Haarlem, 'Man voor het Vuurpeloton'
Het monument 'Man voor het Vuurpeloton' in Haarlem is opgericht ter nagedachtenis aan de vijftien verzetslieden die hier op 7 maart 1945 zonder enige vorm van proces door de bezetter zijn gefusilleerd. De namen van de vijftien slachtoffers luiden: Jul Alkema (19 jaar), Cornelis Hartog (25 jaar), Johannes van der Haas (32 jaar), Pieter van der Haas (22 jaar), Willem de Jager (33 jaar), Wilhelmus Alb. Jiskoot (20 jaar), Jacob Miedema (53 jaar), Martinus Molenkamp (46 jaar), Jacobus Oelschläger (31 jaar), Johannes Oelschläger (31 jaar), Johannes Rozekrans (43 jaar), Hugo Ruijs (20 jaar), Albert Scheepstra (19 jaar), Peter van Sloten (30 jaar) en Johannes Volkers (38 jaar). De executie was een represaille voor de aanslag van het verzet op een lid van de toenmalige P.I.D. (Politieke Inlichtingen Dienst), het Nederlandse verlengstuk van de Sicherheitsdienst. De vijftien slachtoffers waren door de bezetter gearresteerd omdat ze verdacht werden van verzetsactiviteiten. Zij zaten opgesloten in het Huis van Bewaring aan de Weteringenschans te Amsterdam. Op 7 maart 1945 (twee maanden voor de bevrijding) werden de gevangenen willekeurig aangewezen om per vrachtauto naar de Dreef in Haarlem te worden vervoerd. Aan de huizenzijde van de Dreef werden door de bezetter ongeveer honderd burgers bijeen gedreven, terwijl de vijftien gevangenen aan de overzijde naast elkaar werden gezet. Vervolgens werd het vuurpeloton opgesteld, onder leiding van luitenant Stover. De toen veertienjarige Jan Rovers is ooggetuige geweest van de fusillade: 'Op die 7de maart kwamen mijn zusje en ik hier op de Dreef aanlopen. Wij waren lopend op weg naar Zaandam om daar bij een oom te logeren. Hier eigenlijk vlak bij het beeld werden we tegengehouden door een Duitse soldaat. Toen we om wilden keren om via een andere weg de Dreef te omzeilen mocht dat ook niet. We moesten tegen de huizen aan de overkant gaan staan, recht tegenover de plaats waar nu dat beeld staat. Er stond zeker wel een man of honderd. Jong, oud, mannen en vrouwen. Op een gegeven moment kwamen er twee of drie Duitse vrachtwagens uit de richting van Dreefzicht gereden. Die wagens stopten vlakbij en onder dwang van Duitse soldaten, met geweren, moesten de inzittenden uit de laadbak stappen. Ik denk dat het er een stuk of 15 waren. En toen kwamen er twee militairen met mitrailleurs aan, die stelden zich aan de zijkanten op van die rij met mannen. Achter hen stond een officier met getrokken pistool. Het vuurpeloton bestond uit twaalf of dertien man en die kregen opdracht. Laden geweer, richten, vuur en de mensen die waren doodgeschoten vielen naar beneden. Een jongen die helemaal aan de rechtse kant stond hadden ze raak geschoten maar niet dodelijk en die riep terwijl hij viel 'Leve de koningin'. De Duitse officier ging met getrokken revolver naar die jongen toe en schoot hem van dichtbij door zijn hoofd. Toen het allemaal was afgelopen, kwam er een open vrachtwagen aanrijden. De Duitsers pakten die lijken op, die werden in de vrachtwagen gegooid en met een zeil afgedekt en weggebracht. In totaal duurde het niet eens zo lang.' Ook de toen veertienjarige Jan van Bavel, was getuige: 'Op 19 Juni 1944 werd mijn moeder gearresteerd door de Sicherheitsdienst en moesten allle gezinsleden onderduiken. Na van het ene adres naar het andere gestuurd te zijn, was de kou in september in zoverre van de lucht dat men het verantwoord vond dat ik werd ondergebracht bij mijn oom en tante in Heemstede aan de Heerenweg. Ik kwam daar eind september aan met de kleren die ik op 19 juni aanhad en zonder stam- of bonnenkaart, niet wetend dat het een verblijf zou worden tot in mei 1945. Omdat ik weinig anders te doen had, deed ik werkjes in de huishoudelijke artikelenwinkel van mijn oom en zo liep ik na gedane arbeid terug op 7 maart 1945, van de Koningstraat naar de Heerenweg. Mijn oom ging met de fiets naar huis en ik lopend. Aankomende vanuit de stad bij de Wagenweg was links de mij bekende schuilkelder, die moet dus gestaan hebben bij de Dreef. Daarbij was een groep mensen die naar mijn herinnering niet groter was dan een vijftigtal. Vóór de schuilkelder stond een rij mannen met tegenover hen evenveel duitse soldaten met karabijnen. Achter de soldaten stonden twee (of drie) vrachtwagens met linnen huiven met naar mijn herinnering draaiende motoren. Nauwelijks was ik daar of er klonk een commando, de soldaten legden aan, er klonk een salvo en de hele rij viel tegen de grond. Onmiddellijk daarna werden de lijken in de gereedstaande autos gelegd. Terstond maakte ik dat ik weg kwam naar huis. Thuis gekomen wilde ik mijn tante het gebeurde vertellen: 'Nee', zei mijn tante. 'Oom Jan is al thuis, hij heeft het ook gezien'. Dat hoefde ze overigens niet te zeggen, ik hoorde uit zijn kamer geen huilen, maar een gebrul als van een aangeschoten rund. Niet zo verwonderlijk: hij had in het begin van de oorlog als gijzelaar ruim een jaar in het kamp Vught gezeten en had nu in realiteit gezien waar hij een jaar lang in dat kamp voor had moeten vrezen. Rest mij nog te melden dat ik het tijdstip van handelen eerder zou omschrijven als 'in het begin van de avond' dan 'laat in de middag': wij gingen meestal omtrent halfzes naar huis.' Onthulling Het monument is onthuld op 7 maart 1949 door de Commissaris van de Koningin in Noord-Holland, dr. J.E. baron de Vos van Steenwijk. Op deze dag was de fusillade vier jaar geleden. Bij de onthulling heeft de Commissaris van de Koningin in een toespraak het volgende gezegd: 'Onze oorlogswonden zijn nog niet genezen, maar zij zullen genezen, vroeger of later. Een nieuw geslacht groeit op, dat deze nog slechts van horen zeggen zal kennen, maar zware wonden als deze laten littekens na en die littekens behoeven wij niet te verbergen. Zij zullen voor het komende geslacht een memento zijn wat er geschiedt als ons geliefde Nederland door een totalitair regime bezet wordt. Zo zie ik dit monument als een teken van de wonden, die Nederland op 7 maart 1945 op deze plek werden toegebracht.'
- Mari S. Andriessen (1897-1979)
- Oorlogsmonumenten
- monument
- 509
- Verzet Nederland
- Beeld
- Sculptuur
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer