Amersfoort, gedenkplaat in het politiebureau
De gedenkplaat in het politiebureau te Amersfoort is aangebracht ter nagedachtenis aan drie leden van het politiekorps van Amersfoort die tijdens de bezettingsjaren door oorlogshandelingen om het leven zijn gekomen. De namen van de drie slachtoffers luiden: Adriaan Beeke, Klaas de Graaf en Hermanus Reinten. Adriaan Beeke Direct na de capitulatie kwam een aantal net teruggekeerde Hooglanders om bij ongelukken met landmijnen in de omgeving van de spoorwegsplitsing Amersfoort – Zwolle en Amersfoort – Apeldoorn. Op 15 mei ’s middags om twee uur liep hier een drietal Hooglanders op een landmijn. H.W. Hartogsveld werd op slag gedood. W. Ramselaar werd zwaar gewond en overleed later in het ziekenhuis De Lichtenberg. H. van de Bor werd eveneens zwaar gewond. De Amersfoortse politieagent Adriaan Beeke en een vijftal burgers onderzochten de plek van het ongeluk. Beeke trapte daarbij ook op een landmijn en was op slag dood. Datzelfde overkwam een deel van een groepje Amersfoorters dat zij daar ook bevond: Johannes Lablans, Arie Poort, Herman van de Heide en Teunis Brons. Zoon Dirk Lablans werd zwaar gewond. Op 18 mei werd H. Rouwendaal door een landmijn gedood. De mijnen waren door Nederlandse militairen aan beide zijden van de Hamseweg gelegd, in en naast de spoorbaan Amersfoort-Nijkerk en in de Eemdijk. Op 24 mei 1940 waren de mijnen opgeruimd. Klaas de Graaf Klaas was, na een periode van werkloosheid, van november 1940 tot mei 1941 als machinebankwerker werkzaam bij de Hermann-Göring-Werke in Duitsland. Na verlof keerde hij niet terug en vond hij een baan in zijn woonplaats Den Haag tot eind 1942. Hij begon toen een opleiding bij de politie in Schalkhaar. In 1944 werd hij als wachtmeester der Staatspolitie in Amersfoort aangesteld. Hier kwam hij in contact met de verzetsmannen Hendrik Kolkman en Jacob Pieter Schipper. Hij hield zich bezig met het schoonmaken en herstellen van wapens die afkomstig waren van wapendroppings in Zuid-Holland. Ook gaf hij wapeninstructie aan de Orde Dienst en Binnenlandse Strijdkrachten. Door verraad van de indringer Rolf Bell werd hij op 23 november 1944 opgepakt in het politiebureau in Amersfoort. Tijdens de huiszoeking in zijn woning aan Vermeerstraat 22 werd er een stengun met munitie aangetroffen. De heer Hendrik Kolkman – onkundig van de arrestatie – probeerde De Graaf thuis te waarschuwen, maar werd daar eveneens gearresteerd en de volgende dag in Kamp Amersfoort gefusilleerd. De Graaf werd ingesloten in de bunker van Kamp Amersfoort en enige tijd later overgebracht naar het Huis van Bewaring op de Weteringschans in Amsterdam. Als represaille is hij samen met Jacob Pieter Schipper, sergeant-majoor bij de infanterie en Antonie J.J. Breedveld in Purmerend gefusilleerd op 15 december 1944. Hermanus Reinten Van beroep was hij opperwachtmeester bij de gemeentepolitie van Amersfoort. Als lid van de Landelijke Ordedienst was Hermanus betrokken bij de aanslag op commissaris van politie Versteeg. Na zijn arrestatie op 19 augustus 1943 werd hij tot 11 mei 1944 opgesloten in het Oranjehotel te Scheveningen. Op die datum werd hij gedeporteerd naar Duitsland en tewerkgesteld in een aantal kampen: Sachsenhausen, Dachau en Neuengamme. Hij is omgekomen op 11 januari 1945 in Neuengamme. Onthulling Het monument is onthuld op 12 augustus 1977 tijdens de ingebruikneming van het nieuwe politiebureau.
- Oorlogsmonumenten
- monument
- 1691
- Plaquette
- Burgerslachtoffers
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer