Getuigen Verhalen, Kamp Amersfoort, interview 012

Is 14 als de oorlog uitbreekt. Woont in Rotterdam, ziet Duitse watervliegtuigen op de Maas. Familie vlucht tijdens bombardementen, worden 14 dagen daarna na weer herenigd. Hij werd verliefd op Sara (16 jaar) die werd weggevoerd naar Sobibor. Ging op 16 jarige leeftijd in het verzet. Bracht verboden lectuur rond en bevestigde kleefmijn op een Duits schip. Opgepakt en verhoord door de SS. Niets gezegd, niemand verraden. Toch weggevoerd naar Kamp Amersfoort. Zaten 600 gevangenen. Kregen hompje brood en ‘s avonds (meer water dan) soep uit een emaillen kom. Veel gepest en getreiterd door de bewakers. Als de bel luidde, moest je zo snel mogelijk naar de appelplaats om een uur lang stil te staan. Anders kreeg je slaag of 20 keer opdrukken. Hij kreeg een Entlosungsschein en was hiermee 'ontslagen' uit Amersfoort. Wordt op transport naar Duitsland gezet. De trein vertrok vanaf station Amersfoort. In de wagons zaten ongeveer 70 mensen, wc was een olievat. Na vier dagen lukte het om met een aantal anderen om te ontsnappen, in de buurt van Koblenz. In Duitsland verzon hij dat hij zijn vader, die dwangarbeider was, zocht en dat zijn moeder ziek was. Via de Belgische Ardennen kwam hij in Antwerpen terecht; waar hij hielp met het bevoorraden van het front. Na de bevrijding ging hij naar Indonesië om daar te vechten.