Doniaga, gedenksteen in de boerderij van Schotanus
De gedenksteen in de boerderij van Schotanus herinnert de inwoners van Doniaga (gemeente De Fryske Marren) aan de fusillade op 17 maart 1945 van tien gevangenen uit de Heerenveense gevangenis Crackstate. De namen van de tien slachtoffers luiden: Jelle Boersma, Hotze Brouwer, Wiepke Hof, Jeen Hornstra, Roelof Knol, Albert Koopman, Thomas Kuurstra, Dirk de Ruiter, Siebe de Ruiter en Yde Yntema. Op 15 maart 1945 waren twee leden van de Wasserschutzpolizei uit Lemmer aan het fourageren. Toen zij langs de boerderij van de familie Schotanus in Doniaga kwamen, werd op hetzelfde ogenblik in de schuur een koe geslacht door enkele leden van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten. Er ontstond een vuurgevecht, waarbij de Duitse Revieroberwachtmeister Platt en de Nederlandse Unterwachtmeister Kootstra werden gedood. Als vergelding werden tien politieke gevangenen uit Crackstate op het erf van de boerderij gefusilleerd. Daarna werd het gebouw in de brand gestoken. De slachtoffers werden aanvankelijk begraven in Sint-Nicolaasga. Later zijn zij herbegraven in hun eigen dorp. Jelle Boersma werd geboren op 17 februari 1910 in Oosterzee. Hij was veehouder in Katlijk. Zijn boerderij lag in de buurt van het afwerpterrein van geallieerde wapens en munitie in het Katlijker Schar. Boersma hoorde bij de ontvangstploeg, die na de dropping de wapens distribueerde. Verschillende containers gingen naar de Knokploeg Echtenerbrug, waar op 3 januari 1945 arrestaties volgden. Op 23 januari arresteerde de Sicherheitsdienst Boersma in Katlijk. De gevangenen werden naar Crackstate gebracht, waar ze aan een zwaar verhoor werden onderworpen. Boersma werd begraven op de Algemene begraafplaats in Nieuwehorne. Hotze Brouwer werd geboren op 28 mei 1910 in Akmarijp. Als veehouder op de Beatrixhoeve te Haskerhorne bij het Nannewijd had Brouwer een aandeel in het verbergen van de daar gedropte wapens in zijn boerderij. De slagzin die bij dit droppingsveld werd gebruikt, luidde: 'Wie de schoen past, trekke hem aan.' Tevens was hij medewerker van de Landelijke Organisatie voor hulp aan Onderduikers. Brouwer werd op 8 februari 1945 gearresteerd en overgebracht naar Crackstate. Hij werd begraven op de N.H. begraafplaats in Haskerhorne. Wiepke Hof werd geboren op 8 september 1916 in Echten. De 28-jarige winkelier in Echtenerbrug was lid van de Knokploeg in zijn woonplaats. In de avond van 13 juni 1944 werd het distributiekantoor in Kuinre leeggehaald. Roelof Knol, in het verzet bekend onder de schuilnaam 'Wim Reinders', had zich in dit kantoor laten opsluiten om 's avonds zijn kameraden binnen te kunnen laten. De brandkast werd op een bakfiets geladen. Hof bestuurde de fiets. Verder werkte Hof mee aan het verspreiden van gedropte wapens die van het afwerpterrein in het Katlijker Schar kwamen. Op 3 januari 1945 deed de Sicherheitsdienst een inval in de woning van Hof, waar Luitjen Mulder en Roelof Knol waren ondergedoken. De drie mannen werden naar Heerenveen overgebracht. Hof werd begraven op de N.H. begraafplaats in Echten. Jeen Hornstra werd geboren op 22 mei 1900 in Koudum. Deze Wijckeler boer had tijdens de oorlog geen relaties met het verzet, maar kreeg van zijn neef Laurens Wildschut het verzoek om wapens in zijn boerderij te verbergen. De volgende dag zou de partij opgehaald worden. Tijdens het overladen werd Hornstra echter gearresteerd en naar Crackstate gebracht. Hij werd begraven op de N.H. begraafplaats in Wijckel. In dit dorp is ook een straat naar hem vernoemd. Albert Koopman werd geboren op 4 februari 1917 in Echten. De houtbewerker was tijdens de oorlog lid van het verzet. Hij hield zich met name bezig met het verdelen van gedropte wapens en het geven van wapeninstructies aan de Knokploeg. Op 19 februari 1945 deed de Sicherheitsdienst een inval in de woning van Koopman. Toen zij hier geen wapens konden vinden, staken zij het pand in brand. Koopman werd gearresteerd en naar de Heerenveense gevangenis Crackstate gebracht. Hij werd begraven op de N.H. begraafplaats in Echten. Thomas Kuurstra werd geboren op 28 december 1923 in Harlingen. Hij was als leerling aan de Middelbare Technische School ondergedoken bij Hotze Brouwer op de Beatrixhoeve. Kuurstra was lid van een gevechtsgroep en betrokken bij wapenvervoer. Hij werd tegelijk met zijn gastheer gearresteerd. Kuurstra werd begraven op de Algemene begraafplaats in Harlingen. Siebe de Ruiter werd geboren op 26 januari 1882 in Tjalleberd. Hij was veehouder in Oudehaske. Omdat zijn boerderij aan het water lag, kreeg hij het verzoek van verzetsman Hotze Brouwer om een partij wapens te verbergen die later per schip afgehaald zouden worden. Siebe en zijn zoon Dirk, die op 25 september 1921 in Oudehaske geboren was, waren bij de vier wapendroppingen aan het Nannewijd betrokken geweest. Vader en zoon werden gearresteerd en in Crackstate gevangengezet. Zij werden begraven op de N.H. begraafplaats in Oudehaske. Yde Bouke Yntema werd geboren op 27 februari 1902 in Hemelum. Na de meidagen van 1940 liet hij 'Hald moed' op het toegangshek naar zijn boerderij schilderen. Tijdens de bezetting diende de boerderij van de familie Yntema als bergplaats voor wapens en munitie voor het verzet. Verder verleende Yntema medewerking aan wapentransporten.Toen het bericht kwam dat er een inval van de Sicherheitsdienst werd verwacht, weigerde Yntema onder te duiken, omdat op elk moment zijn tweede kind geboren kon worden. Na de geboorte bleek het jongetje niet levensvatbaar. Toen Yntema voor de tweede maal werd gewaarschuwd, wilde de boer zijn vrouw niet in deze verdrietige omstandigheden alleen laten. De volgende dag werd hij gearresteerd en naar de Heerenveense gevangenis gebracht. Yntema werd begraven op de N.H. begraafplaats in Hemelum. Onthulling In 1948 werd de boerderij herbouwd, waarbij een gedenksteentje in de muur werd ingemetseld.
- Oorlogsmonumenten
- monument
- 222
- Verzet Nederland
- Gedenksteen
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer