Apeldoorn, monument op de Joodse begraafplaats
Het monument op de Joodse begraafplaats in Apeldoorn is opgericht ter nagedachtenis aan alle joodse medeburgers die tijdens de Tweede Wereldoorlog door de bezetter zijn gedeporteerd en omgebracht. In oktober 1941 werden tijdens een totaal onverwachte bliksemactie van de bezetter de eerste joden uit Apeldoorn weggevoerd. Dertien joden werden op transport gezet naar het Oostenrijkse concentratiekamp Mauthausen. Vanaf april 1942 moesten joden een davidster op hun kleren dragen. Dit maakte het traceren en oppakken van joodse inwoners eenvoudiger. In november 1942 werden 67 joden uit Apeldoorn op transport gesteld naar het doorgangskamp Westerbork. Op 20 januari 1943 vertrokken 33 gezinnen naar het vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau, samen met joodse patiënten en personeelsleden van de psychiatrische inrichting 'Het Apeldoornsche Bosch' (in totaal ruim 1200 mensen). Eind maart 1943 werden zeven joden naar Vught en acht naar Westerbork gedeporteerd. In Apeldoorn keerden na de bevrijding omstreeks 150 joden terug. Circa 1450 Apeldoornse joden hebben de oorlog niet overleefd. Onthulling Het monument is onthuld op 16 juli 1950 door opperrabbijn J. Tal.
- Oorlogsmonumenten
- monument
- 1709
- Vervolgden Nederland
- Gedenksteen
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer