Papieren Kledingstukken [12 stuks]: 3 schortjes, 6 jurkjes, en 3 korte broekjes, tijdens de bezettin...

Papieren Kledingstukken [12 stuks]: 3 schortjes, 6 jurkjes, en 3 korte broekjes, tijdens de bezettingsjaren gemaakt door Corrie Blonk. Betreft: - Schortje met lichtblauw beleg van textiel en donkerblauw beleg van crêpe papier, en een voorzakje. -Schortje met geel beleg van crêpe papier. -Schortje met geel beleg van crêpe papier. -Jurkje (geplooid) met bruin beleg van crêpe papier, en voorzakje. -Jurkje met geel beleg van crêpe papier. -Jurkje met geel beleg van crêpe papier. -Jurkje (geplooid), met groen beleg van crêpe papier. -Jurkje met groen beleg van crêpe papier. -Jurkje met groen beleg van crêpe papier, en zwart stiksel. -Korte broek met donkerblauw en geel beleg van crêpe papier. -Korte broek met donkerblauw en rood beleg van crêpe papier. -Korte broek met geel beleg van crêpe papier, en met potlood getekende knoopjes en knoopsgaten. -Papierenzak met rood-zwarte opdruk van ‘J. Admiraal. Levensmiddelenbedrijf’, Disseldorp A 81 te Limmen. [Het was onder andere van dergelijke papierenzakken waarvan het papier voor de kledingstukjes afkomstig was]. Aan het begin van de oorlog woonde het gezin Blonk, vader Cor, moeder Catrien en hun 2 dochters Gerda (12) en Corrie (10) en zoon Arie (8) in de 2de Schagerdwarsstraat in Den Helder. Daar werkte vader Blonk op de Rijkswerf. Vlak nadat Nederland was bezet werd het gezin geëvacueerd en vertrok het, met hulp van de bloemenman van de markt in Den Helder, per vrachtwagen naar Limmen. Daar verbleef het gezin tot 2 maal toe bij mensen op zolder alvorens een woning te betrekken dat tussen het parochiehuis en de kerk lag ingeklemd. De kinderen gingen in Limmen naar de “Maria School”. In de zomervakanties kregen de kinderen zogenoemd ‘plukverlof’ om hun ouders te helpen met het oogsten. Kinderen die op school achterbleven kregen onder andere naailes. Als gevolg van de schaarste was er echter geen stof voor handen. In plaats daarvan werd papier gebruikt, dat werd voorbewerkt door het soepel te knijpen, waarvan kledingstukken met beleg werd genaaid. Vader Blonk vervaardigde voor de kinderen van houten geweerkolven kleppers met een leren band over de voet. Van de tuinman van het parochiehuis kreeg de familie sperziebonen, en werd er meel gemalen van op het land achtergebleven halmen. De zus van Corrie Blonk, Gerda, fietste regelmatig van Limmen naar Zuidermeer om bij boerderijen voedsel te halen. Een keer maakte Corrie deze tocht in haar plaats en kwam bij Ursem onder vuur te liggen tijdens een bombardement. Na de bevrijding keerde het gezin Blonk terug hun oorspronkelijke woning in de 2de Schagerdwarsstraat in Den Helder. De woning in de 2de Schagerdwarsstraat, was nog in dezelfde staat zoals het gezin het had achtergelaten.