Studenten.
Studenten. Reeds in de herfst van 1940 kwam van de kant van de Nederlandse studenten een eerste principiële uiting van verzet. De protestrede van de rechtsgeleerde prof. R.P. Cleveringa naar aanleiding van het ontslag van joodse hoogleraren, werd door studenten uitgeschreven, vermenigvuldigd en verspreid. In Leiden en Delft kwam het tot proteststakingen. Spoedig kwam de bezetter met de loyaliteitsverklaring die iedere student moest ondertekenen. Het was een belofte dat afgezien werd van iedere vorm van verzet. Wie weigerde te tekenen, zou worden opgeroepen voor werk in Duitsland. Ondanks dit dreigement werd de oproep massaal genegeerd en veel studenten doken onder. Na mei 1943 namen steeds meer studenten deel aan verzetsactiviteiten. Cultureele leven. Hooger Onderwijs. In het graf van prof. H.J. Cocejus in de Pieterskerk te Leiden waren gedurende de bezetting het grootzegel en de pedelstaven van de Leidsche Universiteit verborgen. Het stoffelijk overschot was hiertoe naast de kist gelegd. De koster van de kerk, de heer K.W.L. Rameau toont den grafsteen, waaronder de kostbare attributen een veilige schuilplaats vonden. De steen is voor dit doel nimmer opgelicht; de koster bereikte het graf, door er over een afstand van dertig meter op handen en voeten heen te kruipen, onder de steenen vloer van de kerk.
- NIOD
- Foto
- 85829
- Verzet
- Kerken
- Universiteiten
- Schuilplaatsen
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer