Wij gebruiken cookies
Wij plaatsen functionele cookies om deze website naar behoren te laten functioneren en analytische cookies om het gebruik van de website te kunnen meten. Meer informatie vind je in onze cookie- en privacyverklaring.
Gerard Passchier vertelt over zijn belevenissen. Later komt zijn dochter Ali erbij zitten. Gerard werkte bij zijn vader die zoetwaren en koek verkocht aan winkeliers. Met Cor, zijn zwager, en David, een vriend, werd hij tijdens de razzia naar een loods op het Marconiplein gebracht. Cor en David werkten bij Wilton Feijenoord en Gerard deed ook alsof hij scheepsbouwer was. Gedrieën moesten ze werken in Bremen, een stad die veel gebombardeerd werd. In een schuilkelder bleken twee mannen overleden te zijn door scherven. Per schip gingen ze naar Hamburg wat bij aankomst bevrijd bleek te zijn. Gerard heeft zijn verblijf bijgehouden in een dagboek en hij heeft ook brieven naar zijn vrouw Annie en dochter Ali kunnen schrijven waarvan hij er een aantal voorleest.
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer
Wij plaatsen functionele cookies om deze website naar behoren te laten functioneren en analytische cookies om het gebruik van de website te kunnen meten. Meer informatie vind je in onze cookie- en privacyverklaring.