Getuigen Verhalen, Het Molukse perspectief in oorlogstijd, interview 14
Geïnterviewde 14 is in 1926 in Padang (Sumatra) geboren. Haar vader was daar commandant van politie. Het gezin woont voor een korte tijd in Emmahaven, Padang Laut, maar keert weer terug in Padang. In 1936 wordt haar vader gevraagd om de vrijgevallen plaats van dorpshoofd (radja) in het dorp Oma (Haruku) in de Molukken in te nemen. Dit gaat niet door omdat hij ziek is geworden en de moeder van geïnterviewde, een Javaanse uit een KNIL-milieu, waarschijnlijk niet wil verhuizen naar de Molukken. In 1941 overlijdt vader. Moeder van geïnterviewde heeft drie huisjes gekocht in kampong Sasak, Padang, die zij verhuurt en waarmee zij pensioen aanvult voor haar en de kinderen. De begrafenis wordt geregeld door een familielid, een KNIL-militair en vader van geïnterviewde nr. 13, die later ook naar Padang verhuist om een beschermend oogje in het zeil te houden. Dit familielid was betrokken bij allerlei ondergrondse activiteiten. Zo heeft geïnterviewde eenmaal een Nederlandse vlag voor de verzetsgroep moeten verstoppen. Het familielid schijnt door een spion verraden te zijn. Zij heeft hem niet meer gezien. Geïnterviewde woont met gezin van geïnterviewde nr.13 tot dat gezin naar Malang vertrekt. Hierna leert zij een Timorese KNIL-militair kennen, die na een kort gevangenisverblijf weer was vrijgelaten door de Japanners. Met hem trouwt zij later. Zij volgt haar man naar Bukit Tinggi waar hij werk had gevonden in de haven. Niet lang hierna wordt haar man gevangen gezet door de Japanners en moet hij meewerken aan de brug in Muara Sijunjung. Zij is hierna weer bij haar moeder in Padang gaan wonen en is daar gaan werken in een Japanse textielfabriek. Zij heeft haar man diverse malen bezocht. Haar man is diverse malen door de Japanners in elkaar geslagen. Na de capitulatie is geïnterviewde herenigd met haar man. In Padang wonen zij in een blok bestemd voor onderofficieren, bewaakt door Brits-Indische militairen tegen eventuele aanvallen van Indonesische nationalisten. Vervolgens wordt haar man als KNIL-militair gestationeerd in Sabang, waar hij de haven moest bewaken. Haar man kwam hier terecht bij de Speciale Troepen van kapitein Westerling. de Groene Baretten. Met haar man is zij vervolgens meegereisd naar Jakarta, Bandung, Cimahi. Geïnterviewde bezat zelf enige wapenkennis en zij was betrokken bij de bescherming van het kampement tegen Indonesische troepen. Na de soevereniteitsoverdracht in 1949 vecht de man van de geïnterviewde mee met voormalig kapitein Westerling en zijn APRA (Angkatan Perang Ratu Adil) troepen die een coup tegen de centrale Indonesische regering uitvoerden. Een deel van deze APRA militairen word berecht en gedetineerd op het eilandje Onrust. Zij werden later overgebracht naar Nieuw-Guinea. Geïnterviewde reist met haar man naar Timor. Het bevalt haar daar niet. Bij de opheffing van het KNIL kiest de man van geïnterviewde, op advies van een oom, om te opteren voor tijdelijk overbrenging naar Nederland. Via Surabaya vertrekken zij, samen met twee geadopteerde kinderen, aan boord van de Skaubryn naar Nederland. In Nederland aangekomen komen haar man en geïnterviewde te wonen in Schattenberg. Het verblijf valt haar tegen. Later gaat ze werken in een groente- en viskraam.
- Museum Maluku (MuMa) ©
- Habiboe, Drs. R.R.F.
- interview
- WOII
- Depot Speciale Troepen
- APRA
- Tweede Wereldoorlog
- Politionele acties
- Westerling
- oral history
- Bersiap
- Modern and contemporary history
- Korps Speciale Troepen
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer