Thematische collectie: Erfgoed van de Oorlog, Getuigen Verhalen, Project 'Herinneringen aan mijn Amsterdamse zusje/broertje'
Maria van de Rijt-Van Geffen was 12 toen de oorlog uitbrak. Ze was het oudste kind in een streng katholiek gezin in Tienray. Tegenover hen woonde de vroedvrouw Hanna van de Voort. Samen met de Nijmeegse student Nico Dohmen wist Hanna in de jaren 1943-1944 meer dan 120 Joodse kinderen uit Amsterdam bij Noord-Limburgse gezinnen te laten onderduiken. Ook Maria kreeg een Joods ‘zusje’, Floortje Paauw. Aanvankelijk vond Maria dat niet leuk en dus vertelde ze Floortje dat de Joden Christus hadden gekruisigd. Het Joodse meisje nam wraak door met haar modderschoenen over de witte was te lopen. Deze en andere verhalen van Noord-Limburgse kinderen die in de oorlog een Joods broertje of zusje kregen, zijn audiovisueel vastgelegd. Hoe hebben deze Limburgse kinderen het beleefd? Hoe was het om plotseling ouders te moeten delen? En welke impact maakte de soms slechte afloop van de onderduik? Zo was Maria van de Rijt erbij toen Floortje in juli 1944 door Duitse militairen werd weggehaald. Maria moest Floortje aankleden. Het meisje kwam niet meer terug. Op 6 september 1944 werd ze vermoord in Auschwitz.
- LGOG Maastricht ©
- interview
- Social sciences
- Modern and contemporary history
- Oral History
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer