Amsterdam, 'Monument Joods Verzet 1940-1945'
Het 'Monument Joods Verzet 1940-1945' herinnert de inwoners van Amsterdam aan alle joodse burgers die tijdens de Tweede Wereldoorlog in de strijd tegen de bezetter zijn omgekomen. Het joodse verzet is een onbelicht aspect van de Tweede Wereldoorlog. Nog steeds klinkt het vooroordeel dat de joodse bevolking geen verzet zou hebben gepleegd tegen de bezetter. Niets is minder waar, aldus oud-burgemeester Ed van Thijn, het aandeel dat Joden in het verzet hadden is volgens Van Thijn relatief groter dan dat van andere bevolkingsgroepen. De voorbeelden hiervan zijn talloos. Het meest bekend is de opstand in het getto van Warschau op 19 april 1943. Bij de befaamde aanslag op het Amsterdamse bevolkingsregister was minstens één Jood betrokken. Joden hielpen in België en Frankrijk. Een joodse Rotterdamse leidde de Nederlandse Volks-Militie, een zeer actieve sabotageorganisatie. In getto's en kampen kwamen Joden in opstand. Ze deelden brandbare middelen uit om barakken in brand te steken en stortten zich op bewakers, biddend dat sommige kampbewoners het dichtsbijzijnde woud konden bereiken. Een joodse koerierster, Suzie, had haar haar gebleekt en fietste zonder jodenster de stad rond. Zij zei over haar activiteiten om kinderen te redden dat 'als ergens een baby van onderduikers geboren was, er genoeg te doen was voor iemand met blond haar en een fiets'. De historicus Bernard Suckecky vatte het als volgt samen: 'Het joodse verzet was een oorlog in de oorlog. De oorlog gevochten door de Joden tegen hun uitroeiing.' Oprichting De oprichting van het monument was een initiatief van het Comité Joods Verzet 1940-1945, dat hiermee de grootste wens van de joodse oud-verzetsman Bennie Bluhm vervulde. Bluhm (1917-1986) was vaak te vinden in de boksschool Olympia in de Rapenburgerstraat in Amsterdam. Hij vormde hier tijdens de bezetting knokploegen om de buurt te beschermen tegen de Weer Afdeling (WA), de militie van de NSB. Aan het eind van zijn leven werd Bluhm steeds heftiger herrinnerd aan zijn vermoordde joodse strijdmakkers. Het was in zijn ogen alsof ze hem wilden waarschuwen dat ze nooit vergeten mochten worden. Hierop nam Bluhm het initiatief een monument voor hen op te richten. De stichting die dit zou realiseren werd opgericht op de dag van Bluhms begrafenis. Onthulling Het monument is onthuld in 1988. Tijdens de onthulling hield de toenmalige burgemeester van Amsterdam Ed van Thijn een toespraak waarin hij zei het treurig te vinden dat er een monument nodig was tegen het vooroordeel dat Joden geen verzet zouden hebben gepleegd. Dick Dolman, toenmalig voorzitter van de Tweede Kamer wees er tijdens de onthulling op dat er in Nederland minstens duizend verzetsstrijders van joodse afkomst waren en dat vijfhonderd van hen dit met de dood hebben moeten bekopen.
- J.J. Glatt (ontwerp)
- ir. Emmanuel M. Glatt (uitvoering)
- Oorlogsmonumenten
- monument
- 1631
- Zuil
- Vervolgden Nederland
- Verzet Nederland
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer