Fotoalbum uit de nalatenschap van Berend (Ben) de Jonge (Amsterdam, 13-2-1926 - ?).

Fotoalbum uit de nalatenschap van Berend (Ben) de Jonge (Amsterdam, 13-2-1926 - ?). Verzetsdeelnemer/ Indiëganger. Fotoalbum met 186 foto’s in zwart-wit uit de nalatenschap van Berend de Jonge. -Foto’s [5 stuks] in zwart-wit van een pleziervaartocht. Op 5 daarvan Berend de Jonge groep van meerdere volwassenen en enkele kinderen. -Posefoto’s [11 stuks] getiteld “Hulten” uit 1946. Betreft foto’s van geüniformeerde jonge mannen in wisselende samenstelling. Op 2 daarvan Berend de Jonge; 1 in uniformkleding met militaire vrachtwagen op de achtergrond, en 1 in burger staand in een deuropening. -Posefoto’s [5 stuks] van Nederlandse militairen aan boord van het schip de “Indrapoera” op de heenreis naar Nederlands-Indië. -Foto’s [159 stuks] uit Nederlands-Indië. Betreft hoofdzakelijk groeps- en posefoto’s van de Berend de Jonge en/ of andere Nederlandse militairen, alsook Nederlandse militairen en Berend de Jonge met lokale en/ of inheemse bevolking, en landschapsfoto’s. Ingeplakt achter in het album: -Verlofpas. Betreft een aan ‘soldaat, de Jonge B’ (Berend de Jonge) verleent 3-daags verlof voor de periode 11-1-1947 – 13-1-1947, door de commandant van 1e Reserve Compagnie Indië (W.R. van Wetter), Hulten, dd. 10-1-1947. -Tijdelijke pas, op naam van Soldaat B. de Jonge (Berend de Jonge). Betreft toestemming om het beschermde gebied van de haven van Tandjong Priok te betreden. Met geldigheidsduur van 30-5-1947 tot 7-6-1947. Ondertekend door De Officier belast met de Haven Veiligheidsdienst. -Kaartje (blauw) met daarop een tafelschikking voor de eetzaal op het B-deck van het schip “M.V. Georgic” [schip White starline/ gebruikt als troepentransportschip]. Op het kaartje met rood potlood het tafelnummer ‘54’ geschreven. -Maaltijdkaart (groen gekleurd) op naam van B. de Jonge (Berend de Jonge). Daarop dek, hut nummer, en bed. -Kaartje (wit) met opdruk in zwarte letters ‘Ong Boen Tjiauw’, en het adres van een broodbakkerij aan de Martapura-weg te Bandjermasin (Nederlands-Indië). -Geldbiljet. Betreft een ‘Muntbiljet’ van 2 ½ Nederlandsch-Indische Gouvernementsgulden ‘Doea Roepiah Limapoeloeh Sen’. Heeft het uiterlijk voorkomen van een Dollarbiljet, met op de voorzijde een donkerblauw/ paarse opdruk met afbeelding van koningin Wilhelmina, en het Wapen van het Koninkrijk der Nederlanden. Aan de achterzijde groene opdruk met twee tekstvakken met zowel in het Nederlands als het Indonesisch het verbod op het namaken/ vervalsen van het muntbiljet. Aan zowel de voor- als achterzijde aan de onderkant opdruk van de ‘American Banknote Company’. -Diploma op naam van B. de Jonge (Berend de Jonge), voor het passeren van de evenaar. Diploma opgemaakt aan boord van de Indrapoera, 27-5-1947. -Toegangsbewijs van de Koninklijke Marine-AFD. O&O Cantine Priok, voor Marine Cabaret, dd. 7-10-1947. -Bewijs van overtocht van de ‘Koninklijke Paketvaart-Maatschappij’. Op naam gesteld van B. de Jonge (Berend de Jonge). Vertrek vanaf Tandjong naar (onleesbare) bestemming. Aan achterzijde bepalingen 912 voorwaarden) betreffende het vervoer van passagiers en bagage, dd. 29-5-1948. -Fotoansichtkaart (zwart-wit) met opschrift ‘Groeten uit kamp Hulten’. Daarop 5 afbeeldingen, 4 van (kanp) Hulten, en in het midden 1 portretafbeelding van Berend de Jonge. -Fotoafbeelding (zwart-wit) van het schip "M.S. Indrapoera". Met het opschrift: ‘Ter Herinnering aan ons vertrek (naar) Indie. Toto Wederziens. Indrapoera’. Alsook een groepsafbeelding met circa 60 Nederlandse soldaten, zd. Tijdens de oorlogsjaren werkte Berend (Ben) de Jonge in de bakkerij van zijn vader gevestigd in de Noorderdwarsstraat 11 in Amsterdam. In deze jaren bracht Berend de Jonge eenmaal een Joodse baby in veiligheid door het in de bakkersmand te vervoeren die voor op de fiets was gemonteerd. Aan het einde van de oorlogsjaren diende Berend de Jonge enige tijd bij de Binnenlandse Strijdkrachten (BS). Na de oorlog verbleef De Jonge als dienstplichtig soldaat in opleiding eerst enige tijd in Hulten, alsvorens hij in het midden (waarschijnlijk mei) van 1947 aan boord van het schip "M.S. Indrapoera" naar Nederlands-Indië werd gestuurd. In Nederlands-Indië werkte De Jonge ten tijde van de eerste politionele actie als bakker. In 1948 (waarschijnlijk mei) keerde De Jonge weer terug richting Nederland aan boord van het troepentransportschip "M.V. Georgic".