Hoge Hexel, monument voor kapitein A.F. Lancker
Het monument voor kapitein A.F. Lancker in Hoge Hexel (gemeente Wierden) is opgericht ter nagedachtenis aan de verzetsman die op 11 februari 1945 in de strijd tegen de bezetter is gesneuveld. Albert Ferdinand Lancker werd geboren op 2 maart 1894 in Utrecht. Na een militaire opleiding in Kampen vertrok hij in 1921 als 1e luitenant van de Infanterie naar het voormalige Nederlands-Indië. In 1933 keerde hij terug naar Nederland. In de meidagen van 1940 heeft Lancker als kapitein met zijn troepen in het gebied van De Peel in Noord-Brabant gevochten. Toen hij eind 1940 door de bezetter enige maanden gevangen werd gezet, besloot hij onder te duiken. Eind 1942 betrok Lancker als 'mijnheer De Jong' een woning in Hellendoorn aan de weg naar Ommen. Van hieruit bouwde hij geleidelijk aan een geheime verzetsorganisatie op. In zijn woning werd het hoofdkwartier van de Raad van Verzet (RVV) gevestigd. Lancker werd de commandant van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten in Twente en Salland. Hij probeerde de vele verzetsgroepen die overal actief waren, te bundelen in hechte organisatie. Lancker bediende zich van de schuilnaam 'Evert', om zijn identiteit niet te verraden. Commandant Lancker formeerde zgn. guerrillagroepen, die o.a. verzetspamfletten verspreiden, onderdak verschaften aan bemanningsleden van neergestorte vliegtuigen, gevluchte gevangenen hielpen en onderduikers verzorgden. Zo werkte de Wierdenaar Gerard Niezink (de 'kleine mus') mee aan de verspreiding van illegale bladen als Trouw en Vrij Nederland . Buitendien hielp hij bij wapendroppings en het onderbrengen van geallieerde piloten. Andere jongemannen, zoals Henk Michel, de broers Marinus en Henk Heerdink en Dirk van Harten, hielden zich vooral bezig met sabotageacties, zoals het laten ontsporen van treinen en het plegen van gewapende overvallen. De politieman Klaas van der Weerd werd in de zomer van 1943 door Lancker benoemd tot commandant van de plaatselijke verzetsgroep. In de nacht van 9 op 10 september 1944 vond in de buurtschap Piksen een wapendropping plaats. De dropping was via de radio vanuit Londen aangekondigd. Die avond verzamelde zich onder leiding van commandant Lancker een groepje mannen op een boerderij, vlak bij het afgesproken droppingsgebied aan de Loomsweg. Toen omstreeks twee uur in de nacht het gebrom van vliegtuigen te horen was, ging de groep snel naar buiten om met lichtsignalen het afwerpterrein te markeren. Even later kwamen geruisloos een aantal containers aan parachutes naar beneden. Ze werden verzameld, op wagens geladen en in een rap tempo afgevoerd naar een afgelegen keet in de buurt. Ook waren drie geheim agenten (zgn. Engelandvaarders) met de vracht mee naar beneden gekomen om te helpen bij het uitbouwen van het verzetswerk. Twee weken na de dropping deed de bezetter een inval in Lanckers woning. Maar 'Evert' woonde hier niet meer. Hij had al enige tijd een nieuwe commandopost ingericht bij de familie Nieuwboer te Hoge Hexel. Wel werd zijn vriendin en helpster, Ria Hermans, gearresteerd en aan een zwaar verhoor onderworpen. Hoewel ze de nieuwe schuilplaats niet verraadde, wist de bezetter toch zoveel uit haar los te krijgen dat er in Zenderen een illegale groep kon worden gearresteerd. Hun hoofdkwartier (Huize Lidwine) werd opgeblazen en een aantal leden werd direct ter plaatse doodgeschoten. Ria Hermans werd in een gevangenis in Gronau opgesloten, maar op 11 februari 1945 werd zij bevrijd en naar Lanckers commandopost in Hoge Hexel gebracht. Diezelfde middag stopte omstreeks 14.00 uur een auto voor het pand. Vier leden van de Sicherheitsdienst uit Almelo sprongen uit de wagen. Zoon Tom Nieuwboer herinnert zich de gebeurtenis als volgt: 'Vier Duitsers omsingelen het huis en twee van hen komen de huiskamer binnen, waar iedereen aanwezig is, de hele familie Nieuwboer, Leo Blomkowski (een uit het leger gevluchte Duitse soldaat), Evert en Ria. Iedereen zit nog aan tafel, want we zijn juist klaar met eten. Er volgt een huiszoeking, we moeten allen in de kamer blijven en worden onder schot gehouden. De jassen aan de kapstok worden nagezocht en terwijl dat gebeurt, draait mijn vader de ouderwetse klok op, wat nogal een ratelend geluid maakt. Omdat hij daardoor wat afgeleid wordt, vergeet één SD'er de jas van Evert te onderzoeken, waarin een revolver zit. Evert, Leo en ikzelf krijgen het bevel onze jassen aan te trekken. Evert pakt daarbij zijn niet-ontdekte revolver, schiet de twee Duitsers die het dichtst bij de voordeur staan neer en vlucht door de achterdeur naar buiten. Onmiddellijk zetten de twee overgebleven SD'ers de achtervolging in. Voor de rest van de familie is er nu nog maar één oplossing om er levend vanaf te komen: zo snel mogelijk zien weg te komen. Ieder vliegt een kant op en moet maar zien hoe het afloopt. Na verloop van tijd komen de Duitsers bij de woning terug en steken deze in brand: de vluchtelingen krijgen ze niet meer te pakken. Dankzij goede hulp en onderduikadressen op een groot aantal plaatsen zijn er geen slachtoffers meer gevallen.' Uit latere verklaringen van ooggetuigen blijkt dat op de vluchtende 'Evert' een groot aantal kogels is afgevuurd, waarvan sommige hem geraakt hebben. Toch zag hij kans nog zigzaggend het veld in te rennen. Na ongeveer een kilometer zakte hij in elkaar, nadat hij waarschijnlijk zichzelf nog een kogel door het hoofd had geschoten. Toen zijn vrienden hem vonden, was hij al dood. Lanckers devies 'Mij zullen ze niet levend in handen krijgen' was bewaarheid. In Hoge Hexel en Hellendoorn is een straat naar de omgekomen verzetsstrijder genoemd. Onthulling Het monument is onthuld op 20 oktober 1949.
- F.W. Haselhoff
- G. Gerrits
- Oorlogsmonumenten
- monument
- 2109
- Verzet Nederland
- Gedenksteen
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer