Schicksalbegegnungen
Lore Pintus (dochter van Hans Erich Pintus en Elisabeth Pintus), beschrijft haar leven in Westerbork in 1944, vlak voor het einde van WOII. Ze sluit er vriendschap met Thijs, een niet-joodse man die op transport wordt gesteld (Matthijs Carel Cohen Tervaert (1915-1945). Een Duitse jood, die aangeduid wordt met de naam Gert, verzorgt haar terwijl ze erg ziek is en hun innige vriendschap helpt hen beiden overleven. Hij komt (net als zij) uit Duitsland (Bamberg) en kwam in 1939 naar Nederland, naar het Wieringer Werkdorp. In Westerbork wordt hij aangesteld als machinist en heeft op die manier contact met de buitenwereld. Ze overleven beiden de oorlog maar verliezen elkaar uit het oog. Dit document is geschreven naar aanleiding van een ontmoeting met deze man, veertig jaar later.
- Collectie Joods Museum
- egodocument
- D002549
- bevrijding
- vlucht
- verzet
- egodocument
- herinnering (persoonlijk)
- Westerweelgroep
- Westerbork
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer