Ga direct naar: Hoofdnavigatie
Ga direct naar: Inhoud
Alle bronnen

Amsterdam, plaquette in de Sloterkerk

De plaquette in de Sloterkerk te Amsterdam herdenkt de verzetsleden Arie Oudshoorn en Jan Kars. Arie Oudshoorn werd op 22 augustus 1920 in Nieuwer-Amstel geboren als zoon van Jan Teunis Oudshoorn en Gijsje Verheul. Hij werd matroos der 2e klasse bij de Koninklijke Marine en vertrok in het begin van de oorlog op het schip H.M. Sumatra naar het buitenland. Tijdens de Slag in de Javazee op 27 februari 1942 kwam hij om het leven. Geallieerde schepen probeerden de weg naar Java voor Japanse invasieschepen te versperren, maar ze verloren. Oudshoorn kreeg een zeemansgraf. Jan Kars werd op 20 april 1919 geboren als zoon van Tonia Kars. Haar latere man, Klaas Duijster, erkende Jan en deze groeide op met acht broers en zussen aan de Osdorperweg 496. Maar zijn naam bleef Kars. Jan was lang en had opvallend rood haar. Hij zong graag, en was lid van de Christelijke Jongemannen Vereniging (CJMV) en het jongerenkoor van de hervormde kerk in Sloten, waar hij ook belijdenis deed. Jan werkte eerst aan het onderwegje van de Osdorperweg bij tuinderij van Berkel. Na zijn militaire dienst bij het paardenvolk kwam hij in 1943 bij de Koninklijke Marechaussee terecht. Deze stationeerde hem in Oostburg, Zeeuws-Vlaanderen. Voor hij eind juli 1940 hierheen vertrok, ging Jan in ondertrouw met zijn katholieke verloofde, Ans Kruissen. Een brief uit de marechausseekazerne van Oostburg van mei 1945 schrijft dat Jan lang ondergronds werkte. Zijn zuster Greet meende dat Jan joodse gevangenen op weg naar Vught had helpen ontsnappen. Jaap Gerritsen, ondergedoken bij een zus van Jans moeder, weet dat Jan onderduikers van Rotterdam naar Groningen moest brengen. Als politieman kon hij dat makkelijker doen dan een ander. Kars zat in het verzet, maar vertelde er weinig over. Hij werd echter bekend toen hij op 4 augustus 1944 meewerkt aan de overval op het distributiekantoor van Oostburg. Hij zorgde voor de sleutel van de kluis en zette de achterdeur van het kantoor open. Daarna dook hij in Oostburg onder. Zijn besluit om in oktober 1944, samen met boer De Bruyne en verzetsvrouw Francien de Zeeuw, door de vuurlinie bij Waterlandkerkje te gaan betekent het einde van zijn leven. De drie wilden de geallieerden waarschuwen hun boerderij met zo’n 80 gevluchte burgers niet te bombarderen. Onderweg werd een granaat naar hen gegooid. Alleen Jan werd geraakt en kwam om het leven. Na de bevrijding van West-Zeeuws-Vlaanderen werd Jan Kars begraven in Waterlandkerkje en afgebeeld als prominent lid van partizanengroep De Vos. Francien de Zeeuw, die kort daarna de eerste vrouwelijke militair (MARVA) werd, sprak vaak over hem. Zijn lichaam werd in 1946-1947 overgebracht naar het kerkhof bij de hervormde kerk van Sloten. Op 29 juni 1970 werden zijn stoffelijke resten bijgezet op het Nationaal Ereveld Loenen .

Collectie
  • Oorlogsmonumenten
Type
  • monument
Identificatienummer van Nationaal Comité 4 en 5 mei
  • 4593
Trefwoorden
  • Verzet Nederland
  • Plaquette
  • Militairen in dienst van het Ned. Kon. 1940-1945
Disclaimer over kwetsend taalgebruik

Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer

Ontvang onze nieuwsbrief
De Oorlogsbronnen.nl nieuwsbrief bevat een overzicht van de meest interessante en relevante onderwerpen, artikelen en bronnen van dit moment.
WO2NETMinisterie van volksgezondheid, welzijn en sportVFonds
Contact

Vijzelstraat 32
1017 HL Amsterdam

info@oorlogsbronnen.nlPers en media
Deze website is bekroond met:Deze website is bekroond met 3 DIA awardsDeze website is bekroond met 4 Lovie awards