Dieren, monument voor Theo Dobbe
Het monument voor Theo Dobbe in Dieren (gemeente Rheden) is opgericht ter nagedachtenis aan de verzetsman die hier op 5 september 1944 door de bezetter werd geëxecuteerd. Theodorus Dobbe werd geboren op 19 maart 1901 in Amsterdam. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij een leidende Nederlandse verzetsman. In 1943 werd hij hoofd van de zogenaamde 'opruimingsdienst' van de Landelijke Knokploegen (LKP). Deze verzetsorganisatie was opgericht door de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers (LO). De LKP was onder meer verantwoordelijk voor het verkrijgen van persoonsbewijzen en bonkaarten en heeft naar schatting enkele honderden tegenstanders doodde. Theo Dobbe, voor de oorlog hoofdvertegenwoordiger van een linoleumfabriek en gelovig katholiek, ontpopte zich tot een van de meest rusteloze en veelzijdige mensen in het verzet. In de zomer van 1940 pleegde hij zijn eerste verzetsdaad, door met enkele makkers, onder wie de Bussumse drogist Reeskamp, zijn zoon Gerard A. Reeskamp, Henry Vroom en Jan van Straelen uit de vesting Naarden wapens, munitie en explosieven te smokkelen. Uit de actiegroep Reeskamp is de Groep-Dobbe voortgekomen. Deze verzetsgroep - in wisselende samenstelling - pleegde spionage, sabotage, hielp Joodse onderduikers en werkte mee aan de verspreiding van het illegale blad Vrij Nederland. Op 14 mei 1941 werd Amsterdam-Zuid opgeschrikt door een explosie. De groep-Dobbe had aan de Bernard Zweerskade een villa opgeblazen waarin Duitse officieren waren gehuisvest. Vermoedelijk vielen er geen slachtoffers, maar de schade was groot. Enkele dagen later, op 3 juni, werd een tweede aanslag gepleegd, ditmaal op de telefooncentrale van de Duitse Luftwaffe op vliegveld Schiphol. Hierbij viel een zwaargewonde. Of Dobbe hierbij was betrokken is niet bekend. De represaille van de Duitsers voor beide aanslagen was meedogenloos. Bij een razzia werden driehonderd Joden opgepakt en rechtstreeks naar het Oostenrijkse vernietigingskamp Mauthausen gedepoteerd, waar zij spoedig omkwamen. Dergelijke represailles waren bijna een vaste reactie van de bezetters op verzetsdaden. Het weerhield de meesten er echter niet van hun strijd voort te zetten. Zo ook Dobbe en de zijn makkers. Dobbe werd uiteindelijk door toedoen van Anton van der Waals in de val gelokt. Hij werd opgesloten in het Oranjehotel in Scheveningen en later overgebracht naar een gevangenis in Utrecht, waaruit hij wist te ontsnappen. Hij moest onderduiken en vond in Friesland onderdak in een verlaten jachthuis bij Oranjewoud in de buurt van Heerenveen. Anderen voegden zich daar spoedig bij hem, zoals Gerrit Kleinveld. De groep ontwikkelde er een nieuw plan: een overval op het distributiekantoor in Joure, waar bonkaarten voor de regio werden uitgegeven. Gebruik makend van de wetenschap dat zich op het kantoor onregelmatigheden hadden voorgedaan, staken Dobbe en twee medewerkers op 14 oktober 1942 zich in marechaussee-uniform en eisten de gehele bonnenvoorraad plus de bijbehorende administratie op. De 'kraak' lukte en de bonnen werden uitgezet in Amsterdam. Uiteindelijk werd een premie van 10.000 gulden uitgeloofd, voor degene die de tip kon geven die zou leiden tot de daders. Bij de voorbereiding waren veel mensen betrokken geweest, waardoor de Sicherheitspolizei op het spoor gezet werd en de meesten werden opgepakt. Merkwaardig genoeg werden zij vrijwel ongemoeid gelaten, aangezien het de politie uitsluitend om Dobbe was te doen. Dobbe dook ditmaal onder bij de familie Burgers aan de Waschweg in Velp en werd niet gevonden. Na een aantal maanden begaf hij zich opnieuw in het illegale werk. Begin 1944 werd hij benaderd door de leiding van de LKP om een deel van de organisatie op zich te nemen. Hij vertrok naar Zuid-Nederland ging. Met zijn eigen knokploeg hield hij zich met name bezig met de liquidatie van verraders. Zijn laatste actie op 5 september 1944 (Dolle Dinsdag) kostte hem echter het leven. Hij probeerde de collaborateur J. de Droog te liquideren in opdracht van zijn omgekomen vriend Jan van Straelen en werd opgepakt. Hij werd gevangen gezet op het landgoed Avegoor, waar hij aan een zwaar verhoor werd onderworpen. Daarna werd hij naar het Hof te Dieren gebracht. Vlak voor de fusillade overhandigde Dobbe een afscheidsbriefje dat hij mocht schrijven aan zijn bewaker. Tegelijkertijd gaf hij een SS'er een geweldige oplawaai en trachtte hij de revolver van zijn bewaker te grijpen. Maar tijd om te schieten had hij niet meer: de twee andere bewakers van de Sicherheitsdienst openden het vuur. Dobbe werd dodelijk getroffen en op de fusilladeplaats begraven.Daarmee was de hele groep uit Bussum uitgeschakeld. Theo Dobbe is bij Koninklijk Besluit van 11 september 1951 postuum bijgeschreven in het register van de Militaire Willems-Orde en aan hem werd het Ridderkruis 4e klasse toegekend voor zijn daden tijdens de Tweede Wereldoorlog wegens: 'Het zich in de strijd onderscheiden hebben door uitstekende daden van moed, beleid en trouw door in het tijdvak Mei 1940 tot zijn heldhaftige dood in September 1944 de vijandelijke bezetter met grote voortvarendheid en vindingrijkheid en op elk terrein van het ondergronds verzet hardnekkig te bestrijden, welke daden in belangrijke mate rechtstreeks de Geallieerde Oorlogvoering ten dienste hebben gestrekt. In het bijzonder, door veelal met onmiddellijk levensgevaar: Reeds kort na de capitulatie van Nederland in Mei 1940 met vijf anderen, wapens en munitie in Naarden te bemachtigen; op 14 Mei 1941 te Amsterdam een vijandelijke opslagplaats van telex-apparaten en seintoestellen tot springen te brengen, waarbij een aantal vijandelijke officieren zou zijn omgekomen; na zijn arrestatie op 24 November 1941 te Amsterdam en zijn overbrengen naar de Willem II kazerne te Utrecht daaruit op zeer gedurfde wijze weten te ontsnappen en niettegenstaande hij in December d.a.v. bij verstek ter dood werd veroordeeld, onvervaard het verzet voort te zetten; in Augustus en September 1942 op de Veluwe heidevelden of met plaggen beladen voertuigen in brand te steken, teneinde de vijand te beletten zijn vliegvelden te camoufleren; nadat door hem medio 1943 te Nijmegen een Knok-Ploeg was opgericht, met andere illegale groepen op allerlei wijzen vijandelijke transporten hardnekkig te saboteren, daarbij van Juni 1944 af ten gunste van de Geallieerde Oorlogsvoering de berichtgeving door postduiven van de Mookerheide uit te verzorgen; alsmede Geallieerde piloten over de grens te helpen ontsnappen; door tenslotte kort vóór zijn terechtstelling bij een poging zich te bevrijden aan een zijner bewakers diens vuurwapen te ontrukken, waarop onmiddellijk het escorte het vuur op hem opende en hij dodelijk werd getroffen'. Oprichting Na de bevrijding werd Theo Dobbe eerst herbegraven op het kerkhof van Dieren en vervolgens op de R.K. begraafplaats Buitenveldert in Amsterdam. De Belangenvereniging heeft op de plaats van executie een monument laten plaatsen zodat de verzetsman Dobbe niet in vergetelheid raakt. Bovendien is de Waschweg in Velp omgedoopt tot de Theodorus Dobbeweg.
- Oorlogsmonumenten
- monument
- 2153
- Verzet Nederland
- Gedenksteen
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer