Wassenaar, monument op renbaan 'Duindigt'
Het monument op renbaan 'Duindigt' te Wassenaar herinnert aan de voedseldroppings die hier tussen 29 april en 10 mei 1945 hebben plaatsgevonden. Op 6 juni 1944 begon de geallieerde invasie in Normandië. D-day (decision day = dag van de beslissing) luidde de val in van het Derde Rijk van Hitler. Vervolgens ging op 17 september 1944 operatie 'Market Garden' van start, een grootscheeps offensief van 17 tot 26 september 1944 waarmee de geallieerden een bruggenhoofd over de grote rivieren in Nederland wilden veroveren door met luchtlandingstroepen in een bliksemsnelle aanval bruggen in Noord-Brabant en Gelderland veilig te stellen. Hierna zouden Britse grondtroepen deze bruggen gebruiken om door te storen naar het IJsselmeer. Er werden drie complete divisies gedropt: de 101ste US Airborne Divisie bij Eindhoven en Veghel, de 82ste US Airborne Divisie bij Grave en Groesbeek en de 1ste Britse Airborne Divisie bij Arnhem en Oosterbeek. Bij de Amerikanen verliep alles vrij goed. De bruggen over de Maas en het Maas-Waalkanaal bij Heumen en de meeste bruggen nabij Eindboven vielen in hun handen en na harde strijd ook de Waalbrug bij Nijmegen. Maar de Rijnbrug bij Arnhem bleek een brug te ver. De Britse para's werden verrast door Duitse pantsertroepen en moesten zich onder zware verliezen terugtrekken in de Betuwe. Nadat de Slag om Arnhem werd verloren, is de aanval gestokt. Wel was dankzij de samenwerking van Amerikaanse en Engelse soldaten een deel van Noord-Brabant en Gelderland in geallieerde handen terechtgekomen, de zogeheten 'Corridor'. In het deel van Nederland dat nog niet bevrijd was, kreeg de bevolking het tijdens de hongerwinter van 1944-1945 zwaar te verduren. Uiteindelijk kwam rond maart 1945 de bevrijding toch naderbij. De voedselschaarste in West-Nederland was dermate alarmerend dat, als er niet snel hulp zou worden geboden, het aantal slachtoffers niet te overzien zou zijn. Begin april 1945 onderhandelden de geallieerden en de bezetter in het diepste geheim over de wijze waarop aan de hongerende bevolking hulp kon worden gegeven. Uiteindelijk ging rijkscommissaris dr. Arthur Seyss-Inquart op 26 april 1945 akkoord met de aanvoer van levensmiddelen door de lucht, maar pas op 30 april werd dit besluit officieel door een handtekening bekrachtigd. Hierbij was ook aanwezig de Wassenaarder ir. S.L. Louwes, directeur-generaal voor de voedselvoorziening. In eerste instantie werden voor de droppings vier plaatsen in de omgeving van de grote steden in het westen aangewezen. Dit waren de renbaan 'Duindigt' en vliegveld Valkenburg, alsmede de vliegvelden Ypenburg bij Den Haag en Waalhaven bij Rotterdam. Vanaf 27 april mochten de geallieerde vliegtuigen op vooraf door de bezetter aangekondigde tijdstippen en via een vastgestelde route, waarbij verdedigingswerken moesten worden vermeden, naar de afwerpterreinen vliegen. Op 29 april gaf men groen licht voor het opstijgen van de vliegtuigen. De operaties 'Manna' en 'Chowhound' konden beginnen. Om de voedseldroppings goed te kunnen laten verlopen, moesten er eerst oefenvluchten worden gemaakt. Tijdens deze droppings op de vliegvelden in Engeland werden van verschillende hoogten en vliegend op minimum snelheid zandzakken afgeworpen. Uiteindelijk bleek een hoogte van maximaal 150 meter het meest gunstig. Ook de bommenruimen moesten voor dit voedseltransport worden aangepast. Er waren houten rekken gemaakt waarin vijf in zeildoek verpakte bundels van elk zeventig zakken levensmiddelen konden worden geplaatst. Via deze constructie kon men door het openen van de bommenluiken, alle zakken tegelijk afwerpen. Ieder toestel had een hoeveelheid voedsel aan boord waarmee 3.280 mensen gedurende één dag gevoed konden worden. De lading bestond uit: biscuits, vlees, groenten, meel, gist, melk, kaas, margarine, suiker, thee, eierpoeder, zeep, sigaretten en zelfs peper en zout. De blikken en dozen werden in jute zakken verpakt. Om het afwerpterrein te markeren, werd op de grond een groot wit merkteken neergelegd, gemaakt van witte lakens en lappen. In het midden werd een rood licht geplaatst en er omheen een cirkel van groene lampen. Enkele minuten voordat de vliegtuigen het voedsel zouden laten vallen, werden door vier 'Pathfinders' boven de hoeken van het afwerpterrein groene en rode fakkels ('target indicators') afgeworpen. Door deze rookafgevende markeringsfakkels konden de vliegtuigen vanuit de verte goed zien waar ze op af moesten vliegen. Op 'Duindigt' raakten door de neerkomende fakkels vier personen gewond, onder wie H.E.A. van de Velde van de Ordedienst-Zuid. Ondanks duidelijke instructies droeg hij geen helm. Op zondag 29 april 1945 om 12.00 uur maakte de BBC het volgende bericht bekend: 'Op dit ogenblik stijgen RAF-bommenwerpers op van hun thuisbases om voedselvoorraden af te werpen, bestemd voor de hongerende Nederlanders in het door de vijand bezette gebied.' Dit nieuws bereikte ook veel Wassenaarders die illegaal naar de Engelse radio luisterden. Men liep zwaaiend, lachend en huilend de straat op, in afwachting van het komende schouwspel. Al spoedig naderden circa dertig Britse bommenwerpers. De bommenluiken gingen open en met grote precisie vielen de eerste voedselpakketten naar beneden. Operatie 'Manna' was begonnen, een gigantische klus waaraan in totaal ongeveer 400 Amerikaanse B-17 'Vliegende Forten' en ruim 500 Britse Lancasters deelnamen. Tien dagen lang werden duizenden voedselpakketten afgeworpen. De inwoners van Wassenaar reageerden uitzinnig en geëmotioneerd. In een verslag van Wassenaarder J. de Haan wordt deze indrukwekkende gebeurtenis als volgt omschreven: 'Met tranen in de ogen staren we vanuit het zolderraam naar de zware machines die ons gisteren nog deden vluchten naar een in onze ogen geschikte schuilplaats in een kelder, onder een trap of een gat in de grond. Voedsel, eten brengen ze nu; af en aan vliegen ze naar het veld. Dicht over de huizen en nu geen geknetter meer; de vrede is aanstaande!' Zuster Theofrida van de Zusters Franciscanessen: 'Toen kwamen bommenwerpers levensmiddelen uitgooien. Het leek wel een sprookje. Heel Wassenaar liep uit. De mensen klommen op de daken en wuifden en schreeuwden enthousiast. We zagen de pakketregen boven Valkenburg en Duindigt. Een uur lang vlogen de bommenwerpers af en aan en telkens weer steeg er een hoera-geroep uit de menigte op. Toen de bommenwerpers zo frank en vrij over ons lieve vaderlandje vlogen en de Duitsers zelfs hielpen met het inzamelen van de voedselpakketten en het bewaren van de orde daarbij, hadden we de stellige overtuiging: Vandaag of morgen MOET het vrede zijn!' Oprichting De oprichting van het gedenkteken was een initiatief van de Stichting Voedsel en Vrijheid. Onthulling Het monument is onthuld op 30 april 1995.
- Koninklijke Van Kempen en Begeer (uitvoering)
- Oorlogsmonumenten
- monument
- 2387
- Plaquette
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer