Sneek, 'Kinderschoentjes'
De 'Kinderschoentjes' herinneren de inwoners van Sneek (gemeente Súdwest-Fryslân) aan het Canadese Perth Regiment dat na de oorlog werd ingekwartierd bij Sneker gezinnen, in afwachting van een boot die hen naar hun vaderland zou terugbrengen. Een van de regimentsleden was Norrys Chadwick, een Canadese soldaat die in Italië een paar kinderschoentjes had gevonden en dit als mascotte meenam naar Sneek. Hier was hij gast van de familie Hoogland aan de Parallelweg. De bevrijdingsactiviteiten van het Perth Regiment in Europa begonnen op 8 november 1943 in Italië (Napels). Via Frankrijk (Marseille) en België (Mons) stootte het door naar Nederland: naar Nijmegen, Arnhem, Doesburg en Harderwijk. In 1945 was het Perth Regiment betrokken bij de gevechten in Noordoost-Groningen. Het regiment leverde hevige strijd bij Holwierde en bevrijdde op 4 mei 1945 het Nansum, Biessum en Delfzijl. Het laatste gevecht van het Perth Regiment was bij het Eemskanaal in de nabijheid van Delfzijl. Met grote hartelijkheid boden de Snekers onderdak aan de militairen van het Perth Regiment, die volledig in de gemeenschap werden opgenomen. Het regiment arriveerde op 1 juni 1945 in de stad. Er werden allerlei activiteiten georganiseerd om de maandenlange wachttijd voor de Perth militairen zo aangenaam mogelijk te maken. Er werd een Contact Commissie Canada Sneek (CCCS) in het leven geroepen die allerlei activiteiten organiseerde, zoals zeilwedstrijden op het Sneekermeer, voetbal-, touwtrek- en schietwedstrijden, maar ook dansavonden. Op gezette tijden werden voor de Canadezen speciale kerkdiensten gehouden. Op initiatief van het Perth Regiment werden deze diensten omlijst door 'Church Parades', die altijd veel publiek trokken. Het verblijf van het Perth Regiment in Sneek duurde tot eind november 1945. De laatste Canadese strijders vertrokken in de nacht van 27 op 28 november. Toen het Perth Regiment in Italië was, vond Norrys Chadwick langs de kant van de weg een paar kinderschoentjes. In mei 1990 stuurde hij de mascotte naar de gemeente Sneek, met het onderstaande verhaal: MIJN MASCOTTE Als soldaat van het Perth Regiment waren we in opmars in Italië. We marcheerden aan beide kanten van de weg. Ik was aan de linkerzijde toen ik een paar kleine schoentjes ontdekte in een lager gelegen gedeelte van de weg. Ik glipte uit de rij en nadat ik de plaats goed had nagekeken op valstrikken, verborg ik de schoentjes snel in mijn uniform. Toen we eindelijk stopten om te rusten haalde ik de schoentjes tevoorschijn en vroeg me af wat ik ermee moest doen. Na ampel beraad besloot ik ze te houden als mijn mascotte, dus gingen ze weer terug in mijn bagage. Eens leende ik ze uit aan een van de jongens die verlof had en voelde me een beetje ongemakkelijk totdat ze weer veilig op de plaats waren waar ze hoorden. Ze bleven bij me als talisman gedurende de hevige gevechten op de Ariëlla Ridge, de Duivelskloof, zoals we het noemden, de Gustaf Line, Hitler Line en Liri Valley. Het was aan de noordzijde van de Foglia rivier toen ik er zeker van was dat de schoentjes mij geluk brachten. Mijn jeep werd geraakt door een granaat. Het was donker, ik zat onder het bloed en het gesuis in mijn oren was zo erg dat ik niets meer kon horen. Ik dacht dat ik dood was, totdat ik mezelf kneep. Britse soldaten kwamen naar me toe toen ze me uit een kapotte struik zagen klimmen en ik vroeg hun of ze mijn jeep ook hadden gezien. Ik kon hen niet verstaan, dus begonnen ze te wijzen. De jeep was een ravage, hij lag op zijn zij, de radiator was stuk, de band was kapotgescheurd en het leer was van het stuur, maar ongeschonden hingen daar nog steeds de schoentjes aan de choke. Wat een opluchting dat we beiden nog heel waren. Na een medisch onderzoek ging ik weer terug naar mijn eenheid, mijn schoentjes weer veilig opgeborgen in mijn bepakking. We bleven samen gedurende de andere gevechten bij Gothic Line, Montecchio, Point 204, Coriano Rodge, Rimine, Savio, Lamone Crossing, Fossio, Munnio, Ravenna, totdat we eindelijk Italië verlieten en landden in Marseille (Frankrijk). Ik verzekerde me ervan dat de schoentjes veilig in mijn uniform zaten om me geluk te brengen, wat de toekomst ook nog voor mij in petto zou hebben. We werden gelegerd ten noorden van de Belgische grens, voor drie weken rust. Ik werd aangesteld op een anti-tankgun waarin mijn schoentjes en ik in actie kwamen in Nijmegen, Driel, Arnhem, Oosterbeek, Harderwijk, Holwierde, Nansum en uiteindelijk Delfzijl. In Delfzijl hing ik de schoentjes aan de anti-tankgun voor het geval ik mijn bepakking zou kwijtraken in de hevige gevechten. Toen de oorlog voorbij was, werden we gelegerd in een klein stadje: Sneek. We herdoopten de stad tot Stradford. De familie waar ik verbleef, heette Hoogland. Ze woonden toen aan de Parallelweg 46. Jelle, Henny en de heer en mevrouw Hoogland. In Leeuwarden woonde een zuster van de heer Hoogland, mevrouw De Jong-Hoogland. Via via hoorde ik dat deze mevrouw schoentjes nodig had voor een van haar kinderen en ik besloot dat als ik de schoentjes niet meer nodig had, ze beter een paar kindervoetjes warm konden houden. Dus gingen ze naar mevrouw De Jong-Hoogland. Met het ms 'Queen Elizabeth' keerden we terug naar Stradford waar we op 16 januari 1946 arriveerden in ijzige kou en sneeuwbuien. Ik was de schoentjes eigenlijk al weer vergeten totdat ik in 1980 een pakket en een brief uit Holland ontving. Toen ik het pakket opende, zag ik tot mijn verrassing de schoentjes. In de brief bedankte mevrouw De Jong-Hoogland mij nogmaals voor de schoentjes. Helaas hadden ze geen van de kinderen gepast, dus had ze de schoentjes een plaatsje gegeven op de schoorsteenmantel. Naarmate mevrouw De Jong-Hoogland ouder werd, vond ze eigenlijk dat de schoentjes terug moesten naar de eigenaar. Daarna hebben de schoentjes een plaatsje gehad op mijn schoorsteenmantel. Nu de tijd verstrijkt, besef ik steeds meer het gezegde: 'Old soldiers never die, they just fade away' ('Oude soldaten sterven niet, ze vervagen gewoon'). Toch heb ik het gevoel dat de kleine schoentjes hun laatste 'rustplaats' moeten hebben in de Schutterskamer van het stadhuis in Sneek. Samen met mijn verhaal. Norrys Chadwick'.
- Oorlogsmonumenten
- monument
- 100
- Geallieerde militairen
- Overig
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer