Kerkrade, bevrijdingsmonument
Het bevrijdingsmonument herinnert de inwoners van Kerkrade aan de Tweede Wereldoorlog en aan het herwinnen van vrijheid en vrede. Na een voorspoedige opmars door Noord-Frankrijk en België waren de Amerikanen van de 30ste infanterie 'Old Hickory' erin geslaagd het grootste deel van Zuid-Limburg te bevrijden. Vervolgens wilden de geallieerden op 17 september 1944 met een groot offensief (operatie 'Market Garden') vanuit België een bruggenhoofd over de grote rivieren in Nederland veroveren, door met luchtlandingstroepen in een bliksemsnelle aanval bruggen in Noord-Brabant en Gelderland veilig te stellen. Vanuit België moesten grondtroepen over de veroverde bruggen naar het IJsselmeer optrekken. Er werden drie complete divisies gedropt: de 101ste US Airborne Divisie bij Eindhoven en Veghel, de 82ste US Airborne Divisie bij Grave en Groesbeek en de 1ste Britse Airborne Divisie bij Arnhem en Oosterbeek. Bij de Amerikanen verliep alles vrij goed. De bruggen over de Maas en het Maas-Waalkanaal bij Heumen en de meeste bruggen nabij Eindboven vielen in hun handen en na harde strijd ook de Waalbrug bij Nijmegen. Maar de Rijnbrug bij Arnhem bleek een brug te ver. De Britse para's werden verrast door Duitse pantsertroepen en moesten zich onder zware verliezen terugtrekken in de Betuwe. Op 19 september stagneerde ook de Amerikaanse opmars in Zuid-Limburg, enkele kilometers ten noorden van Sittard. De frontlinie liep nu dwars door Limburg. In de daaropvolgende maanden ontstond in dit gebied een zware en bloedige strijd, waaronder ook de burgerbevolking zwaar te lijden had. In deze laatste fase van de Tweede Wereldoorlog kregen vele Limburgers het bevel van de bezetter te evacueren. Op 17 september 1944 hadden de geallieerden Kerkrade-West, Spekholzerheide en Kaalheide bevrijd. Nu was de spoordijk van het miljoenenlijntje de grens tussen bevrijd en bezet gebied. Een aantal dagen later (op zondag 24 september) riep de Duitse Ortskommandant de politiechef A. Geeraets bij zich. Het oostelijke stadsdeel van Kerkrade moest ontruimd worden. De volgende dag verlieten 30.000 burgers de stad. De stoet moest in westelijke richting lopen, waar de Amerikanen in stelling lagen. Richting Duitsland was geen optie, omdat de geallieerden al praktisch in de buitenwijken van Aken stonden. Bij Schifferheide zagen de meeste Kerkradenaren voor het eerst de Amerikanen, die in de berm lagen. De mensen waren door de bezetter zonder pardon het schootsveld in gestuurd, waardoor de tocht een riskante onderneming was. Al spoedig na de evacuatie lieten Duitse vuurmonden van zich horen en kwamen granaten aansuizen met als doel het reeds bevrijde Spekholzerheide en Kaalheide. De Amerikanen besloten dat ook de bevolking daar maar beter wat naar achteren kon gaan, verder bij de frontlinie vandaan. Intussen waren de Kerkradenaren al een eind op weg. De Nederlandse Ordedienst probeerde uit de stoet mensen te verwijderen die van collaboratie verdacht werden. Hierbij maakten zij fouten, waardoor onschuldige mensen een hele nacht achter prikkeldraad in de open lucht moesten blijven in de onophoudelijke regen. Maar de volgende dag werden de vergissingen goedgemaakt. Bij Imstenrade ontplofte midden in de stoet een granaat. Veertien mensen bleven bewegingloos liggen. Er waren veel gewonden. De doden werden in de berm gelegd en met hun eigen dekens toegedekt. Duizenden Kerkradenaren overspoelden het kleine Wijlre. De evacués zouden later over heel het Heuvelland verspreid worden. Het uitgestorven Kerkrade werd geplunderd door de Wehrmacht. Waardevolle producten als goud en zilver, levensmiddelen en drank werden door de soldaten mee oostwaarts genomen. De weinigen die niet waren geëvacueerd (o.a. patiënten, verplegend personeel van ziekenhuizen en de bewoners van Maria-oord en Rolduc) maakten verschrikkelijke artilleriebeschietingen mee. Na verloop van tijd besloten de bezetter en de geallieerden een tijdelijk staakt-het-vuren in te lassen. In die pauze van enkele uren werden 120 patiënten overgebracht naar het ziekenhuis van Heerlen en naar hotel Franssen in Valkenburg. De enige ziekenwagen die men heel lang verborgen had gehouden, werd ingezet. Maar de bezetter nam dit voertuig alsnog in beslag en liet drie net bevallen moeders en een oude priester met een zware hartkwaal op straat staan. Eenmaal door de linies bleek echter dat de Amerikanen ambulances gereed hadden staan. Uiteindelijk konden de Amerikanen, die duidelijk bij Kerkrade gepauzeerd hadden om de wonden te likken van de Slag om Aken, de stad op 5 oktober 1944 innemen. Op de plaats die later Old Hickory-plein zou gaan heten, ontmoetten de weinige achtergebleven bewoners de eerste manschappen van de 'Old Hickory' Divisie. Dinsdag 24 oktober mochten de geëvacueerde Kerkradenaren naar hun huizen terugkeren. Met hun karretjes, kruiwagens, dozen, kisten, koffers en gevulde kussenslopen mengden ze zich tussen het militaire verkeer. Terug in Kerkrade troffen de inwoners een puinhoop aan. Mensen die hun huis onbewoonbaar aantroffen, werden tijdelijk ondergebracht in woningen die door gevluchte Duitsers of NSB'ers verlaten waren. De pastoor van het stadsdeel Gracht noteerde na een eerste inspectie van zijn pastorie, dat hij weliswaar heel blij was bevrijd te zijn, maar dat de bevrijders hem wel van een erg groot deel van zijn voorraad zondagse sigaren en wijn hadden bevrijd. Onthulling Het monument is onthuld in 1980.
- Oorlogsmonumenten
- monument
- 2134
- Zuil
- Geallieerde militairen
- Burgerslachtoffers
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer