Sneek, Gerbrandy-monument
Het Gerbrandy-monument herinnert de inwoners van Sneek (gemeente Súdwest-Fryslân) aan de Fries die van 1940 tot 1945 minister-president van het Londens kabinet was. Dit leverde hem de bijnaam 'Kleine Churchill' op. Pieter Sjoerds Gerbrandy werd vlak bij Sneek geboren op 13 april 1885 op een boerderij in Goëngamieden. Het gezin van vader Sjoerd Joukes Gerbrandy, moeder Jeltje Pieters van Zijl, drie zoons en een dochter, was gereformeerd en sociaal en politiek zeer meelevend. Vader Gerbrandy was achtereenvolgens gemeenteraadslid, wethouder en lid van Provinciale Staten. De jonge Pieter Sjoerds kreeg de anti-revolutionaire politiek met de paplepel ingegoten. Hij ging in Sneek naar school, volgde een gymnasiumopleiding aan een internaat in Zetten en studeerde daarna rechten aan de Vrije Universiteit in Amsterdam waar hij op 27 januari 1911 promoveerde op het Heimstättenrecht. Na zijn promotie in 1911 vestigde hij zich als advocaat in Leiden. In datzelfde jaar trouwde hij met een dochter van de Amsterdamse gereformeerde predikant J.S. Sikkel. In 1914 vestigde Pieter Sjoerds Gerbrandy zich aan de Marktstraat in Sneek als advocaat en procureur. Gedurende de mobilisatieperiode 1914-1918 was hij reserve-officier bij de Landmacht. In november 1918 haastte hij zich met 600 vrijwilligers uit Friesland naar Den Haag om daar mee te helpen de 'revolutie' van Pieter Jelles Troelstra de kop in te drukken. Gerbrandy werd in zijn Sneker periode lid van de Bijzondere Vrijwillige Landweer en in 1920 commandant van de BVL in Friesland. Daarnaast was hij jarenlang voorzitter van de Christelijke Nationale Schoolvereniging. De politieke carrière van Pieter Sjoerds Gerbrandy nam een aanvang toen hij in Sneek raadslid voor de ARP werd. Vervolgens werd hij in 1919 lid van Provinciale Staten en van 1920 tot 1930 zat hij in het college van Gedeputeerde Staten. Als gedeputeerde was hij een van de grondleggers van het Provinciaal Elektriciteitsbedrijf. Hoewel hij als overtuigd christen het socialisme afwees, kreeg hij in Sneek vanwege zijn groot gevoel voor sociale rechtvaardigheid de bijnamen 'rode Piet' of 'de rode advocaat'. Binnen de ARP behoorde Gerbrandy tot de stroming van de christelijk socialen. In 1930 werd Gerbrandy professor aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, waar hij handelsrecht, burgerlijk procesrecht en faillissementsrecht doceerde. In 1934 aanvaardde hij tevens het voorzitterschap van de Nederlandse Radioraad, een adviesorgaan voor de rijksoverheid. Als enige anti-revolutionair maakte Gerbrandy in 1939 deel uit van het kabinet De Geer, als minister van Justitie. Dat bracht hem in conflict met zijn partij, omdat er ook twee socialisten in zaten. Toen na de Duitse inval van 10 mei 1940 de Nederlandse regering uitweek naar Londen, bleef Gerbrandy ervan overtuigd dat het nationaal-socialisme overwonnen zou worden. Voor koningin Wilhelmina was dit aanleiding de strijdbare Fries tot minister-president van het oorlogskabinet te benoemen. In zijn toespraken via Radio Oranje verkondigde Gerbrandy zijn onwankelbaar vertrouwen in de goede afloop en gaf zo duizenden Nederlanders de moed om door te gaan. Staatsrechtelijk gezien was Gerbrandy van grote betekenis voor het behoud van de constitutionele monarchie. Ondanks de druk die koningin Wilhelmina op hem uitoefende, bleef hij tijdens de oorlogsjaren vasthouden aan de ministeriële verantwoordelijkheid. Daarmee maakte hij een terugkeer naar de parlementaire democratie mogelijk, maar de relatie met koningin Wilhelmina verslechterde hierdoor wel. Na de oorlog keerde Gerbrandy niet terug in de in juni 1945 gevormde regering. In 1948 werd Gerbrandy gekozen als lid van de Tweede Kamer. Om gezondheidsredenen moest hij die in 1959 verlaten. Mede uit erkenning voor zijn diensten werd hij in 1955 benoemd tot Minister van Staat. Pieter Sjoerds Gerbrandy overleed op 7 september 1961 in Den Haag. Hij werd ter aarde besteld op begraafplaats Eik en Duin. Behalve het standbeeld op het Schaapmarktplein herinnert in Sneek verder nog de naam van een straat in het Zwetteplan aan professor mr. P.S. Gerbrandy. In april 1968 opende zijn weduwe een naar hem genoemde protestants-christelijke lagere school aan de Westhemstraat. Het gebouw doet sinds de zomer van 1997 onder een andere naam dienst als uitwijkmogelijkheid voor scholen met ruimtegebrek. Oprichting Het initiatief tot het oprichten van een nationaal gedenkteken voor Gerbrandy kwam van het Comité Oprichting Nationaal Gedenkteken Prof. mr. P.S. Gerbrandy in Sneek, naar aanleiding van een idee van het voormalig schoolhoofd Berend Keulen. Sneek werd gekozen als plaats voor het gedenkteken, omdat een groot deel van Gerbrandy's leven zich daar voltrok voordat hij in de landspolitiek terechtkwam. Ter verwezenlijking van het plan werden een landelijk erecomité, een erecomité Friesland en een plaatselijk comité opgericht. Onthulling Het monument is onthuld op 14 oktober 1976 door Hare Majesteit Koningin Juliana. Koningin Juliana was beschermvrouwe van het landelijk comité. Hierin zaten verder minister-president J.M. den Uyl, de ministers mr. A.A.M. van Agt en mr. W.F. de Gaay Fortman, de voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer, vier ministers van Staat, de president van de Nederlandsche Bank dr. J. Zijlstra en een aantal kamerleden en oud-kamerleden. Het erecomité Friesland werd gevormd door de Commissaris van de Koningin mr. H. Rijpstra, de burgemeester van Wymbritseradiel B.W. Cazemier, de burgemeester van Sneek mr. B. van Haersma Buma, oud-gedeputeerde J.L. Hoogland, de Friese KVP-voorzitter J. Jorritsma, de oud-leden van de Staten G. Roorda en mr. B.P. van der Veen, de voorzitter van de Stichting Friesland 1940-'45 A.A. van Weperen, Friesch Dagblad journalist P. Wijbenga en de directeur van het Provinciaal Elektriciteitsbedrijf O. Wijnstra. Het comité Sneek bestond uit de hoofdredacteur van het Friesch Dagblad H. Algra, adjudant van politie D. Brouwer, de directeur van het Sint-Antonius ziekenhuis G. Disse, de directeur van drukkerij Doevendans B.V. K. Doevendans, de directeur van de christelijke Middelbare Technische School A. Gerrits, wethouder mevrouw D.Y.W. de Graaf-Nauta, de directeur van het Landbouw Economisch Instituut J. Jonkers, oud schoolhoofd B. Keulen, schoolhoofd en secretaris van de Stichting Sneek '40-'45 G. Oppewal en de directeur van de Amrobank J. Suwijn.
- Maria van Everdingen (22-12-1913)
- Oorlogsmonumenten
- monument
- 161
- Verzet Nederland
- Beeld
- Sculptuur
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer