Kampjas van W.A.H.C. (Pim) Boellaard, voorzien van een rode driehoek.

Kampjas van W.A.H.C. (Pim) Boellaard, voorzien van een rode driehoek. Het betreft hier waarschijnlijk zijn kampjas uit kamp Dachau. Het jasje ziet eruit als nieuw, Boellaard heeft het waarschijnlijk pas na de bevrijding gekregen en het is de vraag of hij het ooit gedragen heeft. Op filmbeelden met Boellaard, gemaakt op 5 mei 1945 (zes dagen na de bevrijding) draagt Boellaard een overhemd en een colbertje, net als op een eerder in kamp Natzweiler gemaakte foto. Vanaf 2 mei gaven de bevrijde Nederlanders een eigen krant uit, ‘De stem der lage Landen’, waarin bericht wordt over de uitgifte van kleding. In de editie van 2 mei staat: "Zij, die een functie in het kamp bekleeden, en uit dien hoofde veel in de open lucht moeten zijn, kunnen op vertoon van een bewijs van de “Arbeitseinsatz” in de Bekleedingskamer een zebra-jas krijgen. " Ook een ander bericht, in 'De Stem' van 5 mei, wijst erop dat er goede (kamp)kledingvoorraden moeten zijn geweest: "De 'Bekleidungskammer' is op het oogenblik gesloten. De vroegere capo, Lindner, die liever voorraden aanlegde dan kleeding en schoeisel uitgaf en in onhebbelijkheid uitmuntte, is afgezet. Zoo spoedig mogelijk zal, via de Blocks, een begin worden gemaakt met de uitgave van het meest noodzakelijke. " Boellaard had als vertrouwensman voor de Nederlanders en lid van het International Prisoners Comittee een prominente functie in het kamp en kon dus zeker aanspraak maken op een kampjas. Dat hij die niet droeg bij het interview op 5 mei heeft er wellicht mee te maken dat hij niet als gevangene in beeld wenste te komen.