Wat blijft is het verhaal. Mevr. J. Folmer, 1999
Joke Folmer vertelt voor een schoolklas over haar ervaringen in de Tweede Wereldoorlog. <br/>Zij woonde ten tijde van de oorlog in Amsterdam op de Prinsengracht. Ze vertelt dat, na Limburg, de meeste onderduikers in Friesland zaten. Door het open landschap kon men al van ver Duitsers zien aankomen.<br/>Na de maatregelen tegen de Joden gingen veel mensen over van passief naar actief verzet o.a. overvallen en sabotage.<br/>Haar Joodse, ondergedoken vriendinnetje in Amsterdam bracht ze huiswerk. Op de vlucht naar Zweden werd het Joodse meisje opgepakt op het station in Groningen. Ze ging meteen op transport naar Duitsland en werd na aankomst direct vergast.<br/>Uit boosheid en frustratie gaat Joke (ca. 20 jaar oud) deelnemen aan het verzet; eerst pakjes bezorgen, later mensen begeleiden over de grens. Piloten vlogen in Engelse bommenwerpers, Lancasters. Als een vliegtuig neerstortte, zorgde ze voor de bemanning en voorzag ze van voeding, kleding etc. Joke heeft meer dan 100 gestrande piloten over de grens geholpen. De grenzen waren beveiligd met prikkeldraad, honden en grenswachten. Het transport over de grens ging bijvoorbeeld via monniken, met roeibootjes, over de grond kruipend langs heggen. Daarna werden piloten overgedragen aan de Belgische ondergrondse. Uiteindelijk wisten zij, via besneeuwde bergpaden in de Pyreneeën, het vrije Spanje te bereiken. Na de oorlog heeft Joke contact gehouden met oud-piloten, vaak op reünies. Ze toont een parachute van zijde, een deel heeft ze gebruikt voor haar trouwjurk.
- Fries Verzetsmuseum
- Fries Film en Audio Archief
- Film
- 0021-AV0042FVM
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer