De koloniale politie in crisis : het politievraagstuk in Oost-Java en Madura, 1945-1949
In deze scriptie wordt het Nederlandse politiebeleid in Oost-Java en Madura tijdens de dekolonisatie van Nederlands-Indië (1945-1949) onderzocht. Het politievraagstuk is tot nu toe nauwelijks in kaart gebracht, terwijl een analyse van de civiele politie bij uitstek de mogelijkheid biedt politieke en militaire historiografische thema's te verbinden. De 35 duizend man sterke civiele politie, die grotendeels uit Indonesische rekruten bestond, moest op het oog tegengestelde doelstellingen met elkaar verenigen. Enerzijds diende de politie als gezicht van de staat de Nederlandse voorstellen voor een geleidelijke dekolonisatie legitimiteit en politieke geloofwaardigheid verschaffen, anderzijds diende zij als militair hulpmiddel voor 'rust en orde' te zorgen. Door middel van een regionale analyse worden de tegengestelde belangen van militairen, bestuurders en politici onderzocht. De gebreken van de oude 'koloniale politie' en het kwetsbare, gefragmenteerde koloniale gezag kwamen tijdens kwamen tijdens het gewelddadige conflict met de Republiek in sterk verhevigde vorm naar voren. De civiel-politiële taken verdwenen ondertussen naar de achtergrond terwijl de politie ondergeschikt raakte aan het militair apparaat. Doctoraalscriptie Geschiedenis, Universiteit van Amsterdam. 1 online resource (.. pagina's.)
- Kocsis, Tomás.
- NIOD Bibliotheek
- Text
- on1193555688
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer