken uit dit archief geschiedt door (volledig): Brabants Historisch Informatie Centrum, toegangsnummer 761 F.J.M. Smits van Oijen, privé 1895-1984 , inv.nr. ... (verkort): BHIC, 761 F.J.M. Smits van Oijen, privé , inv.nr. ... Het archief : Na de dood van zijn vader en moeder in 1945 en 1965 heeft Frans Smits van Oijen verschillende archiefbestanden in bezit gekregen en zelf heeft hij er de nodige toegevoegd. Voor de duidelijkheid volgt hier een beknopt overzicht. A. Het deel van het archief van de Heerlijkheid Oijen , dat door notaris J.J. Fens te Eindhoven in 1915 globaal was beschreven als het gedeelte van Mr. N.C.M. Smits van Oijen. Deze stukken heeft F.J.M. Smits van Oijen samen met Jhr. Mr. J.Th.M. Smits van Oijen in 1956 in bewaring gegeven aan het Rijksarchief in Noord-Brabant, zoals vermeld in "Verslagen omtrent 's Rijks Oude Archieven"(V.R.O.A.), 1956. In 1969 is het geïnventariseerd door H.H.M. van Kollenburg. B. Het familiearchief Smits van Oijen , waarvan een deel in 1980 in bewaring was gegeven aan het Gemeentearchief van Eindhoven. Het belangrijkste en oudste deel is door Frans Smits van Oijen jarenlang als "zoek" beschouwd, maar is na zijn overlijden teruggevonden. Beide delen zijn, in 1985, na inventarisatie door W. Wijnaendts van Resandt, als één geheel in bewaring gegeven aan het Rijksarchief in Noord-Brabant. Ook nadien zijn nog stukken behorende tot dit archief gevonden. Deze zijn ook door bovengenoemde geïnventariseerd en inmiddels als een supplement eveneens bij het R.A.N.B. gedeponeerd. Tijdens zijn leven heeft F.J.M. Smits van Oijen al bepaald wat er te zijner tijd zou moeten gebeuren met zijn omvangrijke papieren nalatenschap en andere persoonlijke bezittingen, zoals de familieportretten en het familiearchief. Stammende uit een geslacht waarvan leden openbare ambten plachten te bekleden, vervulde ook F.J.M. Smits van Oyen bestuursfuncties. Hij was lid van de raad van het juist zo vergrote Eindhoven van 1923 tot 1940 en in 1946 en wethouder van 1924 tot 1930. In deze periode had hij een groot aandeel in de stadsuitbreiding, wegenaanleg en de bouw van een nieuw stadhuis. Daarnaast was hij lid van Provinciale Staten van 1925 tot 1935. In 1946 werd hij gekozen tot lid van de Tweede Kamer, gesteund door de boerencoöperaties. Zijn opleiding ontving hij aan het Sint Willebrord-College in Katwijk aan den Rijn en het Bossche Gymnasium. Al jong uitte zich zijn belangstelling voor land- en tuinbouw. In 1913 kocht hij-ofwel zijn vader voor hem-een boerderij in Stratum, waarvoor hij een voorman en landarbeiders in dienst nam. Ook over de ordening van een en ander heeft hij zich zorgen gemaakt; in 1953, kort voor het vertrek uit "De Heidehoef", werd B.G. Lemmens aangezocht om het archief te ordenen. Een groot deel van het archief is toen overgebracht naar het hoofdkantoor van de N.C.B. in Tilburg, later naar Boxtel. Bij testament heeft Frans Smits van Oijen in 1974 bepaald, dat een stichting "Het Paradijs" de privé-eigendommen zou moeten beheren. Een stichting "Genderhorst" zou zich moeten ontfermen over de omvangrijke archieven, ontstaan door zijn vele politieke en bestuurlijke functies. De heer en mevrouw Mr. H.A.L. Bonants werden benoemd tot bestuurslid van de laatstgenoemde stichting en bij brief van 6 januari 1975 - uit te reiken na zijn dood - verstrekte Frans hun uitvoerige instructies. Zo valt het persoonlijk archief van F.J.M. Smits van Oijen uiteen in twee gedeelten: C. Het werkarchief , door de stichting "Genderhorst" in 1988 overgedragen aan het Rijksarchief en daar geïnventariseerd door P. Ewals. Nadien is er nog een aantal stukken bijgevoegd, dat tussen de privéstukken was aangetroffen. D. het privé-archief , waarop deze inventaris betrekking heeft. Het is verpakt in 73 archiefdozen. G. van der Heijden en W. Wijnaendts van Resandt, 1990 Historisch overzicht : Franciscus Johannes Maria Smits van Oyen (1895-1984) Frans Smits van Oyen werd in Eindhoven als Franciscus Johannes Maria Smits (RHC Eindhoven vermeld echter online: Aktedatum 06-07-1895. Opmerkingen Bij K.B. van 10-7-1926; Smits van Oijen BS Eindhoven Deel 11 Jaar 1895 Akte 75) geboren op 5 juli 1895 als oudste kind van Norbertus Cornelius Maria Smits, heer in Oyen, en van Elisabeth Johanna Eugenia Maria Hendrichs. Op 11 oktober 1928 trouwde hij te Nijmegen met Jonkvrouw Maria Louise Johanna Charlotte Virginia von Bönninghausen tot Herinckhave. Uit dit huwelijk werden zes kinderen geboren.
- Archieven BHIC
- Archief
- 761
- Families en Personen
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer