Apeldoorn, monument voor de familie Wijler
Het monument voor de familie Wijler in Apeldoorn is opgericht ter nagedachtenis aan dit joodse gezin dat de bezettingsjaren niet heeft overleefd. De namen van de leden van de familie Wijler luiden: Jacob Samuel Wijler (1884), zijn vrouw Elisabeth Rose Wijler-Kolthoff (1887) en twee dochters, Martha Rose (1919) en Rose Helene (1922). De familie ligt hier echter niet begraven. Jacob Wijler was in 1920 benoemd als docent Frans aan de Koninklijke H.B.S., later ook aan het gymnasium. Zijn oudste dochter, Martha Rose, voltooide in Apeldoorn haar opleiding tot onderwijzeres. Wijler werd op 22 november 1940 ontslagen, omdat hij ‘van Joodschen bloede was’. De eerste baan voor de oudste dochter was die van tijdelijke onderwijzeres aan de Joodse school aan de 1 e Koningsdwarsstraat. De Joodse school, want per 1 september 1941 waren alle joodse kinderen van de andere scholen verwijderd. Martha Rose mocht niet meer aan een ‘gewone’ school lesgeven. In de zomervakantie van 1942 dook de familie onder om aan arrestatie en deportatie te ontkomen. Het gezin was wel gescheiden: beide zusjes vonden onderdak aan de Bosweg in Apeldoorn, Wijler en zijn vrouw in Epe, in het huis van een kantonnier van Rijkswaterstaat, aan het Apeldoorns Kanaal. Brieven waren daarna het enige contact tussen ouders en dochters. In januari 1943 stopte de briefwisseling. In februari hoorden de ouders ten slotte dat Martha Rose en Rose Helene waren verraden, opgepakt en afgevoerd naar Westerbork. Wijler en zijn vrouw wilden na dit bericht niet verder leven. Op 2 maart 1943 was er even niemand thuis vanwege een buurtfeestje. Toen de familie thuiskwam, waren de Wijlers verdwenen. Op tafel lagen hun trouwringen en twee afscheidsbriefjes waarin stond dat ze het kanaal waren ingelopen. Een zoektocht leverde niets op en aangifte doen was uiteraard onmogelijk. Pas op 23 maart werd het lichaam van Wijler gevonden, vlakbij de sluis in Heerde. Het lijk van zijn vrouw werd twee dagen later opgehaald uit het kanaal in de gemeente Epe. Directe identificatie was onmogelijk, omdat ze anoniem het water waren ingelopen. De helpers, die begrepen om wie het ging, moesten zwijgen. Ze werden anoniem begraven, Wijler in Heerde, zijn vrouw in Epe. Na de bevrijding bleek dat de beide dochters op 18 januari 1943 naar Auschwitz waren getransporteerd en daar op 21 januari zijn vergast. Na de bevrijding kregen de autoriteiten alle informatie van de helpers. Het graf van mevrouw Wijler werd binnen redelijke tijd op naam gebracht, het graf van haar man pas in 1958. Oprichting De oprichting van het monument was een initiatief van de neven en nichten van de familie Wijler en Kolthoff. Onthulling Het monument is onthuld in 1995. Op 12 en 20 augustus 2002 werden Jacob Wijler en zijn vrouw Elisabeth Rosa naast elkaar herbegraven op het Ereveld in Loenen.
- Oorlogsmonumenten
- monument
- 2959
- Vervolgden Nederland
- Gedenksteen
- Burgerslachtoffers
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer